ECLI:NL:RBLIM:2017:4949

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
31 mei 2017
Publicatiedatum
30 mei 2017
Zaaknummer
5142979 cv 16-5879
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake overeenkomst van opdracht en nakoming tussen [eiser] en [gedaagde]

In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om een geschil tussen [eiser], h.o.d.n. [eiser] ACCOUNTANCY & ADVIES, en de besloten vennootschap [gedaagde] ACCOUNTANTS & ADVISEURS B.V. De partijen zijn een overeenkomst van opdracht aangegaan op 19 september 2014, waarbij [eiser] door [gedaagde] werd ingehuurd voor werkzaamheden bij Gentals Nederland B.V. De vordering van [eiser] betreft een bedrag van € 11.837,04, vermeerderd met rente en kosten, terwijl [gedaagde] in reconventie vordert dat [eiser] tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen en een bedrag van € 38.788,62 vordert, alsmede schadevergoeding.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat [eiser] geen verwijt valt te maken voor de budgetoverschrijding en dat de eindverantwoordelijkheid voor de opdracht bij [gedaagde] ligt. De kantonrechter heeft de vordering van [eiser] toegewezen en de vorderingen van [gedaagde] in reconventie afgewezen. Tevens is [gedaagde] veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [eiser]. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 5142979 \ CV EXPL 16-5879
Vonnis van de kantonrechter van 31 mei 2017
in de zaak van:
[eiser] , h.o.d.n. [eiser] ACCOUNTANCY & ADVIES,
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats eiser] , [vestigingsadres eiser] ,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde mr. R.J.H.M. Crombaghs,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde] ACCOUNTANTS & ADVISEURS B.V.,
statutair gevestigd te [vestigingsplaats gedaagde] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde mr. J.G.C. van Baar.
Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
  • de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
  • de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
  • de conclusie van dupliek in reconventie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn op 19 september 2014 overeengekomen dat [eiser] door [gedaagde] zal worden ingehuurd ten behoeve van werkzaamheden bij Gentals Nederland B.V., zijnde een cliënt van [gedaagde] . De afspraken die partijen hieromtrent hebben gemaakt zijn vastgelegd in een gespreksverslag (productie 2 bij dagvaarding)

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
[eiser] vordert – samengevat – veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 11.837,04, vermeerderd met rente en kosten en voert verweer tegen de vordering in reconventie.
3.2.
[gedaagde] vordert – samengevat – te verklaren voor recht dat [eiser] is tekort geschoten in de nakoming van zijn verbintenissen jegens [gedaagde] uit hoofde van de overeenkomst van opdracht met veroordeling van [eiser] tot betaling van een bedrag van € 38.788,62 alsmede tot vergoeding van de schade die [gedaagde] lijdt als gevolg van de tekortkoming van [eiser] , nader op te maken bij staat met veroordeling van [eiser] in de proceskosten. [gedaagde] voert verweer tegen de vordering in conventie.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

