ECLI:NL:RBLIM:2017:2366

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
15 maart 2017
Publicatiedatum
15 maart 2017
Zaaknummer
5349707 \ CV EXPL 16-8717
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroepsfout deurwaarder inzake huurzaak en bevoegdheidskwestie

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter op 15 maart 2017, staat de beroepsfout van een deurwaarder centraal. De eisende partij, SCI [X] INVEST, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, had een huurovereenkomst met Liberty Resorts BV en wilde deze partij dagvaarden wegens wanbetaling. De deurwaarder, [Y], stelde voor om de zaak bij de Nederlandse rechter aanhangig te maken, terwijl de eisende partij twijfels had over de bevoegdheid van de Nederlandse rechter en meende dat de Franse rechter bevoegd was. De deurwaarder heeft de zaak uiteindelijk voorgelegd aan de kantonrechter te Utrecht, die zich onbevoegd verklaarde. De eisende partij vorderde schadevergoeding van de deurwaarder voor de vergeefs gemaakte proceskosten van € 922,25.

De kantonrechter oordeelde dat de deurwaarder had moeten weten dat de zaak aan de Franse rechter voorgelegd diende te worden, conform artikel 24 van de Herschikte EEX-Verordening. De kantonrechter concludeerde dat de deurwaarder tekortgeschoten was in zijn verplichtingen en dat de eisende partij recht had op schadevergoeding. De vordering van de eisende partij werd toegewezen, inclusief wettelijke rente en proceskosten. De deurwaarder werd veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag en de proceskosten, die in totaal € 603,54 bedroegen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 5349707 \ CV EXPL 16-8717
Vonnis van de kantonrechter van 15 maart 2017
in de zaak van:
de rechtspersoon naar buitenlands recht SCI [X] INVEST,
gevestigd te [vestigingsplaats X] ,
eisende partij,
gemachtigde [gemachtigde X] ,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DEURWAARDERSKANTOOR [Y] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats Y] ,
gedaagde partij,
vertegenwoordigd door mr. [vertegenwoordiger Y] .
Partijen worden hierna [X] en [Y] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
het exploot van dagvaarding met producties;
de conclusie van antwoord met producties;
de conclusie van repliek en
de conclusie van dupliek met producties.
1.2.
Hierna is vonnis bepaald, waarvan de uitspraak nader is bepaald op heden.

2.Het geschil

2.1.
Op basis van de hiervoor vermelde processtukken kan het tussen partijen gerezen geschil als volgt – zakelijk weergegeven – worden omschreven.
2.2.
[X] , feitelijk haar gemachtigde [gemachtigde X] , stelt dat zij mede-eigenaar is van een vakantievilla gelegen in Le Barcarès in Frankrijk. Volgens [X] had zij met betrekking tot die vakantievilla een huurovereenkomst gesloten met Liberty Resorts BV gevestigd te Veenendaal. Verder stelt [X] dat Liberty Resorts BV in 2015 in gebreke bleef met de betaling van de huurprijs en zij deswege een vordering in rechte aanhangig wilde maken. [X] stelt voorts dat zij begin 2016 telefonisch contact heeft opgenomen met [Y] om Liberty Resorts BV voor de bevoegde rechter te dagvaarden. Volgens [X] heeft [Y] toen voorgesteld om de zaak bij de Nederlandse rechter aanhangig te maken en heeft zij [Y] meegedeeld daaraan te twijfelen en dat zij van mening was dat de zaak aan de Franse rechter voorgelegd moest worden. [Y] heeft vervolgens de zaak toch voorgelegd aan de kantonrechter te Utrecht en heeft de kantonrechter te Utrecht zich onbevoegd verklaard om van het geschil kennis te nemen. [X] is van mening dat [Y] een beroepsfout heeft gemaakt en dat [Y] de vergeefs gemaakte kosten ad € 922,25 dient te vergoeden.
2.3.
[X] vordert thans om [Y] bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad te veroordelen tot betaling aan haar van € 922,25 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der voldoening en [Y] te veroordelen in de proceskosten.
2.4.
[Y] voert verweer. Volgens [Y] heeft zij op 2 februari 2016 een dagvaarding van [X] ontvangen. De dagvaarding was door [X] zelf opgesteld en was gericht tegen Front House Property Management BV. Dat bedrijf diende gedagvaard te worden voor de kantonrechter te Utrecht. [Y] stelt verder dat zij de gegevens van het te dagvaarden bedrijf heeft gecontroleerd en vervolgens de tenaamstelling van het te dagvaarden bedrijf in de dagvaarding heeft aangepast. Verder stelt [Y] dat overleg is geweest met [X] over de bevoegde rechter omdat zij van mening was dat voor de Franse rechter gedagvaard zou moeten worden. Volgens [Y] heeft [X] toen meegedeeld dat zij slechte ervaringen had met procederen in Frankrijk en wilde zij besparen op vertaalkosten en de kosten van een advocaat. Voorts zou [X] gezegd hebben dat [X] niet verwachtte dat gedaagde partij een beroep zou doen op de onbevoegdheid van de Nederlandse rechter. Liberty Resorts BV heeft echter wel een bevoegdheidsincident opgeworpen en de kantonrechter te Utrecht heeft dat gehonoreerd. [Y] is echter van mening dat [X] de door haar vergeefs gemaakte proceskosten niet op haar kan afwentelen. Er is geen sprake van een beroepsfout. [Y] is daarom van mening dat de vordering van [X] moet worden afgewezen.

