In deze huurzaak heeft de stichting Woonpunt, gevestigd te Maastricht, de gedaagden aangeklaagd wegens huurachterstand van meer dan drie maanden. De eisende partij vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde, alsook betaling van de achterstallige huur en bijkomende kosten. De gedaagde partij heeft betwist dat er sprake was van een huurachterstand van meer dan drie maanden, maar heeft geen onderbouwd verweer kunnen voeren tegen de stellingen van de eisende partij.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand, die door de eisende partij met stukken was onderbouwd, inderdaad meer dan drie maanden bedroeg. De kantonrechter oordeelde dat de tekortkoming van de gedaagde partij in de nakoming van de huurovereenkomst van zodanige aard was dat deze de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De kantonrechter heeft de gedaagde partij veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde binnen een termijn van 14 dagen en tot betaling van een totaalbedrag van € 5.537,33, inclusief incassokosten en wettelijke rente.
Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van de eisende partij zijn begroot op € 969,02. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken door de kantonrechter in het openbaar.