ECLI:NL:RBLIM:2017:4221

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
10 mei 2017
Publicatiedatum
10 mei 2017
Zaaknummer
5331256 \ CV EXPL 16-8468
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over herstelkosten en prijsafspraak bij levering en plaatsing van kunststof kozijnen

In deze zaak, die voor de kantonrechter van de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om een geschil tussen eisers en de vennootschap onder firma RORI KOZIJNENMONTAGE VOF over de hoogte van herstelkosten na de levering en plaatsing van kunststof kozijnen en dakkapellen. Eisers hebben in november 2015 een overeenkomst gesloten met Rori voor de levering en plaatsing van kunststof kozijnen en dakkapellen voor een bedrag van € 16.000,00. Na de plaatsing constateerden eisers gebreken en hebben zij Rori aangesproken om deze te herstellen. Rori heeft de gebreken hersteld, maar eisers hebben een deskundige ingeschakeld die de herstelkosten op € 5.500,00 heeft geraamd. Rori heeft echter een lagere schadevergoeding van € 2.674,71 voorgesteld, wat heeft geleid tot een geschil over de hoogte van de herstelkosten.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestaat over de prijsafspraak die met de vertegenwoordiger van Rori is gemaakt. Eisers stellen dat er een prijsafspraak is gemaakt van € 7.000,00 voor de kozijnen, terwijl Rori dit betwist. De kantonrechter heeft besloten dat een derde deskundige moet worden benoemd om de schade te beoordelen en heeft partijen in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de persoon van deze deskundige. Tevens heeft de kantonrechter eisers de gelegenheid gegeven om bewijs te leveren van de door hen gestelde prijsafspraak. De zaak is aangehouden voor verdere behandeling en bewijslevering.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 5331256 \ CV EXPL 16-8468
Vonnis van de kantonrechter van 10 mei 2017
in de zaak van:

1.[eiser sub 1] ,wonend te [woonplaats eisers] ,

2.
[eiser sub 2],
wonend te [woonplaats eisers] ,
eisende partij in conventie, verweerders in reconventie,
gemachtigde mr. L.F. Waalkes,
tegen:

1.de vennootschap onder firma RORI KOZIJNENMONTAGE VOF,gevestigd te Mook,

2.
[gedaagde sub 2] , vennoot van gedaagde sub 1,
wonend [adres gedaagde sub 2] ,
[woonplaats gedaagde sub 2] ,
3.
[gedaagde sub 3] , vennoot van gedaagde sub 1,
wonend [adres gedaagde sub 3] ,
[woonplaats gedaagde sub 3] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde mr. D.J. van Oss.
Partijen zullen hierna [eisers] (mannelijk enkelvoud) en Rori genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
  • de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie
  • de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie
  • de conclusie van dupliek in reconventie
  • de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald
  • de comparitie van partijen van 29 maart 2017
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisers] heeft in november 2015 met Rori een overeenkomst gesloten met betrekking tot de levering en het plaatsen van kunststof kozijnen en dakkapellen in hun woning voor een bedrag van € 16.000,00.
2.2.
[eisers] heeft na plaatsing van de kozijnen gebreken geconstateerd en Rori daarop aangesproken. [eisers] heeft Rori de gelegenheid de geconstateerde gebreken te herstellen. Rori heeft van de geboden gelegenheid gebruik gemaakt.
2.3.
[eisers] heeft vervolgens het Bureau voor Bouwpathologie ingeschakeld. [deskundige 1] heeft op 17 juni 2016, in aanwezigheid van Rori, een onderzoek verricht naar de gebreken en heeft daaromtrent op 28 juni 2016 gerapporteerd. De herstelkosten worden door [deskundige 1] beraamd op een bedrag van € 5.500,00.
2.4.
[eisers] heeft Rori bij brief van 14 juli 2016 aansprakelijk gesteld voor de schade die [eisers] lijdt en heeft Rori verzocht de gebreken overeenkomstig het rapport van het Bureau voor Bouwpathologie te herstellen. Als alternatief heeft [eisers] aan Rori voorgesteld om de in het rapport van [deskundige 1] genoemde herstelkosten ad € 5.500,00 aan [eisers] te voldoen.
2.5.
Bij brief van 2 augustus 2016 heeft [eisers] Rori andermaal de mogelijkheid geboden om dan wel de gebreken te herstellen of tot betaling van eerdergenoemd bedrag van € 5.500,00 over te gaan. Rori heeft op de brief van 14 juli 2016 noch op de brief van
2 augustus 2016 gereageerd.
2.6.
Rori heeft [deskundige 2] van ZNEB Expertisebureau gevraagd het rapport van ing. [deskundige 1] te beoordelen. [deskundige 2] komt op basis van lezing van het rapport op een schadebedrag uit van € 2.674,71.
2.7.
[eisers] heeft op de totaalsom van € 16.000,00 een bedrag van € 7.000,00 in mindering betaald.