3.De beoordeling

3.1.
[X] verwijt [Y] dat [Y] een beroepsfout heeft gemaakt. Volgens [X] heeft [Y] verzuimd om haar te wijzen op artikel 24 van de Herschikte EEX-Verordening.
3.2.
De kantonrechter stelt voorop dat van een beroepsfout slechts dan sprake is indien een redelijk bekwaam en redelijk handelend gerechtsdeurwaarder in de gegeven omstandigheden anders zou hebben gehandeld en/of geadviseerd.
3.3.
In dat verband staat slechts vast dat partijen vóór toezending door [X] van de dagvaarding aan [Y] telefonisch met elkaar hebben gesproken en dat ook besproken is de vraag voor welke rechter de zaak moest worden aangebracht. Partijen verschillen echter van mening over hetgeen tijdens dat overleg door ieder van hen is gesteld. Volgens [X] heeft hij aan [Y] meegedeeld dat hij van mening was dat de Franse rechter bevoegd was en dat [Y] daartegenover heeft gesteld dat het een huurzaak betrof waarvan de eigenaren en bestuurders beide in Nederland woonden en daarom de Nederlandse rechter bevoegd was. En volgens [Y] wist [X] dat de Franse rechter bevoegd was, maar wilde [X] besparen op vertaalkosten en advocaatkosten en wilde zij het risico aanvaarden dat de gedaagde partij een beroep zou doen op de onbevoegdheid van de Nederlandse rechter.
3.4.
De vraag of [X] inderdaad heeft willen sparen op vertaalkosten en advocaatkosten kan in het midden blijven. Naar het oordeel van de kantonrechter mag van een redelijk bekwaam en handelend gerechtsdeurwaarder verwacht worden op de hoogte te zijn van artikel 24 van de Herschikte EEX-verordening en had van [Y] verwacht mogen worden dat hij [X] zou adviseren om de huurzaak aan te brengen bij de bevoegde Franse rechter. Een afwijking daarvan op uitdrukkelijk verzoek van [X] had vastgelegd dienen te zijn, bij gebreke waarvan dit voor risico van [Y] dient te blijven. Nu [Y] dit heeft nagelaten is de gestelde tekortkoming onvoldoende gemotiveerd weersproken en staat dus vast dat [Y] tekortgeschoten is in de nakoming met de tussen haar en [X] gesloten overeenkomst en is [Y] gehouden de daardoor aan de zijde van [X] ontstane schade te vergoeden.
3.5.
Tegen de hoogte van de vordering op zich heeft [Y] geen verweer gevoerd.
3.6.
Gelet op al het vorenstaande zal de vordering van [X] worden toegewezen alsmede de mee gevorderde wettelijke rente.
3.7.
Als de in het ongelijk gestelde partij dient [Y] te worden veroordeeld in de aan de zijde van [X] gerezen proceskosten, tot aan de datum van uitspraak van dit vonnis in totaal begroot op € 603,54, samengesteld uit € 82,54 aan explootkosten, € 471,00 ter zake van griffierecht en € 50,00 ter zake van salaris voor de gemachtigde van [X] .

4.De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [Y] om aan [X] tegen bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 922,25 te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 30 augustus 2016 tot de dag der voldoening;
4.2.
veroordeelt [Y] in de proceskosten aan de zijde van [X] gerezen en tot aan de datum van uitspraak van dit vonnis in totaal begroot op € 603,54;
4.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken.
type: FL
coll: NO