Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
Teleperformance Nederland,
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
5.De beslissing
heden,
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 11 mei 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de besloten vennootschap Perfectcall B.V. en de werknemer Jonathan. De werknemer was sinds 16 januari 2017 in dienst bij Teleperformance Nederland, maar is vanaf 9 maart 2017 zonder opgaaf van redenen niet meer op het werk verschenen en heeft niet gereageerd op meerdere oproepen van zijn werkgever om contact op te nemen. Perfectcall heeft geprobeerd om de werknemer te bereiken via verschillende communicatiemiddelen, maar zonder succes. De werkgever heeft daarop verzocht om de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van artikel 7:671b lid 1, onderdeel a, in verbinding met artikel 7:669 lid 1 en 3, onderdeel h, van het Burgerlijk Wetboek, omdat de werknemer niet meer bereikbaar was en de arbeidsovereenkomst daardoor niet meer voortgezet kon worden.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen bijzondere opzegverboden van toepassing waren en dat er een redelijke grond voor ontbinding bestond. De werknemer heeft ter zitting aangegeven dat hij met psychische problemen kampt, maar heeft niet betwist dat de arbeidsovereenkomst beëindigd moest worden. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de arbeidsovereenkomst met ingang van de uitspraak wordt ontbonden en dat de werknemer geen recht heeft op een transitievergoeding, aangezien de arbeidsovereenkomst niet langer dan 24 maanden heeft geduurd. Tevens is de werknemer veroordeeld in de proceskosten van de werkgever, die tot op heden zijn begroot op € 117,00.