ECLI:NL:RBLIM:2017:4813
Rechtbank Limburg
- Wraking
- M.B.T.G. Steeghs
- M.J.A.G. van Baal
- F.L.G. Geisel
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een wrakingsverzoek tegen een kantonrechter in een omgangszaak
In deze zaak heeft verzoeker, die betrokken is bij een omgangsregeling met zijn tweelingzus, een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. M.P.F. van Dooren, de kantonrechter die de zaak behandelt. Het verzoek tot wraking is ingediend op 10 maart 2017, na een zitting op 15 februari 2017. Verzoeker stelt dat de kantonrechter onbevoegd was en dat er geen aandacht is besteed aan strafrechtelijke aspecten die relevant zijn voor de zaak. De kantonrechter heeft echter aangegeven niet in het wrakingsverzoek te berusten en heeft schriftelijk gereageerd.
De wrakingskamer heeft het verzoek op 10 mei 2017 behandeld, waarbij verzoeker zijn standpunt heeft toegelicht. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat de beoordeling van het wrakingsverzoek zich beperkt tot de vraag of er sprake is van onpartijdigheid van de kantonrechter. De wrakingskamer benadrukt dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.
Na beoordeling van de gronden van het wrakingsverzoek concludeert de wrakingskamer dat verzoeker geen feiten of omstandigheden heeft aangedragen die wijzen op subjectieve of objectieve partijdigheid van de kantonrechter. De wrakingskamer wijst het verzoek tot wraking af, omdat er geen gronden zijn voor het aannemen van partijdigheid. De beslissing is genomen op 22 mei 2017, waarbij de wrakingskamer heeft vastgesteld dat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel openstaat.