Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verdere procesverloop
- het tussenvonnis van 14 december 2016
- de akte van [eisende partij] van 1 februari 2017
- de antwoordakte van Gemeente Bergen van 29 maart 2017
Rechtbank Limburg
In deze zaak gaat het om een valpartij van de eiseres op de trappen van het gemeentehuis van de Gemeente Bergen, waar op dat moment bestratingswerkzaamheden plaatsvonden. De eiseres heeft als gevolg van de val schade geleden en vordert een voorschot van € 10.000,00. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 14 december 2016 geoordeeld dat beide partijen in gelijke mate schuld hebben aan het voorval. In het vonnis van 26 april 2017 heeft de kantonrechter de vordering van de eiseres beoordeeld. De kantonrechter oordeelt dat de eiseres onvoldoende heeft onderbouwd waarom de gevorderde aanpassingen aan haar woning noodzakelijk zijn. De kantonrechter wijst een voorschot toe van € 4.244,00, wat lager is dan het gevorderde bedrag, en compenseert de proceskosten tussen partijen. De kantonrechter adviseert partijen om in onderling overleg te bekijken of de eiseres gebruik kan maken van wettelijke regelingen zoals de Wmo. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders gevorderde is afgewezen.