3.2Het oordeel van de rechtbank
De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij gebeld heeft naar de instellingen waar de aangeefsters werkten. Hoewel hij zich niet ieder telefoontje herinneren kan, hebben de telefoontjes het karakter gehad of kunnen hebben dat de aangeefsters beschreven hebben in hun aangiften, aldus de verdachte.
Deze verklaring van de verdachte en de link die de politie na de aangiften heeft weten te leggen tussen de verdachte en de gebruiker van een 06-nummer dat door enkele aangeefsters is genoteerd, leveren voldoende bewijs op dat de verdachte met ongewenste telefoontjes op een stelselmatige manier inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de hierna te noemen aangeefsters. Naar dagelijks spraakgebruik levert dat stalking op, naar juridisch taalgebruik belaging.
In één geval ziet de rechtbank onvoldoende bewijs voor belaging. De rechtbank zal hierna kort weergeven wat in de overige vijf gevallen is verklaard en hoe de politie bij de verdachte is uitgekomen. Daarna zal zij uitleggen waarom zij het gedrag van de verdachte belaging vindt opleveren.
Aangeefster [medewerkster verpleeghuis 1]
Mevrouw [medewerkster verpleeghuis 1] , werkzaam als verzorgende bij verpleeghuis [naam verpleeghuis 1] in [plaats 1] , kreeg in de nachten van 17 juni 2015 op 18 juni 2015 en van 18 juni 2015 op 19 juni 2015 via het nummer (van de afdeling) van haar werk veelvuldig telefoontjes van steeds dezelfde man, afkomstig van een anoniem en ook van een specifiek mobiel nummer.Aangeefster hoorde, ook samen met een collega, de man hijgen. Als zij hem wegduwde, belde hij weer en begon hij weer te hijgen. Af en toe zei hij ook wat, bijvoorbeeld: “Ik wil alleen maar je stem horen” of “Hallo nachtzustertje”. Op een gegeven moment konden zij en haar collega duidelijk horen dat de man aan het masturberen was: ze hoorden een soort kletsend geluid, terwijl de man harder begon te hijgen.
De telefoontjes veroorzaakten bij haar een onveilig gevoel, niet alleen omdat zij en haar collega het nummer van de afdeling in verband met het werk moesten opnemen, maar ook omdat door het gebruik van het woord nachtzustertje zij de indruk had dat de man wist met wie hij sprak.
De link met de verdachte
Het 06-nummer dat aangeefster genoteerd had kon worden getraceerd tot de verdachte. Het nummer werd op bevel van de officier van justitie afgeluisterd: met het nummer werden in de periode van 11 augustus 2015 tot en met 17 augustus 2015 vele zwijg- dan wel hijgtelefoontjes gepleegd. De politie heeft vervolgens kunnen constateren dat de gebruiker van het nummer, die zich ook wel Robin Meijer noemde in de telefoontjes, de verdachte was.
Aangeefster [medewerkster verpleeghuis 2]
Mevrouw [medewerkster verpleeghuis 2] , werkzaam als verpleegkundige bij [naam verpleeghuis 1] Zorgcentrum in [plaats 1] , kreeg tussen 17 juni 2015 en 26 juli 2015 diverse telefoontjes, via het centrale nummer van haar werk, afkomstig van een afgeschermd nummer en van het 06-nummer van de verdachte. Het betrof volgens aangeefster telkens dezelfde man die belde. Ook haar collega’s werden geconfronteerd met de telefoontjes, waarvan een logboek werd bijgehouden. Daarin werd genoteerd dat de man aan het masturberen was of niets zei en bleef hijgen. Op 26 juli 2015 kreeg aangeefster een telefoontje waarin de man meermalen zei: “Ik wil je poesje likken” en waarin hij hijgde.
De telefoontjes veroorzaakten bij haar een onprettig, geïntimideerd en onveilig gevoel, niet alleen omdat zij en haar collega het nummer van de afdeling in verband met het werk moesten opnemen, maar ook omdat de telefoontjes ’s nachts plaatsvonden waardoor zij bang was. Omdat de man ook uitspraken deed zoals “Heb je het rustig”, was zij bang dat hij haar van buitenaf bekeek.
Aangeefster [medewerkster verpleeghuis 3]
Mevrouw [medewerkster verpleeghuis 3] , werkzaam als verpleegkundige in verpleeghuis [naam verpleeghuis 2] te [plaats 2] , kreeg in de nacht van 11 juli 2015 op 12 juli 2015, meerdere telefoontjes via het centrale nummer van haar werk, afkomstig van een afgeschermd nummer. De beller zweeg. Aangeefster, die verplicht was vanwege het werk om de telefoon op te nemen, voelde zich daardoor angstig, gespannen en bedreigd.
De link met de verdachte
In het overzicht van de politie van de telefooncontacten tussen het nummer van het verpleeghuis en het 06-nummer van de verdachte is te zien dat er met dat nummer op de door aangeefster vermelde tijdstippen is gebeld naar het nummer van het verpleeghuis.
