In deze zaak heeft de kantonrechter op 10 mei 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen Woningstichting Heemwonen en twee huurders. De verhuurder vorderde de verklaring voor recht dat de huurovereenkomst met de huurders is vernietigd op grond van dwaling. De verhuurder stelde dat de huurders hadden verzwegen dat hun eerdere huurovereenkomst met een andere woningcorporatie was ontbonden wegens overlast aan omwonenden. De huurders betwisten dat zij de verplichting hadden om deze informatie te delen en stellen dat zij zelf overlast ondervinden van omwonenden.
De kantonrechter oordeelde dat de verhuurder recht had op de verklaring voor recht dat de huurovereenkomst is vernietigd, omdat de huurders niet hebben voldaan aan hun mededelingsplicht. De huurders hadden moeten begrijpen dat het feit dat hun eerdere huurovereenkomst was ontbonden van belang was voor de verhuurder bij de beslissing om hen een nieuwe huurovereenkomst aan te bieden. De kantonrechter oordeelde verder dat de huurders de woning binnen drie maanden na betekening van het vonnis moesten ontruimen en dat zij de proceskosten van de verhuurder moesten vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van transparantie en eerlijkheid in de communicatie tussen verhuurders en huurders, vooral wanneer het gaat om eerdere huurovereenkomsten en het gedrag van huurders.