In deze zaak, die zich afspeelt in Maastricht, heeft eiseres een kort geding aangespannen tegen gedaagde met als doel een gebieds- en contactverbod te verkrijgen. De eiseres, die samen met haar twee minderjarige kinderen na een verbroken huwelijk weer samenwoont met haar echtgenoot, stelt dat gedaagde zich agressief heeft gedragen en haar en haar kinderen heeft lastiggevallen. De procedure begon met een dagvaarding op 28 november 2017, gevolgd door een mondelinge behandeling op 21 december 2017. Eiseres vordert onder andere dat gedaagde zich gedurende twee jaar niet in de gemeente van eiseres mag bevinden en geen contact met haar of haar kinderen mag opnemen.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiseres beoordeeld en geconcludeerd dat er onvoldoende concrete aanwijzingen zijn dat gedaagde zich schuldig maakt aan de gestelde gedragingen. De overgelegde bewijsstukken, waaronder sms-berichten en social media-berichten, waren niet overtuigend genoeg om de vordering te onderbouwen. De rechter oordeelt dat voor een inbreuk op de vrijheid van gedaagde, zoals gevorderd door eiseres, in hoge mate aannemelijke feiten en omstandigheden moeten worden aangetoond, wat in dit geval niet is gebeurd.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter de vorderingen van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de kosten van het geding, die aan de zijde van gedaagde zijn begroot op € 894,00. Dit vonnis is uitgesproken door mr. F.J.F. Gerard op 22 december 2017.