Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 2 september 2016,
- de conclusie van antwoord,
- de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald,
- de op 11 januari 2017 gehouden comparitie van partijen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
de bezitter van een opstal die niet voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen, en daardoor gevaar voor personen of zaken oplevert, aansprakelijk is voor de schade als dat gevaar zich voordoet”.
“Bij het antwoord op de vraag of de opstal voldoet aan de eisen die men daaraan in de gegeven omstandigheden mag stellen gaat het om de vraag of de opstal, gelet op het te verwachten gebruik of de bestemming daarvan, met het oog op voorkoming van gevaar voor personen en zaken deugdelijk is, waarbij ook van belang is hoe groot de kans op verwezenlijking van het gevaar is en welke onderhouds- en veiligheidsmaatregelen mogelijk en redelijkerwijs te vergen zijn”
nietshad ondernomen om het risico te verkleinen. Er waren geen hekken geplaatst waarlangs alleen voetgangers konden passeren, zelfs een waarschuwingsbord met betrekking tot de beperkte draagkracht van de brug stond er niet bij. Met name dat laatste was toch een weinig bezwaarlijk te treffen voorzorgsmaatregel geweest waarvan de kantonrechter, gelet op de omstandigheden die hiervoor zijn geschetst, niet goed begrijpt waarom die niet is getroffen. Daarmee was in ieder geval duidelijk gemaakt dat de brug slechts een beperkt draagvermogen had terwijl de kosten van die maatregel zeer beperkt waren gebleven.
[paard] heeft een tussenpees blessure in het rechterachterbeen…….. Deze blessure kan ontstaan door het gebruik als sportpaard, waarbij ik me heel goed kan voorstellen dat het incident op de brug de aanleiding is voor het klinisch manifest worden van de blessure”.Het waterschap wijst er op dat de blessure die voor de langdurige uitval heeft gezorgd, de tussenpees blessure, op zich niet wordt toegeschreven aan het ongeval op de brug maar mogelijkerwijs aan het gebruik als sportpaard. Door [eisende partij] is ook een “Fachtierärtzlicher Bericht” betreffende het paard, opgesteld door Pferdekliniek Kerken, in het geding gebracht. Uit dit verslag volgt dat het paard op 26 mei 2015, dus ruim een maand na het ongeval, door de kliniek is onderzocht. In het verslag valt te lezen:
“Hauptbefund war eine Desmopathie des Fesselträgers hinten rechts. Ursache war ein Unfall am 17.04.2015.In dit verslag wordt de oorzaak van het letsel dus wel volledig toegeschreven aan het ongeval op 17 april 2015.