RECHTBANK limburg
zaaknummer: AWB/ROE 16/4052
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 juni 2017 in de zaak tussen
[eiser 1],
[eiser 2]en
[eiseres]te [woonplaats], eisers
(gemachtigde: mr. J.P.C.M. van Riet),
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen, verweerder
(gemachtigde: mr. J.A.L. Devoi).
Bij besluit van 5 juli 2016 (het primaire besluit) heeft verweerder eisers een last onder dwangsom opgelegd, waarbij eisers is gelast de overtredingen ten aanzien van het pand [adres] vóór 1 april 2017 ongedaan te maken.
Bij besluit van 14 november 2016 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eisers ongegrond verklaard.
Bij besluit van 13 maart 2017 heeft verweerder de begunstigingstermijn verlengd tot 14 dagen na de dag waarop de rechtbank uitspraak heeft gedaan op het beroep van eisers.
Eisers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 4 mei 2017. [eiseres] is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde mr. J. Stevens alsmede de gemachtigde van eisers voornoemd. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde en [naam].
1. Eisers zijn gezamenlijk eigenaar van het pand aan [adres]. Het pand is een rijksmonument en staat bekend als het zogenaamde ‘Loma-huis: Limburgse organisatie voor jonge mannen’.
2. Verweerder stelt zich op het standpunt -kort weergegeven- dat tijdens inspecties is gebleken dat het pand een aantal gebreken vertoont en niet voldoet aan onder andere de Woningwet en de Monumentenwet 1988. Naar aanleiding hiervan hebben eisers een plan van aanpak ingediend om de geconstateerde overtredingen te beëindigen. Aangezien dit plan niet (volledig) is uitgevoerd heeft verweerder, mede gelet op het feit dat de kans bestaat dat het pand verder verslechtert, eisers onderhavige last onder dwangsom opgelegd. Aan deze lastgeving is voldaan indien:
-het buitenhoutwerk aan het pand onderzocht is en voor zover slecht/verrot verwijderd waarna hetgeen verwijderd is, is opgevuld door een op hout lijkend vulmiddel of vervangen door hout en;
- het volledige houtwerk te beschermen tegen de weerinvloeden door het op een deskundige wijze te verven in een (nagenoeg) gelijke kleur als waarin het pand was geverfd en;
-minimaal 2 werkdagen voorafgaand aan de start van de werkzaamheden te laten weten wanneer de werkzaamheden zullen beginnen en waaruit ze zullen bestaan.
Indien niet of niet geheel aan de last wordt voldaan wordt een dwangsom verbeurd van
€ 30.000 per 4 weken met een maximum van € 120.000.
3. Eisers voeren in beroep aan -kort samengevat- dat het bestreden besluit een onjuiste wettelijke grondslag heeft. In dit verband stellen zij dat het Bouwbesluit toeziet op een gezond woon- /leefklimaat en niet op de instandhouding van een pand. Verder is de Monumentenwet vervallen per 1 juli 2016. Eisers stellen ook dat er zicht op legalisatie bestaat na verkoop van het pand. Eisers beroepen zich tevens op overmacht als bedoeld in artikel 5:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), welke daarin is gelegen dat zij op geen enkel moment in staat zullen zijn de opgelegde last na te komen wegens het ontbreken van de financiële middelen daartoe. Ook beroepen eisers zich op artikel 5:41 van de Awb (geen straf zonder schuld).