Op 20 januari 2017 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van wederrechtelijk binnendringen in een besloten lokaal van de Moskee [naam]. De verdachte had op 11 januari 2016 een lokaalverbod gekregen voor een periode van drie maanden, uitgevaardigd door de stichting [naam]. Op 29 januari 2016 werd de verdachte aangetroffen in de moskee, wat leidde tot de tenlastelegging. Tijdens de zitting op 6 januari 2017 hebben zowel de officier van justitie als de verdediging hun standpunten gepresenteerd. De officier van justitie vorderde vrijspraak, terwijl de verdediging aanvoerde dat het lokaalverbod onterecht was opgelegd.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte het tenlastegelegde feit had begaan, ondanks de argumenten van de verdediging. De rechtbank stelde vast dat de verdachte op de hoogte was van het lokaalverbod en dat hij dit had overtreden door de moskee binnen te gaan. De rechtbank benadrukte dat, ongeacht de rechtmatigheid van het lokaalverbod, de verdachte zich aan dit verbod had moeten houden. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte wederrechtelijk de moskee was binnengedrongen.
Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de bijzondere omstandigheden van de zaak, waaronder het feit dat de verdachte een blanco strafblad had en dat er twijfels bestonden over de rechtmatigheid van het lokaalverbod. Uiteindelijk besloot de rechtbank om geen straf of maatregel op te leggen, maar volstond met een schuldigverklaring zonder strafoplegging, op basis van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht.