ECLI:NL:RBLIM:2017:3513

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
19 april 2017
Publicatiedatum
18 april 2017
Zaaknummer
4842392 cv 16-2097
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid na aanrijding tussen lijnbus en bestelbusje op verkeerslichtgereguleerde kruising

In deze zaak gaat het om een aanrijding die plaatsvond op 25 oktober 2012 op een verkeerslichtgereguleerde kruising in de gemeente Leudal. De aanrijding vond plaats tussen een lijnbus, bestuurd door een vrouwelijke chauffeur, en een Volkswagen Transporter, bestuurd door eiser 1. De lijnbus was gestopt bij een bushalte en reed vervolgens de kruising op, terwijl de Volkswagen Transporter met groen licht de kruising opreed. Eiser 1 en eiser 2, de eigenaren van de Volkswagen Transporter, vorderen schadevergoeding van de verzekeraars van de lijnbus, Nationale Nederlanden en Veolia, op grond van hoofdelijkheid voor de geleden schade.

De eisende partij stelt dat de buschauffeur de kruising is opgereden terwijl dit niet was toegestaan, en dat zij daarom aansprakelijk zijn voor de schade. De gedaagde partij betwist deze aansprakelijkheid en stelt dat er geen sprake is van schending van verkeersregels. De kantonrechter heeft de verklaringen van getuigen in overweging genomen en vastgesteld dat eiser 1 groen licht had toen hij de kruising opreed, terwijl de buschauffeur met rood licht de kruising opreed. De kantonrechter oordeelt dat de buschauffeur als veroorzaker van de aanrijding moet worden aangemerkt.

De kantonrechter heeft de gedaagde partij hoofdelijk aansprakelijk verklaard voor de schade en de vorderingen van eiser 1 en eiser 2 toegewezen. Eiser 1 ontvangt een schadevergoeding van € 1.000,00 voor immateriële schade, terwijl eiser 2 een bedrag van € 8.347,94 ontvangt, vermeerderd met rente. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten van de eisende partij, die zijn begroot op € 1.226,95. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 4842392 \ CV EXPL 16-2097
Vonnis van de kantonrechter van 19 april 2017
in de zaak van:

1.[eiser 1] ,wonend [adres eisers] ,[woonplaats eisers] ,

2.
[eiser 2],
wonend [adres eisers] ,
[woonplaats eisers] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. H.J.W. Weekers,
tegen:
1.
de naamloze vennootschap NATIONALE NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
2.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VEOLIA TRANSPORT NEDERLAND HOLDING B.V.,
gevestigd te Breda,
gedaagde partij,
gemachtigde mr. C.W. Gijsbers.
Partijen worden hierna ook [eiser 1] , [eiser 2] , Nationale Nederlanden en Veolia genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord tevens incidentele conclusie tot onbevoegdheid
  • het antwoord in het incident tot onbevoegdheid
  • het tussenvonnis in het incident tot onbevoegdheid
  • de akte uitlating van eisende partij
  • de antwoordakte van gedaagde partij
  • het vonnis in het incident tot onbevoegdheid
  • de conclusie van repliek tevens akte wijziging van eis
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
In de ochtend van 25 oktober 2012 heeft in de gemeente Leudal op de Napoleonsweg ter hoogte van Ittervoort op een kruising een aanrijding plaats gevonden. De aanrijding vond plaats tussen een door mevrouw [bestuurster lijnbus] bestuurde lijnbus met kenteken [kenteken lijnbus] , eigendom van Veolia en een Volkswagen Transporter met Belgisch kenteken [kenteken volkswagen transporter] , eigendom van [eiser 2] . De Volkswagen Transporter werd bestuurd door [eiser 1] . De lijnbus was bij de bushalte “Ittervoort Kerk” (zone 6840), die voor de kruising ligt gestopt om passagiers in te laten stappen en reed op de busbaan komende vanuit Ittervoort de kruising op in de richting van Thorn. De kruising van wegen werd voor alle richtingen gereguleerd met verkeerslichten. Deze kruising van wegen is voor de lijnbussen met een speciaal zogenaamd buslicht uitgevoerd. De Napoleonsweg waarop [eiser 1] reed is een voorrangsweg. [eiser 1] kwam vanuit de richting Kessenich (België) en reed in de richting van Roermond. De lijnbus kwam uit de richting Ittervoort om de Napoleonsweg over te steken in de richting van Thorn.

