ECLI:NL:RBLIM:2017:3713

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
26 april 2017
Publicatiedatum
21 april 2017
Zaaknummer
5566411 \ CV EXPL 16-11572
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake betaling van onbetaalde facturen en de geldigheid van een dienstverleningsovereenkomst met stilzwijgende verlenging

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 26 april 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap SECURITY MONITORING CENTRE B.V. (hierna: SMC) en [X] B.V. over de betaling van onbetaalde facturen. De partijen hebben op 25 juli 2014 een dienstverleningsovereenkomst gesloten voor de duur van één jaar, ingaande op 22 augustus 2014. SMC vorderde betaling van een bedrag van € 1.130,21, vermeerderd met rente en kosten, omdat [X] B.V. verschillende facturen onbetaald had gelaten. [X] B.V. voerde verweer en stelde dat de overeenkomst geen stilzwijgende verlenging of opzegtermijn bevatte, en dat zij de overeenkomst niet goed had doorgelezen bij ondertekening.

De kantonrechter oordeelde dat de overeenkomst wel degelijk een stilzwijgende verlenging bevatte, en dat [X] B.V. aan de voorwaarden van de overeenkomst gebonden was. De rechter wees de vordering van SMC toe, inclusief de wettelijke handelsrente en de vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Tevens werd [X] B.V. veroordeeld in de proceskosten, die op € 753,54 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 5566411 \ CV EXPL 16-11572
Vonnis van de kantonrechter van 26 april 2017
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid SECURITY MONITORING CENTRE B.V.,
gevestigd te Tiel,
eisende partij,
verder te noemen SMC,
gemachtigde LAVG Groningen,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [X] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats X] ,
gedaagde partij,
verder te noemen [X] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de conclusie van antwoord;
  • de conclusie van repliek;
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben op 25 juli 2014 een dienstverleningsovereenkomst zakelijk gesloten. De overeenkomst is aangegaan voor 1 jaar en is ingegaan op 22 augustus 2014.
2.2.
[X] heeft de volgende facturen onbetaald gelaten:
Factuurnummer datum bedrag
2015051473 03-08-2015 290,40
2015051474 03-08-2015 554,85
2015051988 18-08-2015 507,15-/-
2015105569 01-12-2015 376,01
2015105570 01-12-2015 185,86
3. Het geschil
3.1.
SMC vordert – samengevat – veroordeling van [X] tot betaling van € 1.130,21, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Aan haar vordering legt SMC ten grondslag de door [X] onbetaald gelaten facturen. Partijen hebben een dienstverleningsovereenkomst gesloten uit hoofde waarvan [X] abonnementsgelden is verschuldigd. [X] heeft de overeenkomst niet (tijdig) opgezegd. De e-mail van 18 oktober 2015 heeft SMC aangemerkt als een opzegging, waarna de overeenkomst met inachtneming van de opzegtermijn is beëindigd per 22 augustus 2016.
3.3.
[X] voert verweer en stelt zich op het standpunt dat de overeenkomst is aangegaan voor een jaar, zonder stilzwijgende verlenging of opzegtermijn. Bij ondertekening van de overeenkomst heeft [X] de overeenkomst niet goed doorgelezen.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen houdt verdeeld de vraag of zij een overeenkomst voor de duur van een jaar of voor de duur van een jaar met stilzwijgende verlenging van telkens een jaar en een opzegtermijn van drie maanden zijn overeengekomen. Naar het oordeel van de kantonrechter is sprake van dit laatste. Zij overweegt daartoe als volgt.
4.2.
In de overeenkomst is (onder andere) bepaald:
“De overeenkomst wordt aangegaan voor een periode van één jaar. Na het verstrijken van deze periode wordt de overeenkomst geacht stilzwijgend te zijn voortgezet voor de periode van één jaar, tenzij u deze overeenkomst uiterlijk drie maanden voor het aflopen van de periode schriftelijk opzegt.”
Deze bepaling laat aan duidelijkheid niets te wensen over. [X] heeft de overeenkomst ondertekend en is dan ook aan het overeengekomene gebonden. Dat partijen een contract voor één jaar, zonder stilzwijgende verlenging en opzegtermijn zouden zijn overeengekomen blijkt nergens uit. De blote stelling van [X] dat dit wel zo zou zijn is onvoldoende om hetgeen schriftelijk is overeengekomen te weerleggen. Dat [X] de overeenkomst niet goed heeft doorgelezen alvorens deze voor akkoord te ondertekenen, is een omstandigheid die voor zijn eigen rekening en risico komt.
4.3.
De hoogte van de door SMC gevorderde facturen is door [X] niet betwist. De gevorderde som van € 899,97 zal aan SMC worden toegewezen, evenals de gevorderde wettelijke handelsrente.
4.4.
SMC maakt verder aanspraak op vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten.
De kantonrechter stelt vast dat SMC voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De gevorderde vergoeding is in overeenstemming met het bepaalde in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en kan worden toegewezen.
4.5.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig [X] toe te laten tot nadere bewijslevering.
4.6.
[X] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van SMC worden begroot op:
  • dagvaarding € 82,54
  • griffierecht 471,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 753,54
4.7.
De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen overeenkomstig de richtlijnen van het LOVCK en worden begroot op een half salarispunt conform het liquidatietarief proceskosten met een maximum van € 100,00 aan nakosten salaris.
4.8.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [X] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan SMC te betalen een bedrag van € 1.130,21, vermeerderd met de wettelijke handelsrente over € 899,97 vanaf 3 november 2016 tot aan de voldoening,
5.2.
veroordeelt [X] in de proceskosten aan de zijde van SMC gevallen en tot op heden begroot op € 753,54,
5.3.
veroordeelt [X] onder de voorwaarde dat deze niet binnen 2 weken na aanschrijving door SMC volledig aan dit vonnis voldoet, in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- € 50,00 aan salaris gemachtigde,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met de explootkosten van betekening van het vonnis,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Schreurs-van de Langemheen en in het openbaar uitgesproken.
type: ksf
coll: