In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, heeft een werkneemster, aangeduid als [eiseres], een kort geding aangespannen tegen haar (vermeende) nieuwe werkgever, Hectas Beheermaatschappij B.V., na de overname van het JFC-project door Hectas. De werkneemster was sinds 4 november 2013 in dienst bij Care Dienstengroep B.V. en was arbeidsongeschikt geraakt door hernia. Na een periode van ziekte en re-integratie, waarbij zij lichte werkzaamheden verrichtte, werd het JFC-project op 1 januari 2017 overgenomen door Hectas. De werkneemster stelde dat Hectas op grond van artikel 7:663 BW de rechten en verplichtingen uit haar arbeidsovereenkomst met Care had overgenomen, omdat er sprake was van een overgang van onderneming. Hectas betwistte dit en voerde aan dat niet alle werknemers van Care waren overgenomen.
De kantonrechter oordeelde dat de werkneemster ten tijde van de overgang van onderneming niet meer werkzaam was bij het JFC-project, omdat zij blijvend ongeschikt was voor haar functie. Hierdoor was de band met het project duurzaam verbroken, wat betekende dat de rechten en verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst niet automatisch waren overgegaan op Hectas. De vorderingen van de werkneemster werden afgewezen, en zij werd veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan Hectas. De uitspraak benadrukt de noodzaak om de werkrelatie en de omstandigheden van de werknemer bij een overgang van onderneming zorgvuldig te beoordelen.