ECLI:NL:RBLIM:2017:324

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 januari 2017
Publicatiedatum
16 januari 2017
Zaaknummer
5590505 CV EXPL 16-11549
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over loonvordering en wettelijke verhoging in arbeidsovereenkomst

In deze zaak, die op 16 januari 2017 door de Rechtbank Limburg is behandeld, vorderde eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. M.H. van Roekel, betaling van loon en wettelijke verhoging van de besloten vennootschap Powerarea b.v., vertegenwoordigd door gemachtigde V.A.L. van Oostrum. Eiseres was sinds 22 oktober 2016 in dienst bij Powerarea als allround medewerkster kartbaan, maar had zich op 30 november 2016 ziek gemeld. De vordering betrof het loon over november 2016, dat door Powerarea op 28 december 2016 was betaald, maar zonder wettelijke verhoging en rente. De kantonrechter oordeelde dat de wettelijke verhoging, die volgens artikel 7:625 BW verschuldigd is bij niet-tijdige betaling, toerekenbaar was aan Powerarea. De kantonrechter matigde de verhoging tot 15% en kende eiseres een bedrag van € 96,19 bruto toe, plus wettelijke rente. Daarnaast werd Powerarea veroordeeld tot betaling van het gebruikelijke loon aan eiseres totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig eindigt. De proceskosten werden eveneens aan Powerarea opgelegd, die als de overwegend in het ongelijk gestelde partij werd aangemerkt. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 5590505 CV EXPL 16-11549
MD
Vonnis van de kantonrechter in kort geding van 16 januari 2017
in de zaak van:
[eiseres],
wonend te [woonplaats] aan de [adres] ,
eiseres,
gemachtigde mr. M.H. van Roekel,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
powerarea b.v.,
gevestigd en kantoor houdend te Kerkrade,
gedaagde,
gemachtigde V.A.L. van Oostrum.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Powerarea genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het exploot van dagvaarding met producties 1 tot en met 6;
- de aanvullende producties 7 tot en met 11 van [eiseres] ;
- de mondelinge behandeling d.d. 12 januari 2017;
- de ter zitting door elk van beide gemachtigden voorgedragen pleitnota’s, die van de gemachtigde van [eiseres] met productie (die correspondeert met productie 11 van [eiseres] ).
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiseres] is op 22 oktober 2016 krachtens arbeidsovereenkomst (voor bepaalde tijd, namelijk tot 22 mei 2017) bij Powerarea in dienst getreden als allround medewerkster kartbaan voor 20 uur per week. Haar laatstelijk genoten loon bedroeg € 9,50 bruto per uur, te vermeerderen met 8% vakantiebijslag. Op de arbeidsovereenkomst is geen cao toepasselijk verklaard.
2.2.
Daarvoor heeft [eiseres] vanaf 17 augustus 2016 tot 21 oktober 2016 (‘vanuit een bijstandssituatie’) bij wijze van proef bij Powerarea gewerkt.
2.3.
Op 30 november 2016 heeft [eiseres] zich ziek gemeld.

