ECLI:NL:RBLIM:2017:12518
Rechtbank Limburg
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen kantonrechter in civiele procedure
In deze zaak heeft verzoekster een wrakingsverzoek ingediend tegen mr. R.A.J. van Leeuwen, kantonrechter in de rechtbank Limburg, naar aanleiding van een civiele procedure waarin zij betrokken was. De procedure betrof een vordering van [A] tot ontbinding van een huurovereenkomst en betaling van achterstallige huur. Tijdens een comparitie van partijen op 30 november 2017 heeft verzoekster de kantonrechter mondeling gewraakt, omdat zij zich niet voldoende gehoord voelde en de indruk had dat de kantonrechter niet eerlijk het proces leidde. De wrakingskamer heeft op 11 december 2017 het verzoek tot wraking behandeld, waarbij zowel verzoekster als de kantonrechter niet aanwezig waren. De kantonrechter had eerder schriftelijk gereageerd op het wrakingsverzoek en aangegeven niet in te stemmen met de wraking. De wrakingskamer heeft beoordeeld of er feiten of omstandigheden waren die de onpartijdigheid van de rechter in twijfel trokken. De wrakingskamer concludeerde dat de gronden van het verzoekster voornamelijk betrekking hadden op een procesbeslissing van de kantonrechter, wat in beginsel geen grond voor wraking vormt. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid was en heeft het verzoek tot wraking afgewezen. De beslissing is genomen door de meervoudige kamer van de wrakingskamer, bestaande uit drie rechters, en is uitgesproken op 11 december 2017.