ECLI:NL:RBLIM:2017:12343

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
15 december 2017
Publicatiedatum
15 december 2017
Zaaknummer
03/659193-14
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervaardigen en uitgeven van valse bankbiljetten met oplichting en wapenbezit

Op 15 december 2017 heeft de Rechtbank Limburg in Roermond uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het vervaardigen van valse bankbiljetten, oplichting en het voorhanden hebben van wapens. De verdachte, bijgestaan door advocaat mr. M.F.M. Geeratz, werd beschuldigd van meerdere feiten die zich tussen 1 november 2013 en 19 mei 2014 hebben voorgedaan. De tenlastelegging omvatte het opzettelijk namaken van bankbiljetten, oplichting van een benadeelde door middel van valse biljetten, en het voorhanden hebben van wapens en munitie van categorie III. Tijdens de zittingen op 27 en 30 oktober 2017 zijn de standpunten van de officier van justitie en de verdediging besproken. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 30 maanden, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak van enkele feiten. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan het namaken van bankbiljetten en oplichting, maar sprak hem vrij van het vierde feit. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 365 dagen, waarvan 312 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren. Tevens werd de verdachte verplicht om een schadevergoeding van € 260,00 aan de benadeelde partij te betalen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/659193-14
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 15 december 2017
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. M.F.M. Geeratz, advocaat, kantoorhoudende te Venlo.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 27 en 30 oktober 2017. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Het onderzoek ter terechtzitting is op 15 december 2017 gesloten.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
feit 1:in de periode van 1 november 2013 tot en met 19 mei 2014 samen met (een) ander(en) opzettelijk bankbiljetten heeft nagemaakt/vervalst, met het oogmerk om deze als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven;
feit 2:op 12 mei 2014 samen met (een) ander(en) [benadeelde] heeft opgelicht;
feit 3:op 19 mei 2014 wapens en munitie van categorie III voorhanden heeft gehad;
feit 4:op 19 mei 2014 opzettelijk 42,5 gram amfetamine aanwezig heeft gehad.
Daarnaast is er een door verdachte bekend strafbaar ad info feit (vermeld op de dagvaarding) ter kennis van de rechtbank gebracht, zodat de rechtbank - in het geval van strafoplegging - ook met dit feit rekening kan houden. De verdediging heeft hiermee ingestemd.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde zal worden bewezen verklaard.
Ten aanzien van feit 1 is de officier van justitie van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachte vanaf 1 november 2013 valse bankbiljetten heeft nagemaakt. De officier van justitie heeft daarbij verwezen naar het contact tussen verdachte en [naam 11] en de verklaring van [medeverdachte 3] dat zij vanaf oktober-november 2013 door verdachte werd benaderd om zegels te maken. Deze verklaring wordt ondersteund door de zendmastgegevens van de mastlocatie G. Grootestraat 72 te Eindhoven.
Met betrekking tot feit 2 heeft de officier van justitie verwezen naar de aangifte, de bakengegevens, de in de woning van verdachte aangetroffen bon van juwelier [naam juwelier] en het valse bankbiljet met hetzelfde serienummer als waarmee aangever betaald werd en het door aangever opgegeven signalement. Bovendien is één ring bij [medeverdachte 4] aangetroffen en heeft verdachte verklaard dat hij één van de ringen heeft weggegooid en dat hij niet wil verklaren hoe hij aan die ring is gekomen.
De officier van justitie heeft zich verder op het standpunt gesteld dat verdachte vrijgesproken dient te worden van feit 4, nu dit feit abusievelijk aan verdachte is tenlastegelegd.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 2 en 4 tenlastegelegde. Het onder 1 en 3 tenlastegelegde kan worden bewezen verklaard.
Met betrekking tot feit 1 heeft de raadsman aangevoerd dat er enkel wettig bewijs is voor een periode vanaf half februari 2014. Dit is de periode ten opzichte waarvan verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat er weliswaar aanwijzingen zijn voor de betrokkenheid van verdachte bij dit feit, maar dat er onvoldoende wettig bewijs is om verdachte te kunnen veroordelen.
3.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Feit 1
Uit tapgesprekken blijkt dat [medeverdachte 2] op zoek is naar 4000 nepbiljetten van 50 euro voor vrijdag 14 februari 2014. [2]
Op 12 tot en met 14 februari 2014 vinden er diverse gesprekken/sms-berichten plaats tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] . De gesprekken zijn omschreven vanuit de telefoon van [medeverdachte 2] . [3]
12 februari 2014 te 21:21:34 uur (uitgaand)
“Hij wil 2000 (…) dus knallen we ff tot vrydag samen.”
12 februari 2014 te 21:24:23 uur (uitgaand)
“(…) dan maken we die ffkes (…)”
12 februari 2014 te 21:31:36 uur (uitgaand)
“Bij mijn oma hoelaat ongv? (…)”
12 februari 2014 te 21:41:10 uur (inkomend)
“(…) dadelijk beginnen of morge?”
12 februari 2014 te 22:23:36 uur (uitgaand)
“Maakt mij niks uit als ze vrijdag 7u maar af zijn (…)”
(…)
12 februari 2014 te 23:29:02 uur (uitgaand)
“(…) morgen komt mijn broer helpen en geef ik hem 3meijer vrijdag dan zijn we met 3.”
(…)
13 februari 2014 te 02:05:15 uur (uitgaand)
“Weet je wat je doet zet die printer gewoon aan en zodra die klaar zijn breng je mij het deel wat ik moet strijken en dan heb ik ze optijd af en die 6 kan je vanuit gaan dat die vrydag betaald zijn dat stryken is zo af met 4 man paar uurtjes komt goed.”