3.Het geschil

3.1.
[eiseres] vordert dat de kantonrechter Powerarea veroordeelt:
I. om aan haar te betalen het loon van [over november 2016], € 641,25 bruto, te vermeerderen met emolumenten, alsmede de maximale wettelijke verhoging ex art. 7:625 BW en de wettelijke rente;
II. tot tijdige betaling aan [eiseres] van haar gebruikelijke loon, te vermeerderen met emolumenten, totdat de arbeidsovereenkomst tussen partijen op rechtsgeldige wijze zal zijn geëindigd;
III. in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de achtste dag dat Powerarea na betekening van dit vonnis in gebreke blijft met betaling van de in dit vonnis vastgestelde proceskostenveroordeling, zulks tot aan de dag der algehele voldoening.
3.2.
De grondslagen van de vorderingen vloeien reeds uit die vorderingen zelf voort.
3.3.
Voor zover Powerarea verweer voert, wordt daarop hierna nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Anders dan Powerarea heeft bepleit, zijn de vorderingen van [eiseres] naar hun aard spoedeisend.
4.2.
Tussen partijen staat vast dat het loon over november 2016 (€ 641,25 bruto, 67,50 gewerkte uren in die maand) op 28 december 2016 volledig door Powerarea aan [eiseres] is betaald (zonder wettelijke verhoging en/of wettelijke rente).
4.3.
Nu het loon over november 2016 volledig is voldaan, ligt ten aanzien van vordering I. alleen nog de vraag voor of daarover de wettelijke verhoging en/of de wettelijke rente verschuldigd is. De wettelijke verhoging is volgens art. 7:625 BW verschuldigd indien de niet tijdige voldoening van het loon aan de werkgever is toe te rekenen (dat het om verwijtbaarheid moet gaan, zoals Powerarea bepleit, is derhalve onjuist). De niet-tijdige voldoening is toerekenbaar aan Powerarea, omdat zij ervoor zorg diende te dragen dat het bankrekeningnummer waarop het loon moest worden uitbetaald tijdig bij haar bekend was. Niet aannemelijk is dat Powerarea daartoe niet in staat is geweest. Bovendien is komen vast te staan dat Powerarea over het bankrekeningnummer beschikte, omdat dit was vermeld een loonstrook van een voormalige werkgever van [eiseres] , welke loonstrook in het bezit van Powerarea was. Wel ziet de kantonrechter in alle omstandigheden van het geval aanleiding om de wettelijke verhoging te matigen tot 15%. Dit betekent dat een bedrag van € 96,19 bruto (zijnde 15% van € 641,25) wordt toegewezen. Cumulatie van verhoging en wettelijke rente is mogelijk (aldus de Hoge Raad op 5 januari 1979,
NJ1979/207).
4.4.
De wettelijke rente wordt verschuldigd door het enkele (verwijtloze) betalingsverzuim en zal worden toegewezen over € 641,25 over het tijdvak van 1 december 2016 tot 28 december 2016 en over € 96,19 vanaf 28 december 2016 (dag der dagvaarding)
tot de dag van betaling.
4.5.
Vordering II. is eveneens toewijsbaar, aangezien de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is aangegaan en nog slechts enkele maanden voortduurt, de omvang van het loon (zowel in geval van arbeidsongeschiktheid als bij arbeidsgeschiktheid) vaststaat en Powerarea in het verleden het loon niet volledig en/of tijdig aan [eiseres] heeft voldaan. Ondanks de toezegging van J. Snijckers van Powerarea dat zij daar in de toekomst wel voor zal zorgdragen, zal zij vanwege de hiervoor genoemde redenen worden veroordeeld tot betaling van het loon aan [eiseres] vanaf 1 december 2016. Niet betwist is dat dit loon vanaf 1 december 2016 € 823,37 bruto per maand bedraagt bij arbeidsgeschiktheid (uitgaande van 86,67 uren) en € 768,76 bruto per maand bij arbeidsongeschiktheid.
4.6.
Powerarea dient als de overwegend in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld tot betaling van de proceskosten. De wettelijke rente over die proceskosten zal op hierna in het dictum te bepalen wijze worden toegewezen. De kosten aan de zijde van [eiseres] worden begroot op:
- exploot van dagvaarding: € 96,57
- griffierecht: € 78,00
- salaris gemachtigde: €
400,00
Totaal: € 574,57.

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt Powerarea om aan [eiseres] te betalen € 96,19 bruto (inzake gematigde wettelijke verhoging over het te laat betaalde loon over november 2016), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 28 december 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.2.
veroordeelt Powerarea om aan [eiseres] te betalen de wettelijke rente over € 641,25 vanaf 1 december 2016 tot 28 december 2016;
5.3.
veroordeelt Powerarea tot betaling aan [eiseres] van haar loon (zijnde € 823,37 bruto per maand bij arbeidsgeschiktheid en € 768,76 bruto per maand bij arbeidsongeschiktheid) op het gebruikelijke tijdstip, totdat de arbeidsovereenkomst tussen partijen op rechtsgeldige wijze zal zijn geëindigd;
5.4.
veroordeelt Powerarea tot betaling van de proceskosten van [eiseres] , tot op heden begroot op € 574,57, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening;
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. W.J.J. Los en is in het openbaar uitgesproken.