Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het exploot van dagvaarding;
- de aantekeningen van de griffier van het mondeling antwoord van gedaagde;
- de conclusie van repliek met producties en
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge dupliek van gedaagde.
2.Het geschil
€ 118,21 uiterlijk 27 maart 2011 te betalen, maar dat [gedaagde partij] daarmee in gebreke is gebleven. CZ stelt voorts dat zij [gedaagde partij] meerdere malen heeft aangemaand en daarna haar incassogemachtigde heeft ingeschakeld met als gevolg dat zij incassokosten heeft moeten maken ten bedrage van € 37,00. CZ is van mening dat die kosten voor rekening van [gedaagde partij] dienen te komen. Ten slotte stelt CZ dat [gedaagde partij] wegens de te late betaling wettelijke rente is verschuldigd, die tot aan de dag van dagvaarding € 17,16 bedraagt.
3.De beoordeling
- dagvaarding € 97,73
- griffierecht 117,00
- salaris gemachtigde