4.3.Verhuurder heeft Opmax een aanbod gedaan als bedoeld in artikel 6:217 lid 1 BW door het toezenden van een concept huurovereenkomst. Opmax heeft het aanbod ondertekend met de opmerking ‘onder voorbehoud van vraagstellingen (…)’ en op 14 april 2014 afgegeven aan Verhuurder. Bij de concept huurovereenkomst heeft Opmax een ‘addendum’ gevoegd met een aantal vragen c.q. opmerkingen.
De kantonrechter ziet zich voor de vraag gesteld of deze vragen c.q. opmerkingen van Opmax kunnen worden aangemerkt als zodanige afwijkingen van het aanbod dat er van aanvaarding geen sprake is maar van een nieuw aanbod (dat nooit is aanvaard zodat de oude overeenkomst van kracht is gebleven) of dat slechts sprake is ‘ondergeschikte punten’, zoals bedoeld in artikel 6:225 lid 2 BW, zodat wel een nieuwe overeenkomst tot stand is gekomen. Teneinde die vraag te beantwoorden zal de kantonrechter deze opmerkingen hieronder een voor een bespreken.
1.
Wij kennen geen de heer [X] , ik neem aan dat deze tekenbevoegd is en derhalve rechtsgeldig.
De kantonrechter is van oordeel dat dit geen verzoek is om de overeenkomst te wijzigen, maar enkel een vraag om opheldering.
2.
Adres is [adres kantoorruimte] [nummer A kantoorruimnte] .
Ter zitting heeft Opmax toegelicht dat zij van de Gemeente bericht had ontvangen dat het huisnummer werd gewijzigd van [nummer kantoorruimte] in [nummer A kantoorruimnte] . Hoewel dit bericht van de Gemeente min of meer door Verhuurder wordt betwist, staat vast dat de gehuurde ruimte hetzelfde zou blijven. Het gaat hier naar het oordeel van de kantonrechter dan ook niet om een essentiële wijziging van de overeenkomst.
1.1 Er is sprake van een gewaarmerkte tekening. Waar is deze?
De kantonrechter stelt vast dat in de concept huurovereenkomst onder paragraaf 1.1 wordt vermeld dat er aan de huurovereenkomst een tekening is gehecht. Deze vraag van Opmax kan niet als een verzoek tot wijziging van de huurovereenkomst worden aangemerkt maar wederom enkel als een vraag om opheldering.
4.
Er wordt meerdere malen verwezen naar de algemene bepalingen. Wij hebben deze niet overhandigd gekregen en kunnen deze ook niet vinden. Wij kunnen geen akkoord geven zonder de inhoud daarvan te weten. Dit geldt voor:
a.
3.5, b. 4.1, c. 4.3., d. 4.4.
Ter zitting heeft Opmax toegelicht dat zij achteraf heeft vernomen dat het om dezelfde algemene bepalingen ging die van toepassing waren op de oorspronkelijke overeenkomst. Dat was voor Opmax op het moment van ondertekenen van de concept huurovereenkomst niet duidelijk. Naar het oordeel van de kantonrechter is niet gebleken dat Opmax met deze opmerking heeft beoogd de overeenkomst te wijzigen.
5.
Een huurachterstand van 2 maanden is meer dan redelijk. Een foutje van ons of bank kan zomaar leiden tot ontbinding en dat is te risicovol.
De bepaling waar Opmax hier naar verwijst betreft artikel 3.6. van de overeenkomst. Hierin is - kort gezegd - vermeld dat een huurachterstand van 1 maand ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Hoewel hiermee wel wordt beoogd de overeenkomst te veranderen, acht de kantonrechter deze wijziging slechts ondergeschikt van aard. Het betreft geen essentieel onderdeel van de overeenkomst en het betreft een relatief klein verschil als het gaat om de uitbreiding van de periode.
5.2 lijkt ons niet verstandig
Dit betreft een opmerking over het wel of niet in rekening brengen van omzetbelasting over de huurprijs. Van een verzoek tot wijziging van de overeenkomst is naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake.
7.
Artikel 6 wordt wel naar verwezen
Ter zitting is komen vast te staan dat het hier gaat om een door Opmax geconstateerde tekstuele fout, derhalve geen wijziging van de overeenkomst zoals hier bedoeld.
De kantonrechter komt tot de conclusie dat, voor zover er al sprake is van afwijkingen als bedoeld in artikel 6:225 lid 2 BW, deze afwijkingen als ondergeschikt kunnen worden aangemerkt.