In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 3 mei 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Tele2 Nederland B.V. en een gedaagde partij. De eiser, Tele2 Nederland B.V., heeft de overeenkomst met de gedaagde partij buitengerechtelijk ontbonden wegens wanprestatie en vordert betaling van achterstallige termijnen tot een totaalbedrag van € 382,72. De gedaagde partij stelt dat hij de overeenkomst heeft opgezegd, maar kan dit niet aantonen. De kantonrechter gaat daarom voorbij aan dit verweer. Daarnaast wordt het beroep van de gedaagde op de Wet van Dam verworpen, omdat deze wet op het moment van verlenging van de overeenkomst nog niet in werking was getreden. De kantonrechter oordeelt dat de vordering van de eiser integraal wordt toegewezen, omdat de gedaagde partij niet heeft aangetoond dat de overeenkomst rechtsgeldig is beëindigd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde partij gehouden is de factuurbedragen tot aan de beëindiging van de overeenkomst te voldoen, en dat de verjaringstermijn niet is verstreken. De gedaagde partij wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eiser zijn begroot op € 319,83. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.