ECLI:NL:RBLIM:2017:4154

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 april 2017
Publicatiedatum
9 mei 2017
Zaaknummer
5512008 \ CV EXPL 16-10894
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige daad en causaal verband bij schadevergoeding voor bekrassen van auto

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg op 26 april 2017, hebben eisers, die eigenaar waren van een Mercedes-Benz A200, gedaagde aansprakelijk gesteld voor schade die is ontstaan door het bekrassen van hun auto. De eisers hebben camerabeelden overgelegd waaruit blijkt dat gedaagde op 7 maart 2015 de schade heeft veroorzaakt. Gedaagde heeft de schade erkend, maar heeft de hoogte van de schade betwist en slechts een bedrag van € 100,00 aangeboden als schadevergoeding. De eisers vorderden in totaal € 1.966,96 aan schadevergoeding, bestaande uit kosten voor de aanschaf van een camera, reparatiekosten en buitengerechtelijke incassokosten.

De kantonrechter heeft de vordering van eisers beoordeeld aan de hand van de relevante artikelen uit het Burgerlijk Wetboek, met name artikel 6:162 BW over onrechtmatige daad. De rechter oordeelde dat er geen causaal verband was tussen de schade en het handelen van gedaagde voor een deel van de vordering, met name de kosten voor de camera. De rechter volgde het verweer van gedaagde dat de camera al was aangeschaft voordat de schade was veroorzaakt, waardoor deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking kwamen.

Wat betreft de reparatiekosten oordeelde de kantonrechter dat eisers niet voldoende hadden onderbouwd dat de schade de verkoopwaarde van de auto negatief had beïnvloed. De rechter wees ook de vordering voor buitengerechtelijke incassokosten af, omdat deze kosten niet als redelijk konden worden beschouwd. Uiteindelijk wees de kantonrechter de vordering van eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten van gedaagde, die op € 300,00 werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 5512008 \ CV EXPL 16-10894
Vonnis van de kantonrechter van 26 april 2017
in de zaak van:

1.[eiser 1] ,wonend [adres eisres] ,[woonplaats eisers] ,

2.
[eiser 2],
wonend [adres eisres] ,
[woonplaats eisers] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. R.J. Ruiter,
tegen:
[gedaagde],
wonend [adres gedaagde] ,
[woonplaats gedaagde] ,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. M.J. Bisscheroux.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de conclusie van antwoord;
  • de conclusie van repliek;
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Eisers waren van 24 oktober 2013 tot 5 februari 2016 eigenaar van een personenauto van het merk Mercedes-Benz, type A200, met kenteken [kenteken auto] (verder: de auto). Eisers woonden tot september 2016 aan het adres [voormalig adres eisers] . Eisers parkeerden hun auto in een parkeervak voor hun woning.
2.2.
Omdat de auto door een onbekend persoon werd bekrast, hebben eisers in maart 2015 in hun woning een camera geplaatst, gericht op hun auto.
2.3.
Op camerabeelden is vastgelegd dat gedaagde op zaterdag 7 maart 2015 een kras heeft gemaakt op de auto. Gedaagde heeft de vernieling bekend bij de politie en is op 18 mei 2015 in dat kader strafrechtelijk veroordeeld.
2.4.
Eisers hebben gedaagde bij brief van 17 december 2015 aansprakelijk gesteld voor de door hen geleden schade als gevolg van het bekrassen van de auto. Gedaagde heeft de gestelde schade van de hand gewezen. In plaats daarvan heeft gedaagde aangeboden een bedrag van € 100,00 aan eisers te voldoen.

3.Het geschil

3.1.
Eisers vorderen – samengevat – veroordeling van gedaagde tot betaling van € 1.966,96, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Gedaagde voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Eisers baseren hun vordering op een door gedaagde gepleegde onrechtmatige daad, het bekrassen van hun auto. Gedaagde betwist niet onrechtmatig te hebben gehandeld, zodat dit vast staat. Op grond van artikel 6:162 BW, lid 1, BW moet gedaagde de schade die het gevolg is van zijn onrechtmatige handelen, het bekrassen van de auto, vergoeden aan eisers.
4.2.
Eisers vorderen de volgende schadeposten:
  • een bedrag van € 700,00 voor de aanschaf van de camera;
  • een bedrag van € 752,96 aan reparatiekosten;
  • een bedrag van € 514,00 aan buitengerechtelijke incassokosten.
Ad. kosten aanschaf camera
4.3.
Eisers baseren dit deel van de vordering op artikel 6:96, lid 1, sub b BW, (redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid).
Gedaagde voert het verweer dat hij nooit eerder dan op 7 maart 2015 een kras op de auto van eisers heeft gemaakt, dat eisers de camera daarvóór al hadden gekocht en dat deze schade daarom niet aan gedaagde kan worden toegerekend.
4.4.
De kantonrechter begrijpt het verweer van gedaagde aldus- dat de schade niet het gevolg kan zijn van het onrechtmatige handelen van gedaagde, met andere woorden: dat causaal verband ontbreekt. De kantonrechter volgt dit verweer. Niet is komen vast te staan dat gedaagde eerder dan op 7 maart 2015 krassen op de auto heeft gemaakt, zodat de kosten die eisers hebben gemaakt voor de aanschaf van de camera niet is aan te merken als schade die het gevolg is van onrechtmatig handelen van gedaagde. De uitspraak van de Hoge Raad waarnaar eisers onder punt 2 van hun conclusie van repliek verwijzen, is hier niet van toepassing, omdat het in de betreffende zaak ging over het vaststellen van de omvang van de schade, terwijl vast stond dat de nog vast te stellen schade het gevolg was van het onrechtmatige handelen.
Gelet op het voorgaande moet dit deel van de vordering worden afgewezen.
Ad. reparatiekosten
4.5.
Eisers baseren dit deel van de schade op een door hen opgevraagde offerte. Gedaagde stelt bij conclusie van antwoord dat eisers de auto niet hebben laten repareren, zodat gedaagde geen schade hoeft te vergoeden. Naar aanleiding van dit verweer stellen eisers bij conclusie van repliek dat de auto is verkocht voordat herstel heeft plaatsgevonden. Volgens eisers doet dit niets af aan de schade, omdat deze ook abstract berekent mag worden.
De kantonrechter overweegt als volgt. Het is juist dat de schade abstract berekend mag worden. Dit neemt echter niet weg dat het er in het schadevergoedingsrecht om gaat dat de benadeelde zoveel mogelijk wordt gebracht in de vermogensrechtelijke positie waarin hij zich bevond voordat de schadeveroorzakende gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Gelet op dit uitgangspunt hadden eisers onderbouwd dienen te stellen dat zij de auto voor een lagere prijs hebben verkocht dan wanneer zij de auto zonder de gestelde schade hadden kunnen verkopen. Nu zij dit niet hebben gedaan, kan niet worden vastgesteld of en in hoeverre de schade de verkoopwaarde van de auto in negatieve zin heeft beïnvloed. Dit deel van de vordering moet dan ook eveneens worden afgewezen.
Ad. buitengerechtelijke incassokosten
4.6.
Nu de overige schadeposten worden afgewezen, dient deze post eveneens te worden afgewezen, omdat deze kosten niet geacht moeten worden in redelijkheid te zijn gemaakt.
4.4.
Eisers zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Deze worden aan de zijd van gedaagde tot aan deze uitspraak begroot op een bedrag van € 300,00 aan gemachtigdensalaris.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst het gevorderde af;
5.2.
veroordeelt eisers in de proceskosten aan de zijde van gedaagde gevallen en tot op heden begroot op € 300,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: EB
coll: