Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald
- de comparitie van 30 januari 2017.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
toepasselijkheid cao?
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 1 maart 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eisende partij], en zijn werkgever, Xerox Manufacturing (Nederland) B.V. De werknemer vorderde betaling van een individuele toeslag en betere begeleiding bij het zoeken naar een functie op een hoger niveau binnen de organisatie. De werknemer was sinds 1990 in dienst bij Xerox en had te maken met een reorganisatie die leidde tot een functiewijziging en een afbouwregeling van zijn salaris. De kantonrechter heeft de procedure en de feiten rondom de reorganisatie en de cao-bepalingen uitvoerig besproken. De werknemer betwistte de rechtmatigheid van de afbouwregeling, maar de kantonrechter oordeelde dat Xerox gerechtigd was om deze regeling toe te passen op basis van de cao. De kantonrechter concludeerde dat Xerox voldoende inspanningen had geleverd voor de re-integratie van de werknemer en dat er geen sprake was van slecht werkgeverschap. De vorderingen van de werknemer werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van de werkgever. Het vonnis benadrukt de rol van cao-bepalingen en de verantwoordelijkheden van zowel werkgever als werknemer in het kader van re-integratie en functiewijzigingen.