ECLI:NL:RBLIM:2017:5313

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 mei 2017
Publicatiedatum
8 juni 2017
Zaaknummer
5011764 \ CV EXPL 16-3938
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.J. Groen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurzaak met vordering tot ontbinding huurovereenkomst en ontruiming

In deze huurzaak heeft de besloten vennootschap PM Real Estate B.V. een vordering ingesteld tegen zowel de onder bewind gestelde huurders als hun bewindvoerder, Adactio Bewindvoeringen B.V. De eisende partij vordert ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde pand, gelegen aan [adres] te [woonplaats]. De kantonrechter heeft op 24 mei 2017 geoordeeld dat de vordering tegen de huurders niet ontvankelijk is, omdat zij onder bewind staan en de bewindvoerder hen vertegenwoordigt in deze procedure. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er een huurachterstand is van € 4.716,76 en dat de huurders niet langer in het genot van het gehuurde kunnen blijven. De kantonrechter heeft de huurovereenkomst ontbonden en Adactio Bewindvoeringen B.V. veroordeeld tot ontruiming van het pand binnen twee weken na betekening van het vonnis. Daarnaast is Adactio Bewindvoeringen B.V. veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 5.307,28, vermeerderd met rente en kosten. De proceskosten zijn begroot op € 1.548,75. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 5011764 \ CV EXPL 16-3938
Vonnis van de kantonrechter van 24 mei 2017
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid PM REAL ESTATE B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
eisende partij,
gemachtigde Syncasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ADACTIO BEWINDVOERINGEN B.V., gevestigd en kantoorhoudende te Kerkrade, in de hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] ,
[gedaagde sub 2], voorheen wonende te [woonplaats] ,
[gedaagde sub 3], wonende te [woonplaats] , [adres] ,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. M.J.M.H. Nass.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald
  • de akte inbreng producties van eisende partij t.b.v. de comparitie
  • het proces-verbaal van comparitie van 21 september 2016
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek
  • de akte uitlating van eisende partij
  • de rolbeschikking van 22 februari 2017
  • de akte uitlating van gedaagde partij.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Gedaagde partij sub 2 (verder te noemen [gedaagde sub 2] ) en gedaagde partij sub 3 (verder te noemen [gedaagde sub 3] ) huren van eisende partij de woning aan de [adres] te [woonplaats] . Over de goederen van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] is door de kantonrechter te Maastricht met ingang van 1 februari 2014 een bewind ingesteld, met benoeming van [naam bewindvoerder] , handelend onder de naam [handelsnaam] , tot bewindvoerder. Bij beschikking van de kantonrechter te Maastricht van 30 september 2016 is [naam bewindvoerder] geschorst als bewindvoerder over de goederen van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] . Bij beschikking van 12 oktober 2016 heeft de kantonrechter de op 30 september 2016 uitgesproken schorsing gehandhaafd met benoeming van Adactio Bewindvoeringen B.V. tot tijdelijk opvolgend bewindvoerder. Bij akte van 22 maart 2017 heeft de gemachtigde mr. M.J.M.H. Nass verklaart dat Adactio Bewindvoeringen B.V. zich stelt als formele procespartij en de eerder aan de zijde van gedaagde partij ingenomen standpunten tot de hare maakt.