3.Het geschil

3.1.
Eisende partij vordert – na wijziging van eis samengevat – te verklaren voor recht dat Nationale Nederlanden en Veolia hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die [eiser 1] en [eiser 2] hebben geleden en lijden door het verkeersongeval van 25 oktober 2012 met hoofdelijke veroordeling van Nationale Nederlanden en Veolia tot betaling aan [eiser 2] van een bedrag van € 8.347,94, vermeerderd met rente, aan [eiser 1] een bedrag van € 3.000,00 en aan eisende partij een bedrag van € 792,00, alsmede veroordeling in de proceskosten.
3.2.
Gedaagde partij voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Eisende partij stelt zich op het standpunt dat uit het voorlopig getuigenverhoor, dat voor deze procedure is gehouden, blijkt dat [eiser 1] groen licht had en de buschauffeur [bestuurster lijnbus] de kruising is opgereden terwijl haar dat niet was toegestaan. Eisende partij acht gedaagde partij hoofdelijk aansprakelijk voor de schade als gevolg van de aanrijding en verwijst naar het schaderapport van CED Automotive B.V. wat betreft de schade van [eiser 2] . Ten aanzien van de schade van [eiser 1] is deze bij akte uitlating 13 juli 2016 door [eiser 1] begroot op € 3.000,00 vanwege tijdelijk nek- en knieletsel. [eiser 1] verwijst naar een volgens haar vergelijkbaar geval in de Smartengeldgids 2016 nummer 388 en acht een bedrag van € 3.000,00 in haar geval redelijk.
4.2.
Gedaagde partij betwist dat zij aansprakelijk kan worden gehouden voor de aanrijding. Gedaagde partij is van mening dat primair geen sprake is van schending van artikel 70 RVV, noch van subsidiair schending van artikel 5 WVW, noch meer subsidiair sprake kan zijn van eigen schuld bij gedaagde partij.
4.3.
De kantonrechter stelt vast dat uit de verklaringen van de in het kader van het voorlopig getuigen verhoor gehoorde getuigen blijkt dat [eiser 1] groen licht had toen zij de kruising op reed en de lijnbus de kruising is opgereden toen het buslicht het stoplicht uitstraalde.
De heer [X] verklaart: “Ik reed als chauffeur van een vrachtwagen over de Napoleonsweg, komende vanuit de richting Maaseik en ik wilde bij de stoplichten bij Ittervoort linksaf slaan in de richting van Hunsel. Daar ter plaatse is een afzonderlijke baan met stoplicht voor linksaf. Voor mij reed een Volkswagen Transporter, donkerblauw. Voor het Volkswagen busje reden nog een aantal auto’s en die hadden allemaal groen. Wij reden allemaal 60 km per uur. Ik moest linksaf en moest met mijn vrachtwagen tijdig afremmen. Het vak voor linksaf was leeg en het licht voor linksaf stond op rood. Het Volkswagen busje reed ongeveer 30 meter voor mij en ik zag dat zij groen had. Ik heb de aanrijding met de Veolia bus daadwerkelijk zien gebeuren. De bus kwam met een snelheid van ongeveer 20 â 25 km het kruisingsvlak oprijden, vanaf de linkerkant. Er is daar een bushalte met speciale buslichten en de bus heeft daar altijd rood. De bus moet dan ook vanuit stilstand zijn
weggereden.”
De heer [Y] verklaart: “Op 25 oktober 2012, om ongeveer 08.50 uur, zat ik als passagier in de bus. Ik zat halverwege de bus aan de rechterkant. Ik zag dat de bus opreed. Op het moment dat we het kruisingsvlak aan het oprijden waren schoot er nog een auto voor de bus langs van rechts naar links, komende vanuit België. Dat trok mijn aandacht en ik heb toen ook het VW busje zien aankomen waar de aanrijding mee heeft plaatsgevonden. Het speelde zich allemaal af als een soort vertraagde film. Over de snelheid kan ik zeggen dat deze de
normale snelheid was van het verkeer dat over de Napoleonsweg met groen licht over de
kruising rijdt. Je mag daar 80, dus ik neem ook aan dat dat 80 geweest is. Exact kan ik dat
niet zeggen. De snelheid van de bus zal ongeveer 20 km per uur geweest zijn. We reden weg