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
[eisers] vordert – samengevat – in conventie:
  • hoofdelijke veroordeling van Rori tot betaling van € 5.500,00 ter zake herstelkosten van de gebreken aan de kunststof kozijnen, vermeerderd met rente,
  • hoofdelijke veroordeling van Rori tot betaling van een bedrag van € 650,00 ter zake buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met rente,
  • hoofdelijke veroordeling van Rori tot betaling van een bedrag van € 665,00 ter zake de kosten van het Bureau voor Bouwpathologie, vermeerderd met rente,
  • ontbinding van de tussen partijen gesloten overeenkomst voor zover het betreft de levering en plaatsing van dakkapellen,
  • hoofdelijke veroordeling van Rori in de kosten van deze procedure, met inbegrip van de nakosten.
3.2.
[eisers] voert daarnaast verweer tegen de vordering in reconventie.
3.3.
Rori vordert – samengevat – in reconventie:
primair:
- veroordeling van [eisers] tot betaling van een bedrag van € 6.607,70, eventueel verminderd met het door [deskundige 2] vastgestelde schadebedrag van € 2.674,71,
subsidiair:
- veroordeling van [eisers] tot nakoming van de overeenkomst, inhoudende dat [eisers] een bedrag van € 4.200,00 aan Rori dient te voldoen, eventueel verminderd met het door [deskundige 2] vastgestelde schadebedrag van € 2.674,71.
3.4.
Rori voert verweer tegen de vordering in conventie.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

4.1.
De kantonrechter komt – gezien de processtukken en gehoord partijen ter zitting van 29 maart 2017 – tot de navolgende overwegingen.
4.2.
Partijen houdt onder meer verdeeld de vraag of aan [eisers] de toezegging is gedaan dat de kozijnen en dakkapellen onder KOMO-keurmerk zouden worden geplaatst. [eisers] stelt in dat verband dat door de vertegenwoordiger van Rori nadrukkelijk de toezegging is gedaan dat de montage KOMO gecertificeerd zou plaatsvinden. Ook de betreffende brochure vermeldt expliciet de Komo-certificering.
4.3.
Zijdens Rori is een en ander betwist. De brochure vermeldt ten onrechte het KOMO-keurmerk. De brochure is door de leverancier aangeleverd en Rori heeft in de inhoud daarvan niet de hand gehad. De betreffende vertegenwoordiger is niet meer bij Rori werkzaam.
4.4.
De kantonrechter is van oordeel dat [eisers] er in alle redelijkheid op mocht vertrouwen dat de montage KOMO-gecertificeerd zou plaatsvinden. [eisers] is op goede gronden uitgegaan van de informatie zoals die in de brochure is opgenomen. Het feit dat die brochure kennelijk onjuiste informatie bevatte, dient geheel voor rekening van Rori te komen. De kantonrechter stelt dan ook vast dat de montage niet onder de toegezegde en afgesproken KOMO-certificering heeft plaatsgevonden. Dat leidt tot de gevolgtrekking dat Rori toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de tussen partijen bestaande afspraak.
4.5.
Het rapport van Bureau voor Bouwpathologie van 28 juni 2016 (productie 4 bij dagvaarding) bevestigt dat de montage niet onder Komo-keur heeft plaatsgevonden. Tevens concludeert rapporteur [deskundige 1] , dat de werkzaamheden onnauwkeurig zijn uitgevoerd en dat een en ander tot schade heeft geleid. [deskundige 1] beraamt de schade op een bedrag van € 5.500,00.
4.6.
Rori betwist de inhoud van de door [deskundige 1] opgestelde rapportage als zodanig niet. Rori heeft enkel ter zitting verklaard dat zij niet in de gelegenheid is geweest aan- en opmerkingen op de rapportage te maken. Wel plaatst Rori vraagteklens bij de door [deskundige 1] opgestelde schadeberekening althans de hoogte daarvan. Rori heeft vervolgens deze schadeberekening laten toetsen door ZNEB Expertise en Taxatie BV (hierna: ZNEB).
4.7.
ZNEB heeft geen eigen onderzoek uitgevoerd, maar heeft enkel aan de hand van het rapport van Bureau voor Bouwpathologie een nieuwe schadeberekening gemaakt.
ZNEB komt tot een schadebedrag van € 2.674,71.
4.8.
De kantonrechter stelt vast dat partijen ten aanzien van de hoogte van de schade behoorlijk ver uit elkaar liggen. De kantonrechter acht het dan ook voor een juiste beoordeling van de zaak noodzakelijk dat een derde onafhankelijke deskundige de schade beoordeelt. De kantonrechter zal partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten omtrent de persoon van de te benoemen deskundige.
4.9.
Voorts is tussen partijen in debat hoe het totaalbedrag van € 16.000,00 moet worden verdeeld. Met andere woorden, welk bedrag moet aan de kozijnen worden toegekend en welk bedrag aan de dakkapellen.
4.10.
Rori heeft in haar conclusie van antwoord een duidelijke specificatie gegeven van het bedrag dat voor de dakkapellen is berekend. Rori komt uit op een totale breedte van de dakkapellen van 6840 mm tegen een verkoopprijs van € 1.000,00 per meter. Dat betekent dat de totale verkoopprijs voor de dakkapellen € 6.840,00 bedraagt. Volgens de berekening van Rori resteert derhalve voor de kozijnen een bedrag van € 9.160,00
(€ 16.000,00 - € 6.840,00). Een dergelijke specificatie is niet eerder gegeven, nu de offerte enkel het totaalbedrag van € 16.000,00 vermeldt.
4.11.
[eisers] heeft deze bij antwoord gegeven berekening in haar nader genomen conclusies het geheel niet betwist. Eerst ter zitting stelt [eisers] zich op het standpunt dat met de vertegenwoordiger van Rori een prijs voor de kozijnen van € 7.000,00 is afgesproken. De vertegenwoordiger heeft daarvan een aantekening gemaakt op de brochure. Daar staat handgeschreven:
“2x dakkapel € 9075,- en kozijnen € 7090,-“.Beide bedragen zijn nadien afgerond tot € 9.000,00 en € 7.000,00. [eisers] heeft vervolgens het bedrag van € 7.000,00 betaald.
4.12.
Gelet op de stelligheid waarmee [eisers] ter zitting heeft volhardt in de door hem gestelde met de vertegenwoordiger gemaakte en door [eisers] geaccordeerde prijsafspraak – € 7.000,00 voor de kozijnen en € 9.000,00 voor de dakkapellen – en mede gelet op het door [eisers] gedane bewijsaanbod, zal de kantonrechter [eisers] in de gelegenheid stellen bewijs bij te brengen van de door hem gestelde prijsafspraak.
4.13.
In afwachting van het vorenstaande zal iedere verdere beslissing worden aangehouden.

