Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
(hierna: [verzoeker] )
Mr. E.H.J.M. RUTTEN, in zijn hoedanigheid van voormalig curator in het faillissement van verzoeker,
2.
Mr. E.Ph. ROELOFS, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van verzoeker,
beiden kantoorhoudende te Maastricht,
1.De procedure
- het verzoekschrift, inhoudende hoger beroep tegen de beschikking van 15 augustus 2016 van de rechter-commissaris in het faillissement van verzoeker op grond van artikel 69 van de Faillissementswet (Fw), bij deze rechtbank binnengekomen gekomen op 19 augustus 2016,
- de brieven met bijlagen van mr. Loonen, zoals ontvangen op 3 oktober 2016 en 2 november 2016,
- het advies van de rechter-commissaris, zoals ontvangen op 17 november 2016,
- de mondelinge behandeling op 7 februari 2017.
- namens verzoeker mr. Loonen;
- de curatoren.
2.De feiten
3.Het beroep en de gronden
- De rechter-commissaris heeft ten onrechte het verzoek om een som vast te stellen ter voorziening in het levensonderhoud afgewezen. Hierdoor kan verzoeker niet in zijn levensonderhoud voorzien, hetgeen ook gevolgen heeft voor zijn partner. Verzoeker erkent dat er geen beroep open staat tegen dergelijke beslissingen, maar hij beroept zich op art. 6 EVRM. Hij stelt daartoe dat de rechter-commissaris niet beschouwd kan worden als een onafhankelijke rechterlijke instantie, nu deze ook belast is met de controle op het beheer door de curator van het onderhavige faillissement. Daarnaast stelt verzoeker dat de rechter-commissaris zijn recht op hoor- en wederhoor heeft geschonden door de reactie van de curator niet tijdig toe te zenden, zodat verzoeker niet geïnformeerd is over de informatie die mede tot het oordeel van de rechter-commissaris heeft geleid en verzoeker ook niet in de gelegenheid is gesteld op deze informatie te reageren.
- Verzoeker wenst de identiteit te vernemen van degene die kennelijk melding heeft gemaakt van het feit dat verzoeker banktegoeden zou hebben in Luxemburg, met de door deze verstrekte informatie, nu hij zich niet kan verweren tegen anonieme aantijgingen.
a. concreet en gespecificeerd aan te geven welke stukken, gegevens en informatie verzoeker dient te verstrekken;