3.Het geschil

3.1.
Eisende partij vordert – samengevat en na aanpassing van de vordering ter zake de huurachterstand bij repliek – ontbinding van de met [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] gesloten huurovereenkomst met veroordeling van gedaagde partij tot ontruiming van het gehuurde en betaling van € 5.307,28, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Gedaagde partij voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Er is een bewind ingesteld over de goederen van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] . Gelet op het bepaalde in artikel 1:441 lid 1 BW betekent dit dat de bewindvoerder gedaagde partij zowel in als buiten rechte vertegenwoordigt ter zake van kwesties die de onder het bewind gestelde goederen betreffen. Ten aanzien van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] dient eisende partij daarom niet ontvankelijk te worden verklaard.
4.2.
Adactio Bewindvoeringen B.V. stelt zich op het standpunt dat er een huurprijs van € 660,00 is overeengekomen in plaats van € 661,00, dat er een afspraak zou zijn gemaakt met [naam bewindvoerder] dat in afwachting van meer duidelijkheid over de financiële situatie van [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] niet zou worden overgegaan tot invordering van de in februari 2014 bestaande achterstallige huur. Adactio Bewindvoeringen B.V. betwist de hoogte van de thans bij repliek gevorderde achterstallige huur ad € 4.716,76 en de verschuldigdheid van buitengerechtelijk incassokosten. Adactio Bewindvoeringen B.V. is van mening dat het belang bij woonruimte voor [gedaagde sub 3] en haar minderjarige zoon van 7 jaar oud dient te prevaleren boven het belang van eisende partij bij ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. Er wordt verzocht in geval van ontruiming een ontruimingstermijn van 6 weken toe te staan en de veroordeling niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren omdat in geval van een afwijzing in hoger beroep de ontruiming niet meer ongedaan gemaakt kan worden.
4.3.
Eisende partij betwist dat met [naam bewindvoerder] afspraken zijn gemaakt over het voorlopig niet invorderen van de huurachterstand. Eisende partij stelt dat zij de betalingen steeds heeft afgeboekt op het oudste openstaande bedrag nu geen betalingskenmerk werd aangegeven door [naam bewindvoerder] . Eisende partij stelt dat in november 2011 een huurprijs van € 600,00 is overeengekomen welke per 1 juli 2015 € 661,00 bedroeg en per 1 juli 2016 € 674,88 per maand. Omdat niet de exacte maandbedragen werden betaald ontstond er verschil in de achterstand. Per oktober 2016 bedraagt de huurachterstand volgens eisende partij € 4.716,76 welk bedrag wordt gevorderd.
4.4.
De kantonrechter stelt vast dat Adactio Bewindvoeringen B.V. haar stelling dat de huur in 2016 € 660,00 zou bedragen in plaats van € 661,00 niet heeft onderbouwd, zodat gelet op de gemotiveerde betwisting van eisende partij deze blote stelling zal worden gepasseerd. Nu de bij repliek overgelegde betalingsspecificatie niet gemotiveerd wordt weersproken door Adactio Bewindvoeringen B.V. gaat de kantonrechter uit van een huurachterstand per oktober 2016 van € 4.716,76.
4.5.
Ook de stelling dat [naam bewindvoerder] met eisende partij afspraken zou hebben gemaakt over de huurachterstand moet de kantonrechter passeren nu Adactio Bewindvoeringen B.V. deze stelling met geen enkel stuk heeft onderbouwd.
4.6.
De kantonrechter is van oordeel dat gelet op de vastgestelde huurachterstand in redelijkheid van eisende partij niet gevergd kan worden [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] nog langer in het genot van het gehuurde te laten. De door Adactio Bewindvoeringen B.V. gestelde omstandigheden dat [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] in de loop van deze procedure zijn gescheiden, [gedaagde sub 2] elders is gaan wonen en [gedaagde sub 3] met haar zoontje van 7 jaar nog steeds in het pand woont, maakt dit niet anders. Het belang van eisende partij bij een ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde dient te prevaleren,
met dien verstande dat een redelijke ontruimingstermijn van twee weken gehanteerd zal moeten worden.
4.7.
Adactio Bewindvoeringen B.V. betwist de gevorderde uitvoerbaar bij voorraad verklaring en stelt dat een na een ontruimingsvonnis uitgevoerde ontruiming niet meer ongedaan gemaakt kan worden. De kantonrechter is van oordeel dat Adactio Bewindvoeringen B.V. geen bijzondere omstandigheden aanvoert op grond waarvan de gevorderde uitvoerbaar bij voorraad verklaring zou moeten worden afgewezen. Indien op enig moment daadwerkelijk sprake zou zijn van een acute noodtoestand bestaat de mogelijkheid van een executiegeschil. Van een noodtoestand is de kantonrechter thans niet gebleken. Ook dit verweer wordt gepasseerd.
4.8.
Eisende partij vordert een bedrag van € 590,52 aan buitengerechtelijke incassokosten. Adactio Bewindvoeringen B.V. betwist de verschuldigdheid van deze kosten. De kantonrechter is van oordeel dat het bedrag aan gevorderde buitengerechtelijke incassokosten, nu eisende partij aangeeft dat er werkzaamheden zijn verricht gericht op het buitengerechtelijk verkrijgen van haar vordering, in redelijkheid en billijkheid toewijsbaar is, nu deze kosten binnen het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijk incassokosten genoemde tarief vallen.
4.9.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig Adactio Bewindvoeringen B.V. toe te laten tot bewijslevering.
4.10.
Adactio Bewindvoeringen B.V. zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 77,75
  • griffierecht 471,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 1.548,75
4.11.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart eisende partij niet ontvankelijk in haar vordering ingesteld tegen [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] ,
5.2.
ontbindt de bestaande huurovereenkomst met betrekking tot het gehuurde, staande en gelegen aan de [adres] te [woonplaats] ,
5.3.
veroordeelt Adactio Bewindvoeringen B.V. om binnen twee weken na betekening van dit vonnis het gehuurde met personen en zaken te ontruimen en te verlaten en met overgifte van de sleutels ter vrije beschikking van eisende partij te stellen,
5.4.
veroordeelt Adactio Bewindvoeringen B.V. om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen een bedrag van € 5.307,28, vermeerderd met de wettelijke rente over € 4.716,76 vanaf de respectievelijk huurvervaldatum tot aan de dag der algehele voldoening,
5.5.
veroordeelt Adactio Bewindvoeringen B.V. voorts om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen een bedrag van € 661,00 per maand of gedeelte van een maand, ingaande 1 november 2016 tot aan het tijdstip der ontruiming,
5.6.
veroordeelt Adactio Bewindvoeringen B.V. in de proceskosten aan de zijde van eisende partij gevallen en tot op heden begroot op € 1.548,75,
5.7.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J. Groen en in het openbaar uitgesproken.
type: HMUI
coll: JA