Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
momentopname 4wordt duidelijk dat de verdachte bij zijn praktijken volop arbeidsovereenkomsten en salarisspecificaties voorradig had en gebruikte. Bij [slachtoffer 8] kwam al een valse werkgeversverklaring naar voren.
- arbeidsovereenkomsten;
- salarisspecificaties en loonbriefjes;
- bankafschriften en (kopieën van) bankpassen;
- (aanvragen van) creditcards;
- zorgpassen;
- post en bescheiden in relatie tot telecomproviders.
,hebben daarover verklaard. De aangevers van de tenlastelegging, die verklaard hebben voor werk te zijn gekomen, zijn daar ook in latere verklaringen bij gebleven.
5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
8.De straf en/of de maatregel
9.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
- [slachtoffer 1] vordert een schadevergoeding van € 10.101,11, waarvan € 7.500,- voor geleden immateriële schade (smartengeld), te vermeerderen met de wettelijke rente;
- [slachtoffer 2] vordert een schadevergoeding van € 856,08 voor geleden materiele schade;
- [slachtoffer 3] vordert een schadevergoeding van € 50.962,51, waarvan € 15.000,- voor geleden immateriële schade (smartengeld), te vermeerderen met de wettelijke rente. Daarnaast vordert deze benadeelde partij een contactverbod ten aanzien van de verdachte;
- [slachtoffer 4] vordert een schadevergoeding van € 5.999,89, waarvan € 5.000,- voor geleden immateriële schade (smartengeld), te vermeerderen met de wettelijke rente;
- [slachtoffer 5] vordert een schadevergoeding van € 2.000 voor geleden immateriële schade (smartengeld), te vermeerderen met de wettelijke rente;
- [slachtoffer 7] vordert een schadevergoeding van € 21.668,31 voor geleden materiele schade met daarnaast een door de rechtbank te bepalen bedrag voor geleden immateriële schade (smartengeld), te vermeerderen met de wettelijke rente.
- De vordering van [slachtoffer 1] dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 7.608,11, waarvan € 5.000,- voor geleden immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Daarbij moet de schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd aan de verdachte;
- De vordering van [slachtoffer 2] moet worden afgewezen omdat de gevorderde schade geen rechtstreeks verband houdt met het strafbare feit, zoals de officier van justitie dat bewezen acht;
- De vordering van [slachtoffer 3] dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 10.943,51 waarvan € 2.000,- voor geleden immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente. Daarbij moet de schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd aan de verdachte. De vordering tot het opleggen van een contactverbod moet worden afgewezen;
- De vordering van [slachtoffer 4] dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 1.250,- voor geleden immateriële schade (smartengeld), te vermeerderen met de wettelijke rente. Daarbij moet de schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd aan de verdachte;
- De vordering van [slachtoffer 5] dient te worden toegewezen tot een bedrag van € 1.000,- voor geleden immateriële schade (smartengeld), te vermeerderen met de wettelijke rente. Daarbij moet de schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd aan de verdachte;
- De vordering van [slachtoffer 7] dient te worden afgewezen omdat deze niet aan de formele vereisten voldoet.
10.De wettelijke voorschriften
12.De beslissing
De ontvankelijkheid van de officier van justitie
- verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte voor de feiten tot
- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest en in overleveringsdetentie is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ten aanzien van feit 1 toe en veroordeelt de verdachte hoofdelijk om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan
- wijst de vordering voor het overige af;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] ten aanzien van feit 4 toe en veroordeelt de verdachte hoofdelijk om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de
- wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] voor het overige af;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op nihil;
- legt aan de verdachte
- bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen;
- verklaart
- veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde 1] in de kosten door de verdachte ter verdediging gemaakt, tot heden begroot op nihil;
- verklaart
- veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde 2] in de kosten door de verdachte ter verdediging gemaakt, tot heden begroot op nihil;
- verklaart
- veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde 3] in de kosten door de verdachte ter verdediging gemaakt, tot heden begroot op nihil;
- verklaart
- veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde 4] in de kosten door de verdachte ter verdediging gemaakt, tot heden begroot op nihil;
- verklaart
- veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer 2] in de kosten door de verdachte ter verdediging gemaakt, tot heden begroot op nihil;
- verklaart
- veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer 3] in de kosten door de verdachte ter verdediging gemaakt, tot heden begroot op nihil;
- verklaart
- veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer 5] in de kosten door de verdachte ter verdediging gemaakt, tot heden begroot op nihil;
- verklaart
- veroordeelt de benadeelde partij [slachtoffer 7] in de kosten door de verdachte ter verdediging gemaakt, tot heden begroot op nihil.