Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
- de dagvaarding
- de conclusie van antwoord
- de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald
- de comparitie van partijen op 27 november 2017.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vordert de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AUTOSCHADE HORST B.V. betaling van reparatiekosten van € 3.216,66 van de gedaagde partij. De gedaagde partij heeft verweer gevoerd, stellende dat de overeenkomst onder een opschortende voorwaarde is aangegaan, maar dit is niet komen vast te staan. De procedure begon met een dagvaarding en een conclusie van antwoord, gevolgd door een comparitie van partijen op 27 november 2017. Tijdens deze comparitie heeft de echtgenoot van de gedaagde partij erkend dat een deel van de vordering, betreffende een factuur van € 482,02, verschuldigd is. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde partij opdracht heeft gegeven voor de reparatiewerkzaamheden en dat er geen opschortende voorwaarde van toepassing is. De kantonrechter heeft de vordering van eisende partij voor het bedrag van € 2.734,60 toegewezen, evenals de daarover gevorderde rente. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten en schade is afgewezen wegens gebrek aan onderbouwing. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.