ECLI:NL:RBLIM:2017:1246

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
15 februari 2017
Publicatiedatum
10 februari 2017
Zaaknummer
5525308 cv16-10991
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis over voortzetting van een sim-only abonnement na het verstrijken van de contractduur

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 15 februari 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DIRECT PAY SERVICES B.V. en een gedaagde partij die in persoon procedeerde. De gedaagde had op 17 december 2012 een sim-only abonnement afgesloten bij T-Mobile, de rechtsvoorgangster van de eisende partij, voor een periode van 24 maanden. Na het verstrijken van deze termijn is de overeenkomst voortgezet in een overeenkomst voor onbepaalde tijd, die maandelijks opzegbaar is. De gedaagde heeft echter nagelaten de overeenkomst op te zeggen en heeft op 30 november 2014 een nieuw abonnement afgesloten bij een andere provider.

De eisende partij vorderde betaling van € 89,37, vermeerderd met rente en kosten. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde partij in de veronderstelling verkeerde dat de overeenkomst was geëindigd door het verstrijken van de termijn en het afsluiten van een nieuw abonnement. Dit bleek onjuist, aangezien de overeenkomst door het niet opzeggen was voortgezet. De kantonrechter wees de vordering van de eisende partij toe, inclusief de gevorderde rente, maar wees de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten af omdat niet was voldaan aan de vereisten van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.

De gedaagde partij werd veroordeeld tot betaling van een totaalbedrag van € 105,64, vermeerderd met wettelijke rente, en in de proceskosten van de eisende partij, die op € 257,77 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 5525308 \ CV EXPL 16-10991
Vonnis van de kantonrechter van 15 februari 2017
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DIRECT PAY SERVICES B.V.,
gevestigd te Barendrecht,
eisende partij,
gemachtigde Webcasso B.V.,
tegen:
[gedaagde],
wonend [adres gedaagde] ,
[woonplaats gedaagde] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de conclusie van repliek
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Gedaagde partij heeft op 17 december 2012 een sim-only abonnement afgesloten bij T-Mobile, de rechtsvoorgangster onder bijzondere titel van eisende partij, voor de duur van 24 maanden.
2.2.
Op de overeenkomst zijn de algemene voorwaarden van T-Mobile van toepassing. Op basis van artikel 5.1 van deze voorwaarden is de overeenkomst na ommekomst van de 24 maanden voortgezet in een overeenkomst voor onbepaalde tijd die maandelijks opzegbaar is. Gedaagde partij heeft de overeenkomst niet opgezegd.
2.3.
Op 30 november 2014 heeft gedaagde partij een overeenkomst gesloten bij een andere provider.

3.Het geschil

3.1.
Eisende partij vordert – samengevat – veroordeling van gedaagde partij tot betaling van € 89,37, vermeerderd met rente en kosten.
3.2.
Gedaagde partij voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Vast staat dat geen opzegging als bedoeld in artikel 5.1 van de toepasselijke algemene voorwaarden heeft plaatsgevonden. Dit houdt in dat de op 17 december 2012 gesloten overeenkomst niet is geëindigd door het verstrijken van de overeengekomen duur van 24 maanden, maar is verlengd in een overeenkomst voor onbepaalde duur waarbij maandelijkse opzegging mogelijk is. Kennelijk verkeerde gedaagde partij in de veronderstelling dat aan de overeenkomst door het verstrijken van de overeengekomen duur en het feit dat zij bij een andere provider een nieuw abonnement heeft afgesloten, een einde was gekomen. Dit is echter een onjuist uitgangspunt.
4.2.
Door het niet opzegging van de overeenkomst is deze voortgezet en gedaagde partij is daarom gehouden de daaraan verbonden kosten te voldoen tot aan het moment dat de overeenkomst door ontbinding in verband met het niet betalen is beëindigd. De vraag of gedaagde partij al dan niet gebruik heeft gemaakt van de diensten van eisende partij, is niet relevant.
4.3.
Het verweer van gedaagde partij wordt verworpen en de vordering van eisende partij kan worden toegewezen, met inbegrip van de gevorderde rente.
Eisende partij maakt verder aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim op/na 1 juli 2012 is ingetreden.
De gevorderde vergoeding komt echter niet voor toewijzing in aanmerking, nu niet gebleken is dat in de aanmaning aan gedaagde partij een betalingstermijn van 14 dagen na ontvangst van de aanmaning is gegeven, zoals vereist door artikel 6:96 lid 6 BW.
4.4.
Gedaagde partij zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van eisende partij worden begroot op:
  • dagvaarding € 80,77
  • griffierecht 117,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 257,77
4.5.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1.
veroordeelt gedaagde partij om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisende partij te betalen een bedrag van € 105,64, vermeerderd met de wettelijke rente over € 89,37 vanaf 10 oktober 2016 tot aan de voldoening,
5.2.
veroordeelt gedaagde partij in de proceskosten aan de zijde van eisende partij gevallen en tot op heden begroot op € 257,77,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Rijksen en in het openbaar uitgesproken.
type: plg
coll: