Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verloop van de procedure
- het op 22 maart 2016 ingediende verzoekschrift met producties;
- de brief van 13 mei 2016 van de ambtenaar;
- de brief van 13 maart 2017 van de raad en het daarbij gevoegde rapport van 9 maart 2017;
- de brief van 6 juli 2017, met productie, van de advocaat van verzoekers;
- de brief van 10 november 2017, met producties, van de advocaat van verzoekers, waarbij de verzoeken deels zijn gewijzigd.
2.De feiten
3.De verzoeken
- primair: de buitenlandse adoptie van de kinderen door verzoekers erkent;
- verstaat dat de kinderen de voornamen ‘[voornamen minderjarige 1]’ respectievelijk ‘[voornamen minderjarige 2]’ en de geslachtsnaam [geslachtsnaam]’ zullen hebben;
- de inschrijving gelast van de geboorteaktes van de kinderen, onder eventuele aanvulling van de geboortegegevens, subsidiair de geboortegegevens van de kinderen vaststelt en de inschrijving daarvan gelast.
4.Het standpunt van de ambtenaar
5.Het standpunt van de raad
6.De beoordeling
16 september 2015 uitgesproken adoptie van de kinderen door verzoekers van rechtswege in Nederland wordt erkend of voldoet aan de voorwaarden voor erkenning, hetzij op grond van het HAV1993, hetzij, als dat Verdrag niet van toepassing is, op grond van artikel 10:108 BW of artikel 10:109 BW. Indien sprake is van een voor erkenning vatbare buitenlandse adoptiebeslissing, komt de rechtbank niet meer toe aan het verzoek om de adoptie naar Nederlands recht uit te spreken.
10:109 BW.
- aan die beslissing kennelijk geen behoorlijk onderzoek of behoorlijke rechtspleging is voorafgegaan, of
- de erkenning van die beslissing kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde, waarvan in elk geval sprake is indien de beslissing kennelijk op een schijnhandeling betrekking heeft.
artikel 1:228 BW betreft overweegt de rechtbank als volgt:
- de kinderen zijn op de dag van het eerste verzoek minderjarig;
- de kinderen zijn geen kleinkinderen van de man;
- de man is ten minste achttien jaren ouder dan de kinderen;
- van tegenspraak van de oorspronkelijke ouders van de kinderen kan geen sprake zijn, omdat ze zijn overleden;
- de vrouw stemt in met de adoptie;
- de man heeft, vanaf het moment dat hij en de vrouw de kinderen feitelijk gezamenlijk verzorgen en opvoeden, de kinderen ten minste een jaar mede verzorgd en opgevoed;
- de vrouw heeft het eenhoofdig gezag over de kinderen.
7.De beslissing
- de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage, dit onder bijvoeging van een afschrift van de adoptiebeslissingen van 16 september 2015 (‘Enrolment of Order’, productie 10 bij het verzoekschrift, en ‘Final Adoption of Order’, productie gevoegd bij brief van 6 juli 2017 van de advocaat van verzoekers);
- de griffier van het centraal gezagsregister om daarin op de voet van artikel 2, aanhef en onder k, Besluit gezagsregisters aantekening te houden van de onderhavige uitspraak betreffende de (erkenning van de) adoptie;