ECLI:NL:RBLIM:2017:12795
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Vervallenverklaring schriftelijke aanwijzing in gezagskwestie met betrekking tot minderjarigen
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Limburg op 11 augustus 2017 uitspraak gedaan in een verzoek van de vader om een schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg (GI) te vervallen te verklaren. De vader, die samen met de moeder het gezag uitoefent over de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2], heeft aangevoerd dat de GI hem onvoldoende heeft geïnformeerd over de inhoud van de aanwijzing en dat hij niet de gelegenheid heeft gehad om hierop te reageren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de schriftelijke aanwijzing niet op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, omdat de GI niet voldoende heeft geprobeerd om de gewenste medewerking van de ouders te verkrijgen door overleg en overreding. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de vader ontvankelijk is in zijn verzoek, omdat dit tijdig is ingediend. De kinderrechter heeft de schriftelijke aanwijzing van de GI, gedateerd 7 juni 2017, geheel vervallen verklaard, omdat deze niet voldeed aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht. Het verzoek van de vader om de GI te verzoeken een aanwijzing te doen uitgaan naar de moeder is afgewezen, omdat hieraan geen wettelijke basis ten grondslag ligt. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.