in conventie
4.1.
[eiser] vordert betaling van het nog openstaande bedrag van factuur 15700030 van 5 augustus 2015 ad € 6.300,00 en factuur 15700039 ad € 2.937,33 van 17 november 2015, vermeerderd met wettelijke handelsrente, een bedrag van € 2.599,71 aan buitengerechtelijke incassokosten en de proceskosten, waaronder de nakosten.
4.2.
[gedaagde] doet een beroep op opschorting en stelt dat [eiser] toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen.
4.3.
[gedaagde] stelt dat [eiser] de eindverantwoordelijkheid droeg voor de opdracht die Gentals had verstrekt aan [gedaagde] . [eiser] betwist dit uitdrukkelijk. De kantonrechter stelt voorop dat [eiser] geen partij is in de relatie Gentals versus [gedaagde] . Uit het gesprekverslag van de tussen [eiser] en [gedaagde] gesloten overeenkomst blijkt dat [accountant X] eindverantwoordelijk accountant is en [accountant Y] commercieel verantwoordelijk accountant inzake de inschakeling van [eiser] . De offerte aan Gentals is ondertekend door [accountant Y] . Ook de opdrachtbevestiging door Gentals (productie 7 bij antwoord in conventie, eis in reconventie) is zijdens [gedaagde] getekend door [accountant Y] . De kantonrechter stelt vast dat voor het aannemen van een rechtstreekse eindverantwoordelijkheid voor [eiser] bij de opdracht van Gentals onvoldoende aanknopingspunten zijn, zodat de eindverantwoordelijkheid bij [gedaagde] blijft. Wat dan verder van de calculatie ook zij behoeft geen nadere bespreking meer waarbij de kantonrechter nog wel wil opmerken dat [gedaagde] [eiser] heeft ingeschakeld omdat de verhouding c.q. communicatie tussen de controller van Gentals en [gedaagde] wat stroef verliep (punt 9 conclusie van antwoord) en dat de offerte niet éénmaal van € 52.500,00 naar € 42.500,00 werd bijgesteld om Gentals te gerieven maar de oorspronkelijke calculatie ook al van € 59.110,00 naar € 52.500,00 naar beneden was bijgesteld.
4.4.
De kantonrechter stelt vast dat de daadwerkelijke uitvoering door [eiser] van de door hem gedeclareerde uren niet ter discussie staat. Partijen verschillen enkel van mening of deze uren ook daadwerkelijk ten laste van [gedaagde] komen. De kantonrechter stelt vast dat uit de schriftelijke vastlegging van de tussen partijen gesloten overeenkomst volgt dat overschrijding van commercieel niet verkoopbare uren welke zijn gemaakt na overleg met [accountant X] niet ten laste van [eiser] komen indien redelijkerwijs geen verwijtbaarheid aan de zijde van [eiser] bestaat. De kantonrechter is van oordeel dat uit de door beide partijen geciteerde passages van de gevoerde correspondentie genoegzaam blijkt dat er in elk geval overleg is geweest tussen [eiser] en [accountant X] over de budgetoverschrijding. Dat die budgetoverschrijding vervolgens redelijkerwijs aan [eiser] moet worden verweten wordt wel door [gedaagde] gesteld maar de kantonrechter ziet voor deze stelling onvoldoende aanknopingspunten zodat hij hieraan voorbij zal gaan. De vordering van [eiser] ligt daarmee voor toewijzing gereed. [gedaagde] voert als opschortings- c.q. verrekeningsverweer dat [eiser] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtringen jegens [gedaagde] . Hiervoor is reeds overwogen dat [eiser] geen verwijt valt te maken ter zake de budgetoverschrijding. Hiermee valt ook het doek voor het opschortings- c.q. verrekeningsverweer. De vordering van [eiser] kan worden toegewezen.
4.5.
Partijen verschillen van mening over de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden. De wettelijke rente is van rechtswege vanaf de factuurvervaldatum verschuldigd. Voor toewijzing van buitengerechtelijke incassokosten, waarover hierna meer, ziet de kantonrechter op grond van de eerste redelijkheidstoets geen aanleiding zodat er geen enkel belang meer is bij de al dan niet toepasselijkheid van de algemene voorwaarden.
4.6.
Bij de beoordeling van de vraag of de gevorderde buitengerechtelijke (incasso-) kosten voor vergoeding in aanmerking komen, hanteert de kantonrechter het uitgangspunt, dat verrichtingen voorafgaand aan het geding worden gezien als voorbereiding van de gedingstukken en instructie van de zaak. Bij afzonderlijk voor vergoeding in aanmerking komende kosten moet het gaan om verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Daarvan is in deze zaak niet gebleken. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten zal daarom worden afgewezen.
4.7.
Het bij repliek in conventie door [eiser] gestelde voorwaardelijke verzoek tot inzage op grond van artikel 843a Rv., wat daar verder ook van zij, behoeft geen bespreking nu de door [eiser] daaraan verbonden voorwaarde niet is ingetreden.
in reconventie
4.8.
[gedaagde] vordert te verklaren voor recht dat [eiser] is tekort geschoten in de nakoming van zijn verbintenissen jegens [gedaagde] uit hoofde van de overeenkomst van opdracht met veroordeling van [eiser] tot betaling van een bedrag van € 13.788,62 terzake onverschuldigde betaling van budget overschrijdende uren en € 25.000,00 als voorschot op de vergoeding van de schade die [gedaagde] lijdt als gevolg van de tekortkoming van [eiser] , nader op te maken bij staat met veroordeling van [eiser] in de proceskosten.
4.9.
Hiervoor in conventie heeft de kantonrechter reeds vastgesteld dat [eiser] in redelijkheid geen verwijt valt te maken dat hij te kort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van de tussen partijen gesloten overeenkomst. Hiermee valt ook het doek voor alle vorderingen in reconventie van [gedaagde] .
in conventie en in reconventie
4.10.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van [eiser] worden begroot op:
  • dagvaarding € 77,52
  • griffierecht 223,00
  • salaris gemachtigde 500,00 ( 2 x tarief € 250) conventie
  • salaris gemachtigde
totaal € 1.200,52
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen overeenkomstig de richtlijnen van het LOVCK en worden begroot op een half salarispunt conform het liquidatietarief proceskosten met een maximum van € 100,00 aan nakosten salaris en de gevorderde rente over de proceskosten zal worden toegewezen met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis.
4.11.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing in conventie en in reconventie

De kantonrechter
in conventie
5.1.
veroordeelt [gedaagde] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen een bedrag van € 9.237,33, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de afzonderlijke factuurvervaldata tot aan de voldoening,
in reconventie
5.2.
wijst de vorderingen van [gedaagde] af,
in conventie en in reconventie
5.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten aan de zijde van [eiser] gevallen en tot op heden begroot op € 1.200,52, vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] onder de voorwaarde dat deze niet binnen 2 weken na aanschrijving door [eiser] volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 100,00 aan salaris gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na betekening,
5.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.6.
wijst het meer of anders in conventie gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: HMUI
coll: KSF