In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, hebben de partijen, Nedveiling B.V. en Opmax B.V., een overeenkomst gesloten waarbij Opmax zich verplichtte om de vindbaarheid van Nedveiling op het internet te verbeteren. De overeenkomst ging in op 1 februari 2013 en had een looptijd van drie maanden, met de mogelijkheid tot stilzwijgende verlenging. Nedveiling vorderde in conventie een schadevergoeding van € 7.090,55, terwijl Opmax in reconventie een bedrag van € 1.488,69 vorderde. De kantonrechter heeft de vorderingen van beide partijen beoordeeld en geconcludeerd dat Nedveiling niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar vordering, terwijl Opmax ook niet kon aantonen dat Nedveiling de overeenkomst niet correct had nageleefd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat Nedveiling de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden, maar dat dit niet voldoende was om de vordering tot schadevergoeding te onderbouwen. De rechter heeft geoordeeld dat de inspanningsverplichting van Opmax niet betekent dat zij een specifiek aantal uren moest besteden aan de werkzaamheden voor Nedveiling. De vordering van Nedveiling tot terugbetaling van € 6.197,23 werd afgewezen, evenals de vordering van Opmax in reconventie. De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij haar eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 12 april 2017 door de kantonrechter.