In deze civiele procedure vordert de Gemeente Weert schadevergoeding van [gedaagde partij] naar aanleiding van een mishandeling van een ambtenaar op 18 maart 2015. De gedaagde partij is eerder strafrechtelijk veroordeeld voor deze mishandeling, wat dwingend bewijs oplevert in deze civiele zaak. De ambtenaar was gedurende verschillende periodes arbeidsongeschikt als gevolg van de mishandeling, en de Gemeente Weert heeft gedurende deze periodes loondoorbetaling aan de ambtenaar gedaan. De Gemeente stelt dat zij op grond van de Verhaalswet Ongevallen Ambtenaren (VOA) de gedaagde partij aansprakelijk kan stellen voor de geleden schade. De gedaagde partij heeft de aansprakelijkheid afgewezen en betwist dat er een causaal verband bestaat tussen de mishandeling en de ziekte van de ambtenaar.
De kantonrechter oordeelt dat de Gemeente Weert recht heeft op vergoeding van de loonkosten die zij heeft gemaakt voor de ambtenaar, aangezien de gedaagde partij door de strafrechter is veroordeeld voor de mishandeling. Dit levert dwingend bewijs op dat de gedaagde partij aansprakelijk is voor de schade. De kantonrechter wijst de vordering van de Gemeente Weert toe en veroordeelt de gedaagde partij tot betaling van een bedrag van € 16.040,59, alsmede € 9.511,99 voor de loondoorbetaling aan de ambtenaar, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De gedaagde partij wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure.