Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
8 september 2016 ondertekend en retour gezonden aan WS Voerendaal.
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter te Maastricht op 14 maart 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser, verweerder in de (voorwaardelijke) eis in reconventie], die een woning huurt van Wonen Limburg, en WS Voerendaal, een woningcorporatie. De eiser, die vanwege sloop van zijn huidige woning op zoek was naar een nieuwe huurwoning, had zich gemeld voor een woning van WS Voerendaal. Echter, WS Voerendaal weigerde hem een woning aan te bieden, onder andere vanwege verontrustende informatie over zijn justitiële verleden. De eiser vorderde in kort geding dat WS Voerendaal hem een woning zou toewijzen, maar de kantonrechter oordeelde dat er onvoldoende zwaarwegende belangen waren voor WS Voerendaal om de aanvraag van de eiser te weigeren. De rechter concludeerde dat de eiser een bijzonder belang had bij het huren van een woning van WS Voerendaal, maar dat de vorderingen niet konden worden toegewezen omdat de gewenste woning inmiddels aan iemand anders was verhuurd. Bovendien had de eiser zijn spoedeisend belang verloren door een andere woning in Maastricht te overwegen. De kantonrechter verklaarde de eiser niet-ontvankelijk in zijn vorderingen en compenseerde de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.