Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek
- de akte van Dexia tevens akte wijziging van eis
- de akte uitlating van [gedaagde partij]
- de antwoord akte van Dexia
- de brief van de griffier van de rechtbank Limburg, locatie Maastricht van 5 oktober 2016 inhoudende dat de zaak op grond van het zaakverdelingsreglement wordt overgedragen aan de locatie Roermond
- de akte uitlating van [gedaagde partij]
- de antwoordakte van Dexia.
2.De feiten
- te kwalificeren als huurkoopovereenkomst - tot stand gekomen met contractnummer 20011371 onder de benaming Capital Effect.
3.Het geschil
4.De beoordeling
4 september 2006 (productie 31 bij dupliek) waar [gedaagde partij] uitdrukkelijk een beroep op doet, reeds kan worden aangemerkt als een stuitingshandeling. Het betreft immers een brief met een individueel karakter waarin een beroep wordt gedaan - onder meer - op de vergunningsplicht ingevolge de Wet op het Consumentenkrediet, onrechtmatige daad en dwaling onder het voorbehoud (om) nog andere gronden aan te voeren. De omvang van de vordering van [gedaagde partij] (terugbetaling van alle door hem aan Dexia betaalde bedragen en het verwijderen van de BKR-registratie) blijkt eveneens uit bedoelde brief. De brief van 24 januari 2012 (niet 25 januari 2012) kan in dat verband worden bezien als een nieuwe stuitingshandeling op dezelfde gronden. Het beroep van Dexia op verjaring van het vorderingsrecht van [gedaagde partij] wordt daarom verworpen.
2 september 2016 ter afsluiting het navolgende heeft overwogen: