Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding van 7 november 2016 met 9 producties
- de brieven van Weller van 24 november 2016 met (in totaal) 13 producties
- de mondelinge behandeling op 28 november 2016, waarbij de zaak is aangehouden in afwachting van de behandeling door een andere kantonrechter
- de brief van [eiseres] van 10 januari 2017 met drie producties
- de brieven van 12 en 13 januari 2017 van Weller met (in totaal) twee producties
- de mondelinge behandeling op 16 januari 2017, bij welke gelegenheid door Weller een pleitnota is overgelegd
- de brief van Weller van 19 januari 2017 met drie producties.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
- de buitengevels zijn niet voorzien van spouwventilatie
- de buitenramen bestaan uit enkel, niet isolerend glas
- de constructieve begane grond is van beton en niet geïsoleerd
- de bodem van de holle ruimte is niet waterdampdicht afgedekt
- in de kelderruimte is geen doorgaande ventilatie
- de mechanische ventilatie van de badkamer werkt niet, althans niet naar behoren
(bouw)voorschriften bestaan op grond waarvan geoordeeld moet worden dat er op deze punten sprake is van gebreken. De kantonrechter overweegt dat inderdaad niet gebleken is dat de woning op voornoemde punten niet voldoet aan de wijze waarop woningen in 1956 gebruikelijk werden gebouwd. Dat de door [eiseres] gestelde vochtproblemen in de woning worden veroorzaakt door de in onderdeel 4.7. vermelde punten is voorts verre van zeker.