Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
NJ1979/207).
- exploot van dagvaarding: € 96,57
- salaris gemachtigde: €
400,00
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die op 16 januari 2017 door de Rechtbank Limburg is behandeld, vorderde eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.H. van Roekel, betaling van loon en wettelijke verhoging van de besloten vennootschap Powerarea b.v., vertegenwoordigd door gemachtigde V.A.L. van Oostrum. Eiseres was sinds 22 oktober 2016 in dienst bij Powerarea als allround medewerkster kartbaan, maar had zich op 30 november 2016 ziek gemeld. De vordering betrof het loon over november 2016, dat door Powerarea op 28 december 2016 was betaald, maar zonder wettelijke verhoging en rente. De kantonrechter oordeelde dat de wettelijke verhoging, die volgens artikel 7:625 BW verschuldigd is bij niet-tijdige betaling, toerekenbaar was aan Powerarea. De kantonrechter matigde de verhoging tot 15% en kende eiseres een bedrag van € 96,19 bruto toe, plus wettelijke rente. Daarnaast werd Powerarea veroordeeld tot betaling van het gebruikelijke loon aan eiseres totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig eindigt. De proceskosten werden eveneens aan Powerarea opgelegd, die als de overwegend in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.