In deze zaak vordert de besloten vennootschap DEBELMA HOLDING B.V. (eisende partij) betaling van huurachterstand van de gedaagde partij, die een gedeelte van een bedrijfsruimte huurde. De huurovereenkomst ging in op 1 mei 2013 en eindigde op 30 november 2016. De gedaagde partij heeft de huurpenningen over de maanden mei tot en met november 2016 niet betaald. DEBELMA HOLDING B.V. vordert een totaalbedrag van € 20.783,57, vermeerderd met rente en kosten. De gedaagde partij erkent de huurachterstand, maar beroept zich op verrekening met een factuur van € 14.278,00 die DEBELMA HOLDING B.V. onbetaald heeft gelaten voor domicilieverlening. De kantonrechter oordeelt dat DEBELMA HOLDING B.V. ontvankelijk is in haar vordering, maar wijst het verrekeningsverweer van de gedaagde partij af, omdat de vordering niet eenvoudig vast te stellen is. De kantonrechter kent de vordering van DEBELMA HOLDING B.V. toe, inclusief een boete voor te late betaling en buitengerechtelijke kosten. De stichting STICHTING CONTEX A, die ook als partij was betrokken, wordt niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, omdat zij geen vorderingsrecht heeft op basis van de huurovereenkomst. De gedaagde partij wordt veroordeeld tot betaling van € 18.083,70, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten.