Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de conclusie van repliek
- de conclusie van dupliek.
2.De feiten
- Van 4 september 2006 tot en met 30 september 2009 in dienst van uitzendbureau Pegas Pro BV en werkzaam voor Bouwbedrijf [A] BV;
- Van 1 oktober 2009 tot en met 30 september 2011 in dienst bij Bouwbedrijf [A] BV;
- Vanaf 3 oktober 2011 tot 25 juli 2012 in dienst van Man@Work en werkzaamheden verricht bij Bouwbedrijf [A] BV.
UITVOERING OPDRACHTis het volgende vermeld:
3.Het geschil
omdat er in ieder geval bij Man@Work een andere overeenkomst hoort te zijn dan hij nu op papier heeft. De arbeidsvoorwaarden bij [A] waren echter beter gaf u aan, dus misschien beter om dat eerst verder uit te laten zoeken”.
- De verstrekte opdracht strekt zich niet uit tot de rechtsverhouding met Man@Work;
- Op grond van het juiste advies van mr. Lataster wist eisende partij dat hij een aanspraak had op Man@Work; na het vonnis van de voorzieningenrechter wist eisende partij dat hij niet alleen aanspraak had op loon, maar ook dat hij zich expliciet bereid moest verklaren om arbeid te leveren;
- Een bereidverklaring is geen vereiste om aanspraak te maken op loon; een dergelijke verklaring verschuift slechts de bewijslast.
4.De beoordeling
- dagvaarding € 99,88
- griffierecht 223,00
- salaris gemachtigde
5.De beslissing
- een bedrag van € 3.946,22, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van opeisbaarheid tot aan de voldoening,
- een bedrag van € 519,63 ter zake buitengerechtelijke kosten,