ECLI:NL:RBLIM:2017:3058

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 april 2017
Publicatiedatum
4 april 2017
Zaaknummer
04 5630809 cv expl 17-259
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onverschuldigde betaling en proceskostencompensatie in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Limburg, heeft de stichting Zorggroep Noord- en Midden-Limburg (hierna: De Zorggroep) Marnita B.V. (hierna: Marnita) aangeklaagd voor de terugbetaling van een bedrag van € 193,60. De Zorggroep stelt dat dit bedrag onverschuldigd is betaald, omdat zij dit bedrag per abuis twee keer heeft overgemaakt. De Zorggroep heeft op 28 januari 2014 een bedrag van € 2.420,00 overgemaakt, waarbij een ordernummer werd vermeld, en op 1 april 2014 een bedrag van € 193,60 onder vermelding van het juiste factuurnummer. Marnita betwist echter dat er sprake is van een dubbele betaling en stelt dat zij in haar administratie geen bewijs kan vinden van een tweede betaling van het bedrag van € 193,60.

De kantonrechter heeft de vordering van De Zorggroep beoordeeld en vastgesteld dat er inderdaad sprake is van een onverschuldigde betaling van € 193,60. De Zorggroep heeft echter niet voldoende duidelijk gemaakt dat zij dit bedrag daadwerkelijk als onverschuldigd heeft betaald, wat heeft geleid tot verwarring. De kantonrechter oordeelt dat Marnita niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor deze verwarring, aangezien De Zorggroep zelf een onjuist kenmerk bij de betaling heeft vermeld. Hierdoor heeft Marnita niet kunnen begrijpen dat er een dubbele betaling was gedaan.

De kantonrechter heeft de gevorderde buitengerechtelijke kosten afgewezen en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. De wettelijke rente over het bedrag van € 193,60 is toegewezen, ingaande de vijftiende dag na de uitspraak. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 5 april 2017 door mr. J.W. Rijksen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 5630809 \ CV EXPL 17-259
Vonnis van de kantonrechter van 5 april 2017
in de zaak van:
de stichting STICHTING ZORGGROEP NOORD- EN MIDDEN-LIMBURG,
gevestigd te Venlo,
eisende partij,
verder te noemen De Zorggroep,
gemachtigde Hafkamp Gerechtsdeurwaarders B.V.,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MARNITA B.V.,
gevestigd te Venlo,
gedaagde partij,
verder te noemen Marnita,
gemachtigde F.C.M. Hanegraaf.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding;
  • de conclusie van antwoord;
  • de conclusie van repliek;
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Marnita heeft aan De Zorggroep een factuur gezonden, gedateerd 31 december 2013, ten bedrage van € 193,60 met factuurnummer 201400039.
2.2.
Bij factuur met nummer 201400012, d.d. 31 december 2013 brengt Marnita bij De Zorggroep een bedrag van € 2.226,40 in rekening.
2.3.
De Zorggroep betaalt op 28 januari 2014 een bedrag van € 2.420,00 onder vermelding van “201400075, 201400012”. Betaling vindt plaats op rekeningnummer NL47RABO0153847999.
2.4.
Op 1 april 2014 betaalt De Zorggroep een bedrag van € 193,60 onder vermelding van 201400039. Betaling vindt plaats op rekeningnummer NL47RABO0153847999.

3.Het geschil

3.1.
De Zorggroep vordert – samengevat – veroordeling van Marnita tot betaling van € 281,34, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Aan haar vordering legt De Zorggroep een onverschuldigde betaling van € 193,60 ten grondslag. Per abuis is dit bedrag twee keer aan Marnita overgemaakt.
3.3.
Marnita voert verweer en stelt zich op het standpunt dat zij in haar administratie geen dubbele betaling van € 193,60 onder factuurnummer 201400039 heeft kunnen traceren.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen houdt verdeeld de vraag of De Zorggroep een bedrag van € 193,60 onverschuldigd heeft betaald. Deze vraag dient bevestigend te worden beantwoord, waartoe de kantonrechter als volgt overweegt.
4.2.
Vast staat dat De Zorggroep op 28 januari 2014 een bedrag van € 2.420,00 aan Marnita heeft overgemaakt. Bij die betaling vermeldt De Zorggroep het kenmerk “201400075, 201400012”. Het laatste nummer correspondeert met het factuurnummer van de factuur waarmee Marnita een bedrag van € 2.226,40 bij De Zorggroep in rekening heeft gebracht. Blijft over een bedrag van € 193,60, welk bedrag vervolgens niet correspondeert met het vermelde nummer 201400075. Nummer 201400075 is een ordernummer behorend bij het Pakket Zorggroep van Jos Hagemans. Wellicht een cliënt van De Zorggroep, hoewel zulks niet gesteld is.
Vervolgens betaalt De Zorggroep op 1 april 2014 een bedrag van € 193,60 onder vermelding van (het juiste) factuurnummer 201400039.
4.3.
Duidelijk is aldus dat De Zorggroep een bedrag van € 193,60 te veel aan De Zorggroep heeft betaald, welk bedrag als onverschuldigd betaald heeft te gelden. Marnita dient daarom € 193,60 aan De Zorggroep terug te betalen.
4.4.
Vervolgens rijst de vraag wie van partijen verantwoordelijk is voor de thans ontstane situatie/procedure.
De Zorggroep stelt zich op het standpunt dat Marnita had moeten bemerken dat de factuur met nummer 201400039 twee keer was betaald. De kantonrechter oordeelt anders. Het is immers De Zorggroep zelf geweest die voor verwarring heeft gezorgd. Eerst door een ordernummer in plaats van een factuurnummer bij de betaling te vermelden. Dan door te stellen dat zij twee keer een bedrag van € 193,60 heeft betaald, terwijl zij feitelijk op 28 januari 2014 een bedrag betaalde, waarin een bedrag van € 193,60 was begrepen. Gelet op de vermelding van een onjuist kenmerk hoefde naar het oordeel van de kantonrechter niet direct kenbaar te zijn dat De Zorggroep met de betaling van een bedrag van € 2.420,00 tevens de factuur met nummer 201400039 wenste te betalen.
Eerst bij conclusie van repliek licht De Zorggroep haar vordering uitgebreid en duidelijk toe. Gesteld noch gebleken is dat De Zorggroep voorafgaand aan deze procedure haar vordering op Marnita voldoende inzichtelijk heeft gemaakt. Het is daarom begrijpelijk dat Marnita zich op het standpunt stelde dat zij geen dubbelde betaling van € 193,60 op factuurnummer 201400039 had ontvangen en zij niet tot terugbetaling wilde overgaan.
4.5.
Gelet op het voorgaande ziet de kantonrechter aanleiding de gevorderde buitengerechtelijke kosten af te wijzen en de proceskosten tussen partijen te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt. De gevorderde rente zal worden toegewezen ingaande de vijftiende dag na uitspraak van dit vonnis.
4.6.
De kantonrechter acht geen termen aanwezig Marnita toe te laten tot nadere bewijslevering.
4.7.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt Marnita om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan De Zorggroep te betalen een bedrag van € 193,60, vermeerderd met de wettelijke rente ingaande de vijftiende dag na heden tot aan de voldoening,
5.2.
compenseert de proceskosten,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Rijksen en in het openbaar uitgesproken.
type: ksf
coll: