Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.[eiser sub 1] ,wonende te [woonplaats eiser sub 1] ,
[eiseres sub 2],
wonende te [woonplaats eiseres sub 2] ,
[eiseres sub 3],
wonende te [woonplaats eiseres sub 3] ,
1.[gedaagde sub 1] ,wonend [adres gedaagden] ,[woonplaats gedaagden] ,
[gedaagde sub 2],
wonend [adres gedaagden] ,
[woonplaats gedaagden] ,
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald
- de op 24 maart 2017 door [eisers] ingediende akte overlegging producties
- de op 31 maart 2017 gehouden comparitie van partijen, waarbij zijn verschenen [eiser sub 1] en [eiseres sub 3] , bijgestaan door mevrouw S.F.A. Hendriks, alsmede [gedaagde sub 2] , in persoon
- de ter comparitie door [eisers] overgelegde vergunning ex art. 15 lid 1 van de Leegstandswet.
2.De feiten
3.Het geschil
- primair: voor recht te verklaren dat de huurovereenkomst is geëindigd door een rechtsgeldige opzegging,
- subsidiair: de huurovereenkomst te ontbinden wegens ernstige wanprestatie van [gedaagden] ,
- primair en subsidiair: [gedaagden] te veroordelen tot ontruiming van het gehuurde en tot betaling van de bedragen, rente en kosten als in de dagvaarding vermeld.
4.De beoordeling
- dagvaarding € 104,77
- griffierecht 223,00
- salaris gemachtigde