vanuit stilstand. Het VW busje raakte de Veolia bus in de rechter zijkant, voor bij de deur. De bus is tot stilstand gekomen tegen een verkeerszuil en volgens mij is dit gekomen door de impact van de aanrijding. De vrouwelijke chauffeur was uit de stoel geslingerd en lag op de grond. Het deurtje van de cabine lag ook op haar of naast haar. Ikzelf heb de deur opengemaakt en alle passagiers zijn naar buiten gegaan. Ik heb vervolgens 112 gebeld. De chauffeuse is vervolgens ook de bus uitgekomen en heeft nog een tijdje op het treetje bij de deur gezeten. De chauffeuse van het VW busje kwam meteen naar ons toe en zei dat ze groen had. Over de stoplichten kan ik zeggen dat ik mij al een tijd geërgerd had aan de bus lichten. Dat zijn 4 kleine lichtjes, 2 rode en 2 witte. Deze lichtjes staan in een ruit geplaatst en de horizontale lichtjes zijn rood en de verticale lichtjes zijn wit. De rode lichtjes leken kapot, in die zin dat de rode kapjes stuk waren. Het ging hier dus om de horizontale lichtjes. Als de rode lichtjes aan zijn, zijn de witte uit, en andersom. Toen de bus opreed, vlak voor de aanrijding, brandden de horizontale lichtjes, die normaal gesproken rood zijn.”
De kantonrechter is van oordeel dat de buschauffeur moet worden aangemerkt als de veroorzaker van de aanrijding. Het verweer van gedaagde partij wordt daarom in alle varianten gepasseerd. De gevorderde verklaring voor recht voor wat betreft de geleden schade, evenals de schade aan het voertuig van [eiser 2] en de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten liggen daarmee voor toewijzing gereed. [eiser 1] vordert een bedrag van € 3.000,00 aan immateriële schadevergoeding onder verwijzing naar de Smartengeld gids 2016 nummer 388 en het medisch journaal van de huisarts van [eiser 1] . Gedaagde partij stelt, mocht al sprake zijn van causaal verband, eerder aansluiting gezocht kan worden bij nummer 1 en 384 van de Smarten geld gids 2016. De immateriële schade kan volgens gedaagde partij ten hoogste worden begroot op € 500,00. De kantonrechter is van oordeel dat het causale verband voldoende aannemelijk is gemaakt. Gelet op de gestelde klachten en het overgelegde medische journaal van de huisarts acht de kantonrechter een bedrag van € 1.000,00 aan immateriële schadevergoeding passend en zal dit bedrag toewijzen.
4.4.
Gedaagde partij zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 193,95
  • griffierecht 223,00
  • getuigentaxe 60,00
  • salaris getuigenverhoor 250,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 1.226,95
4.5.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
verklaart voor recht dat Nationale Nederlanden en Veolia hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die [eiser 1] en [eiser 2] hebben geleden door het verkeersongeval van 25 oktober 2012
5.2.
veroordeelt gedaagde partij hoofdelijk des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser 1] te betalen een bedrag van € 1.000,00,
5.3.
veroordeelt gedaagde partij hoofdelijk des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [eiser 2] te betalen een bedrag van € 8.347,94, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 oktober 2012 tot aan de voldoening,
5.4.
veroordeelt gedaagde partij hoofdelijk des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisende partij te betalen een bedrag van € 792,00,
5.5.
veroordeelt gedaagde partij hoofdelijk des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd in de proceskosten aan de zijde van eisende partij gevallen en tot op heden begroot op € 1.226,95, vermeerderd met de wettelijke rente over de proceskosten met ingang van de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Rijksen en in het openbaar uitgesproken.
type: HMUI
coll: