2.1.[eisende partij] is sedert 1 februari 2001 in dienst van [X] en werkzaam als verkoper particuliere binnendienst. Partijen zijn het volgende geheimhouding-, concurrentie- en relatiebeding overeengekomen.
Artikel 4. Werknemer erkent dat hem door werkgever geheimhouding is opgelegd van alle bijzonderheden [X] -ondernemingen binnen de [X] -groep, waartoe [X] B.V. behoort, betreffende of daarmee verband houdende.
Artikel 5. Het is werknemer verboden, hetzij gedurende de dienstbetrekking, hetzij na beëindiging hiervan, behoudens in het kader van zijn functie-uitoefening, op enigerlei
wijze aan derden direct of indirect, in welke voege ook, enige mededeling te doen van of aangaande enige gegevens het bedrijf van werkgever of van vennootschappen binnen
de [X] -groep of vennootschappen die anderszins met de werkgever zijn gelieerd, betreffende of daarmee verband houdende (voor zover het in redelijkheid gaat om
mededelingen waarvan werknemer begrijpt respectievelijk dient te begrijpen dat deze als vertrouwelijk moeten worden beschouwd), op straffe van verbeurte aan werkgever van een dadelijk opeisbare niet voor enigerlei matiging vatbare boete van f. 15.000,== onverminderd de gehoudenheid van werknemer tot betaling aan werkgever van een volledige schadevergoeding te dezer zake, indien deze meer dan liet hiervoor benoemde boetebedrag mocht belopen.
Artikel 6. Het is werknemer verboden om binnen een tijdvak van twee jaren na het einde van de dienstbetrekking, binnen een straal van 50 kilometer, zelf in enigerlei vorm van een onderneming, gelijk, gelijksoortig of aanverwant aan die van werkgever of van ondernemingen binnen de [X] -groep respectievelijk die op enigerlei wijze aan de [X] -groep zijn gelieerd, te vestigen, te drijven, mede te drijven, of te doen drijven, hetzij direct, hetzij indirect, alsook financieel in welke vorm dan ook bij een dergelijke onderneming belang te hebben, direct of indirect, of in of voor een dergelijk bedrijf op enigerlei wijze werkzaam te zijn, hetzij tegen vergoeding, hetzij om niet, of daarin aandeel van welke aard ook te hebben. Indien het gaat om een zeer beperkte participatie respectievelijk om het op andere wijze gelieerd zijn van een onderneming aan de [X] -groep is werkgever gehouden om het belang van handhaving van het hiervoor geformuleerde verbod aan te tonen.
Artikel 7. Bij overtreding van het in artikel 6 omschreven verbod, verbeurt werknemer aan werkgever een onmiddellijk opeisbare en niet voor enigerlei matiging vatbare boete van f. 10.000,== per overtreding, vermeerderd met f. 500,== per dag, dat zulk een overtreding voortduurt, onverminderd zijn gehoudenheid tot betaling aan werkgever van een volledige schadevergoeding te dezer zake, indien deze meer dan de combinatie van de hiervoor genoemde boetebedragen mocht belopen.