5.De beslissing in conventie en in reconventie

De kantonrechter
5.1.
stelt partijen in de gelegenheid zich bij nadere akte uit te laten omtrent de persoon van een te benoemen deskundige, die zich zal buigen over de vraag welk bedrag met de herstelkosten van de gebreken aan de kunststof kozijnen gemoeid is,
5.2.
verwijst de zaak daarvoor naar de civiele rolzitting van 14 juni 2017 voor akte uitlating partijen,
5.3.
laat [eisers] toe bewijs te leveren van feiten en omstandigheden waaruit valt af te leiden dat:
met de vertegenwoordiger van Rori de prijsafspraak is gemaakt dat de kunststof kozijnen zouden worden geplaatst voor een afgerond bedrag van € 7.000,00 en dat de vertegenwoordiger van Rori deze afspraak heeft bevestigd door daarvan aantekening te maken op de brochure die aan [eisers] ter hand is gesteld,
5.4.
bepaalt - voor het geval dat [eisers] getuigen wil doen horen - dat de getuigenverhoren zullen worden gehouden door mr. J.W. Rijksen in het gerechtsgebouw te Roermond aan de Willem II singel 67 op een nader te bepalen dag en uur,
5.5.
bepaalt dat partijen bij de getuigenverhoren in persoon aanwezig moeten zijn,
5.6.
verwijst de zaak naar de rolzitting van 14 juni 2017 voor opgave van de namen, voornamen, leeftijd, beroep en woon- of verblijfplaats van de te horen getuigen en voor opgave van de verhinderdata van beide partijen, hun gemachtigden en de getuigen en voor het geval [eisers] op andere wijze dan middels het horen van getuigen (eventueel ook) bewijs wenst te leveren (tevens) voor uitlating [eisers] cq. overlegging stukken door [eisers] . Wellicht ten overvloede wijst de kantonrechter er op dat de partij die de getuige(n) wenst te doen horen, zelf voor de aanwezigheid van deze getuige(n) dient zorg te dragen,
5.7.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Rijksen en in het openbaar uitgesproken.
type: ph
coll: