Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding met productie;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de conclusie van repliek met producties en
- de conclusie van dupliek.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert de vrouw, eiser, na de beëindiging van de samenwoning met de man, gedaagde, het huurrecht van de gezamenlijke woning aan haar toe te kennen. De vordering wordt afgewezen omdat de man eerder aan de verhuurder, Woningcorporatie Woonwenz, heeft verzocht om ontslag uit zijn verplichtingen als medehuurder, en dit verzoek is gehonoreerd. De vrouw vordert ook dat de man de woning verlaat en niet meer betreedt, maar deze vordering wordt eveneens afgewezen omdat de man al is verhuisd. De vordering om de man te veroordelen de woning niet meer te betreden wordt afgewezen wegens gebrek aan onderbouwing. De man stelt dat de vrouw de procedure nodeloos heeft aangespannen en vraagt om veroordeling in de proceskosten, maar de kosten worden gecompenseerd omdat partijen jarenlang een relatie hebben gehad en samenwoonden. De kantonrechter wijst de vorderingen van de vrouw af en compenseert de proceskosten.