Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert de publiekrechtelijke rechtspersoon CAK betaling van eigen bijdragen op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en de Wet langdurige zorg. De gedaagde partij heeft bij dupliek rekeningafschriften overgelegd en het CAK is bij tussenvonnis in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. De procedure omvat een dagvaarding, conclusie van antwoord, conclusie van repliek en conclusie van dupliek. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij op grond van de genoemde wetten eigen bijdragen verschuldigd is. De eisende partij vordert een totaalbedrag van € 62,21, bestaande uit hoofdsom, rente en buitengerechtelijke kosten. De gedaagde partij heeft verweer gevoerd en betwist dat er sprake is van openstaande vorderingen. De kantonrechter heeft de betalingen van de gedaagde partij zonder betalingskenmerk toegerekend aan de oudst openstaande bedragen, conform artikel 6:43 BW. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij niet alle rekeningafschriften heeft overgelegd en dat er onduidelijkheden zijn ontstaan door het ontbreken van betalingskenmerken. De kantonrechter heeft de eisende partij in de gelegenheid gesteld te reageren op de overgelegde rekeningafschriften van de gedaagde partij, waarna de gedaagde partij een antwoordakte kan indienen. De verdere beslissing is aangehouden.