Aangeefster [medewerkster verpleeghuis 4]
Mevrouw [medewerkster verpleeghuis 4] , werkzaam als verpleegkundige in verpleeghuis [naam verpleeghuis 2] te [plaats 2] , kreeg via het centrale nummer van haar werk, tijdens een nachtdienst op 21 juni 2015, meerdere telefoontjes. Het was haar bekend dat haar verzorgingshuis geteisterd werd door een anonieme beller/hijger. Het nummer van de beller kon zij niet zien op haar display. Zij hoorde dat de beller vermoedelijk aan het masturberen was. De beller hoorde zij hijgen en een puffend/kreunend geluid maken, dat afwisselend hard en dan weer zacht hoorbaar was. Bij een van de oproepen zei de beller dat hij haar over de gangen van het verzorgingstehuis zag lopen. Zij schrok daar enorm van: men kon gemakkelijk naar binnen kijken, omdat de voorgevel van het verpleeghuis voornamelijk uit glaswerk bestond. Door de oproepen had zij enorme angst. Zij werd die nacht stelselmatig onheus bejegend. Zij moest het dulden, omdat zij vanwege het werk verplicht was om de telefoon op te nemen.
De link met de verdachte
In het overzicht van de politie van de telefooncontacten tussen het nummer van het verpleeghuis en het 06-nummer van de verdachte is te zien dat er met dat nummer op de door aangeefster vermelde tijdstippen is gebeld naar het nummer van het verpleeghuis.
Aangeefster [medewerkster verpleeghuis 5]
Mevrouw [medewerkster verpleeghuis 5] , werkzaam als verpleegkundige in verzorgingstehuis [naam verpleeghuis 2] te [plaats 2] , kreeg tijdens haar avonddienst eind mei 2015, begin juni 2015, zes telefoontjes, via het centrale nummer van haar werk. Het nummer van de beller kon zij niet zien op haar display. De beller was aan het hijgen en deelde haar mede dat zij lekker was. Zij hoorde dat het gehijg onophoudelijk was en snel achter elkaar gebeurde en dat de beller vroeg met hoeveel vrouwen zij op de afdeling was. In drie andere oproepen hoorde zij de beller kreunen en dat de beller bijna tot een orgasme kwam. Zij had de indruk dat hij aan het masturberen was. Op haar maakte de beller geen serieuze indruk, maar zij wilde wel dat de beller werd vervolgd voor stalking.
De link met de verdachte
In het overzicht van de politie van de telefooncontacten tussen het nummer van het verpleeghuis en het 06-nummer van de verdachte is te zien dat er met dat nummer op de door aangeefster vermelde tijdstippen is gebeld naar het nummer van het verpleeghuis.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Uit de verklaringen van de aangeefsters wordt duidelijk dat de verdachte sekstelefoontjes of seksueel getinte telefoontjes pleegde die zij niet wensten. Ook als hij alleen maar zweeg, is duidelijk dat de vrouwen aan de andere kant van de lijn dit beangstigend vonden. De verdachte heeft ter terechtzitting ook verklaard dat hij wel wist ten tijde van het bellen dat deze vrouwen niet van zijn telefoontjes gediend waren. De aangeefsters konden zich bovendien niet onttrekken aan de telefoontjes, omdat zij voor hun werk de telefoon moesten opnemen. De verdachte drong zich dus meermalen met opzet aan hen op en zij konden niet anders dan dat dulden. Het gedrag van de verdachte levert voor de rechtbank dan ook een inbreuk op op hun persoonlijke levenssfeer. Van het oogmerk bij de verdachte om hen ook vrees aan te jagen, zoals ook nog ten laste is gelegd, kan niet gesproken worden. Dat is alleen een bijkomend effect geweest, omdat uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen dat hij slechts menselijk contact zocht (op de verkeerde manier).
De rechtbank vindt de inbreuken op de persoonlijke levenssfeer ook stelselmatig, hoewel het per aangeefster niet om veel telefoontjes gaat en de tijdspannen waarbinnen deze zijn gepleegd betrekkelijk kort waren. In het algemeen valt er namelijk geen minimumgrens aan te geven voor de frequentie en duur van de inbreuken alvorens te kunnen spreken van belaging. Het gaat in deze zaak vooral om de aard van het gedrag van de verdachte in combinatie met het gegeven dat de verdachte alles bij elkaar heel veel telefoontjes pleegde. Dat levert ook een vorm van stelselmatigheid op. Deze aspecten zijn zo vervelend, dat de duur en frequentie van het bellen per afzonderlijk slachtoffer van minder belang worden.
Het zwijgen, hijgen en masturberen door de verdachte heeft immers een indringend en ongewenst karakter, niet alleen vanwege de opdringerige, seksuele aard, maar ook vanwege de tijdstippen in de avond en nacht en de nare spanning die de verdachte op het werk van de vrouwen creëerde. Met het nummer van de verdachte was namelijk in de periode van de aangiften tientallen keren contact met de instellingen.Uit de aangiften blijkt dat ook andere werkneemsters geconfronteerd werden met de vervelende telefoontjes en dat al snel bekend was dat er een hijger actief was. De verdachte creëerde dus op een stelselmatige manier een nare spanning op het werk van de vrouwen, wat van belang is voor de juridische waardering van het bewijs. De rechtbank zal het feit dan ook bewezen verklaren.
Partiele vrijspraak
Ten aanzien van één aangeefster, mevrouw [medewerkster verpleeghuis] , is er geen sprake van belaging. Zij heeft tijdens een avonddienst slechts twee keer de telefoon beantwoord en de overige keren als er gebeld werd, niet zelf opgenomen. De eerste keer dat zij opnam, heeft zij wel een onprettig gevoel gekregen, maar de verdachte heeft niet gezwegen, niet gehijgd of gemasturbeerd en ook niets gezegd van seksuele aard. Dat is onvoldoende om van een inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer te kunnen spreken. Deze aangifte leidt dus niet tot een bewezenverklaring en de verdachte zal van dit onderdeel worden vrijgesproken.