ECLI:NL:RBLIM:2017:3466

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
12 april 2017
Publicatiedatum
13 april 2017
Zaaknummer
5858067 CV EXPL 17-2925
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake huurachterstand en ontruiming van de huurwoning

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 12 april 2017, is een kort geding aan de orde waarin de eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. R.P.H. Sangers, een vordering heeft ingesteld tegen de gedaagde, die als bewindvoerder optreedt voor een onderbewindgestelde. De eiseres vordert ontruiming van de huurwoning vanwege een huurachterstand van meer dan vijf maanden, die op dat moment € 3.550,00 bedraagt. De huurovereenkomst is door de onderbewindgestelde opgezegd per 15 maart 2017, maar de woning is tot op heden niet ontruimd.

De procedure is gestart met een dagvaarding op 3 april 2017, gevolgd door een mondelinge behandeling op 12 april 2017, waarbij de gedaagde niet is verschenen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde heeft ingestemd met de opzegging van de huurovereenkomst. Gezien de huurachterstand en de instemming met de opzegging, oordeelt de kantonrechter dat de vordering tot ontruiming toewijsbaar is. De gedaagde wordt veroordeeld om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis de woning te ontruimen en de sleutels aan de eiseres te overhandigen.

Daarnaast wordt de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op € 580,76. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. W.J.J. Los.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 5858067 CV EXPL 17-2925
Vonnis van de kantonrechter van 12 april 2017
in de zaak van:
[eiseres],
wonend te [woonplaats 1] ,
eisende partij,
gemachtigde mr. R.P.H. Sangers,
tegen:
[gedaagde],
handelend onder de naam [handelsnaam] ,
wonend te [woonplaats 2] en met kantoor te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 3 april 2017,
  • de mondelinge behandeling op 12 april 2017, waarbij tegen [gedaagde] verstek verleend is.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[naam onderbewindgestelde] (hierna: [naam onderbewindgestelde] ) huurt met ingang van 1 augustus 2015 van [eiseres] de woning aan het adres [adres] te [woonplaats 3] . De overeengekomen huur bedraagt € 700,00 per maand.
2.2.
De goederen van [naam onderbewindgestelde] zijn onder bewind gesteld. [gedaagde] is benoemd tot bewindvoerder.
2.3.
Er is een huurachterstand ontstaan, die over de periode tot en met 15 maart 2017
€ 3.550,00 bedraagt.
2.4.
Bij brief van 24 januari 2017 heeft [naam onderbewindgestelde] de huurovereenkomst opgezegd per 15 maart 2017.
2.5.
Bij brieven van 25 januari 2017, gericht aan [naam onderbewindgestelde] en [gedaagde] , heeft [eiseres] de opzegging van de huurovereenkomst bevestigd.
2.6.
[naam onderbewindgestelde] heeft de woning tot op heden niet ontruimd.

3.Het geschil en de beoordeling

3.1.
De door [eiseres] gevorderde veroordeling tot ontruiming van de woning zal worden toegewezen omdat de vordering de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt. Naar alle waarschijnlijkheid zal in een bodemprocedure namelijk geoordeeld worden dat de huurovereenkomst is geëindigd op 15 maart 2017. Ter zitting is immers (onweersproken, want [gedaagde] is niet verschenen) gesteld dat [gedaagde] heeft ingestemd met de opzegging. Indien de huurovereenkomst niet is geëindigd door opzegging, zal deze in een bodemprocedure zeer waarschijnlijk op grond van de huurachterstand van meer dan vijf maanden ontbonden worden.
3.2.
[gedaagde] zal worden veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis.
3.3.
De vordering van [eiseres] haar te machtigen zo nodig zelf de ontruiming te doen bewerkstelligen, zal worden afgewezen. De gedwongen ontruiming kan uitsluitend geschieden door een deurwaarder. Een machtiging daartoe is bovendien niet vereist omdat de bevoegdheid van de deurwaarder voortvloeit uit de wet (art. 555 e.v. Rv).
3.4.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagde] worden veroordeeld tot betaling van de kosten van dit geding, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op:
  • dagvaarding € 102,76
  • griffierecht € 78,00
  • salaris gemachtigde
Totaal: € 580,76.

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt [gedaagde] (in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [naam onderbewindgestelde] ) om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis de woning aan het adres Prins Clausstraat 102 te Hoensbroek (gemeente Heerlen) te verlaten, te ontruimen en ontruimd te houden en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van [eiseres] te stellen,
4.2.
veroordeelt [gedaagde] (in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [naam onderbewindgestelde] ) tot betaling van de kosten van dit geding, aan de zijde van [eiseres] tot op heden begroot op € 580,76,
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Los en is in het openbaar uitgesproken.
Type: RW