ECLI:NL:RBLIM:2017:4579

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 mei 2017
Publicatiedatum
17 mei 2017
Zaaknummer
C/03/233898 / KG ZA 17-171 a
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.J.H.A. Venner-Lijten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om verbetering van een eerder vonnis in een civiele zaak

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg, is op 12 mei 2017 een vonnis gewezen in de zaak met zaaknummer C/03/233898 / KG ZA 17-171. De eisers, [eiser sub 1] en [eiseres sub 2], vertegenwoordigd door advocaat mr. F.H.I. Hundscheid, hebben een verzoek ingediend tot verbetering van een eerder vonnis dat op 1 mei 2017 was gewezen. Dit verzoek werd gedaan door de gedaagde, [gedaagde], die zich niet kon vinden in de inhoud van het eerdere vonnis en verzocht om heroverweging en aanpassing van dat vonnis.

De voorzieningenrechter heeft de eisers in de gelegenheid gesteld om hun standpunt over het verzoek van de gedaagde kenbaar te maken. De eisers hebben bezwaar gemaakt tegen het verzoek tot verbetering. De voorzieningenrechter heeft vervolgens de inhoud van het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat het verzoek in feite neerkomt op een verkapt hoger beroep, wat niet mogelijk is op basis van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen sprake is van een kennelijke reken- of schrijffout in het eerdere vonnis, en dat het verzoek om verbetering niet kan worden ingewilligd. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om verbetering van het vonnis van 1 mei 2017 afgewezen. Deze beslissing is openbaar uitgesproken door mr. M.J.H.A. Venner-Lijten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
zaaknummer: C/03/233898 / KG ZA 17-171
Vonnis van 12 mei 2017
in de zaak van

1.[eiser sub 1] ,

wonend te [woonplaats 1] ,

2.[eiseres sub 2] ,

wonend te [woonplaats 2] ,
eisers,
advocaat mr. F.H.I. Hundscheid;
tegen:
[gedaagde],
wonend te [woonplaats 3] ,
gedaagde,
advocaat mr. W. Albers.
Partijen zullen hierna [eiser sub 1] , [eiseres sub 2] en [gedaagde] genoemd worden.

1.Het verzoek tot verbetering

1.1.
Bij e-mail van 5 mei 2017 is de voorzieningenrechter door [gedaagde] verzocht om verbetering van het op 1 mei 2017 in deze zaak gewezen vonnis.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten.
Bij e-mail van 9 mei 2017 heeft mr. Hundscheid namens [eiser sub 1] en [eiseres sub 2] aan de voorzieningenrechter bericht tegen inwilliging van dat verzoek bezwaar te hebben.

2.De beoordeling

2.1.
Uit de inhoud van de e-mail van 5 mei 2017 volgt dat [gedaagde] het, naar de kern genomen, niet eens is met het vonnis en de gronden waarop dat berust. In feite komt het er op neer dat de voorzieningenrechter wordt verzocht op grond van de door [gedaagde] naar voren gebrachte bezwaren het vonnis te heroverwegen en aan te passen. Dit houdt geen herstel in van een kennelijke reken- of schrijffout, of andere kennelijke fout die zich voor eenvoudig herstel leent, doch een verkapt hoger beroep. Daartoe biedt een op artikel 31 Rv gebaseerd verzoek geen ruimte.
2.2.
De voorzieningenrechter is dus van oordeel dat in het vonnis van 1 mei 2017 geen sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De voorzieningenrechter zal het verzoek dan ook afwijzen.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter:
3.1.
wijst het verzoek om verbetering van het op 1 mei 2017 tussen [eiser sub 1] , [eiseres sub 2] en [gedaagde] gewezen vonnis af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.H.A. Venner-Lijten, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken. [1]

Voetnoten

1.type: MT