Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- het tussenvonnis van 7 december 2016;
- de akte rectificatie partijaanduiding.
2.De verder beoordeling
- dagvaarding € 80,77
- griffierecht 471,00
- salaris gemachtigde
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 1 maart 2017 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap I-FINANCE.NL B.V., handelend onder de naam EDR WORKS, en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De eisende partij verzocht om rectificatie van de partij-aanduiding, omdat er onduidelijkheid bestond over wie als contractspartij moest worden aangemerkt. De kantonrechter oordeelde dat de rectificatie kon plaatsvinden, omdat de gedaagde partij geen verweer had gevoerd tegen de wijziging en er geen benadeling was opgetreden. De kantonrechter overwoog dat de gedaagde partij, ondanks de vergissing in de partij-aanduiding, voldoende op de hoogte was van de procedure en de vordering van de eisende partij. De eisende partij had een kredietovereenkomst met de gedaagde partij, waarbij een bedrag van € 4.679,46 was verstrekt. De gedaagde had dit bedrag niet ontvangen, maar had wel aflossingen verricht. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde verplicht was om het bedrag terug te betalen, omdat de kredietovereenkomst geldig was, ondanks het feit dat deze niet door de eisende partij was ondertekend. De vordering van de eisende partij werd toegewezen, en de gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 4.306,19, vermeerderd met rente, en in de proceskosten.