Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
VOLKSBANK N.V.,
1.De procedure
- de dagvaarding met producties
- de door Volksbank N.V. ingezonden producties
- de mondelinge behandeling
- de pleitnota van Volksbank N.V.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
816,00
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 20 februari 2017 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiser en Volksbank N.V. De eiser, die een hypothecaire lening had afgesloten, verkeerde in een aanzienlijke betalingsachterstand. De hypotheekhouder, Volksbank N.V., had aangekondigd de woning van de eiser openbaar te verkopen vanwege deze achterstand. De eiser vorderde in kort geding een bevel aan Volksbank N.V. om de executieveiling te staken, zodat hij de mogelijkheid zou krijgen om de achterstand in te lopen en een hogere verkoopopbrengst te genereren. De voorzieningenrechter oordeelde dat de hypotheekhouder in redelijkheid tot de uitoefening van het recht van parate executie kon komen, gezien de langdurige betalingsachterstand en het niet nakomen van toezeggingen door de eiser. De voorzieningenrechter concludeerde dat de door de eiser gestelde feiten en omstandigheden onvoldoende grondslag boden voor de conclusie dat Volksbank N.V. misbruik maakte van haar bevoegdheid. De vordering van de eiser werd afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten van Volksbank N.V.