(…)
13 februari 2014 te 12:34:37 uur (inkomend)
“Ben der druk mee bezig kom vnvd na jou.”
13 februari 2014 te 13:14:11 uur (uitgaand)
“Is goed heb je ze dan allemaal geprint denk je? (…)”
(…)
13 februari 2014 te 13:44:47 uur (uitgaand)
“Morgen 8 uur precies hebben we al het geld delen we het (…)”Is goed heb je ze dan allemaal geprint denk je? (…)”
(…)
13 februari 2014 te 14:06:49 uur (uitgaand)
“Haal die zegels nou maar en breng alvast mijn oma gaat beginnen met stryken samen met mij en me broer dus met 3 man (…)”
13 februari 2014 te 14:08:45 uur (inkomend)
“Probeer jij zoveel mogelijk voorkanten te maken, zaak draaid hier volop doe men best.”
13 februari 2014 te 14:09:27 uur (inkomend)
“Maar die 2000 krijgk nie af maar ken ik doen ondertussen we het strijke doen.”
(…)
13 februari 2014 te 14:13:55 uur (uitgaand)
“Zorg jy maar voor die zegels (…)”
(…)
13 februari 2014 te 14:25:51 uur (uitgaand)
“Ik laat die jongens dat niet doen dus mijn broer oma en mn schoonzusje en ik en jy gaan stryken dus 5 man dan komt het af heb gezegd de hele nacht door tot het af is dus komt goed ik ga nu printen”
(…)
13 februari 2014 te 15:32:31 uur (uitgaand)
“Hoeveel heb je al geprint dan?”
13 februari 2014 te 15:35:31 uur (inkomend)
“Zo te telle valt tege denk ik een vierde deel ongeveer.”
(…)
13 februari 2014 te 16:38:45 uur (uitgaand)
“(…) dan vanavond onder het stryen laten we die printers beide doorlopen.”
13 februari 2014 te 16:45:46 uur (uitgaand)
“ [medeverdachte 2] belt met de vraag of [verdachte] dadelijk komt. [verdachte] zegt van wel. Hij zegt dat het lastig wordt om het te gaan halen. Hij zegt dit uit ervaring zegt hij zelf. [medeverdachte 2] zegt dat ze zelf ook een printer heeft die ze dan tegelijk met die andere wil laten lopen. Ze heeft een aantal mensen geregeld die komen helpen. Ze vraagt aan [verdachte] of hij zegels heeft. [verdachte] zegt dat hij die dadelijk gaat halen (…)”
(…)
13 februari 2014 te 17:08:18 uur (uitgaand)
“8 uur nodig voor 1500 stuks te primten met 2printers zijn dat er 4 in een minuut dan stryken met 5 man (…)”
(…)
13 februari 2014 te 18:59:13 uur (uitgaand)
“Ik ga over 20min na me oma hoelaat ben je er?”
13 februari 2014 te 18:59:57 uur (inkomend)
“Ben nou halen rond hslf negen.”
13 februari 2014 te 20:15:44 uur (uitgaand)
“(…) breng zo snel mogelijk.”
(…)
13 februari 2014 te 20:39:15 uur (uitgaand)
“Ik heb 3 strykijzers kan je er 2 meenemen? We zijn met 5.”
(…)
13 februari 2014 te 21:14:37 uur (inkomend)
“Breng jou deel over half uur die je moet maken, kenk mijne thuis doen is anders veel shouwen.”
(…)
13 februari 2014 te 22:27:55 uur (uitgaand)
“Ey jij hebt die echte 50 meegenomen.”
(…)
14 februari 2014 te 12:07:18 uur (uitgaand)
“Oke hoeveel krijg jy er af of heb jy er al af ik heb ze al gesneden.”
14 februari 2014 te 12:08:47 uur (inkomend)
“Ok snee wel recht? Zo ef tellen weten wa tekort komen (…).”
(…)
14 februari 2014 te 13:07:44 uur (uitgaand)
“Printer pakt dat geld niet.”
(…)
14 februari 2014 te 16:04:54 uur (uitgaand)
“Ja ik heb nog 80 zegels maar geen papier.”
14 februari 2014 te 16:06:51 uur (inkomend)
“(…) kom ik printer brengen (…).”
14 februari 2014 te 16:11:52 uur (inkomend)
“Kom zo neem alles mee maken jou af ok?”
14 februari 2014 te 16:12:03 uur (uitgaand)
“Kom nu hierheen met alles en we maken het af ik haal nieuwe inkt dan laat ik beide ff draaien dus kom.”
14 februari 2014 te 16:12:31 uur (uitgaand)
“En die snijmachine ook.”
(…)
14 februari 2014 te 16:58:23 uur (uitgaand)
“En neem echte mee we doen 3 tegelyk gister ook gedaan.”
(…)
14 februari 2014 te 17:13:41 uur (uitgaand)
“(…) hoeveel heb je nou helemaal af en hoeveel nog liggen (…).”
14 februari 2014 te 17:15:20 uur (inkomend)
“200 en stuk of 70 z nog.”
14 februari 2014 te 17:26:27 uur (inkomend)
“Kom eraan 5 min rijk aan.”
(…)
[medeverdachte 5] [4] heeft op 18 juni 2014 verklaard, zakelijk weergegeven, dat zij in de nacht van 13 op 14 februari 2014 in de woning van de oma van [medeverdachte 6] en [medeverdachte 2] zijn begonnen met het maken van de valse bankbiljetten. [verdachte] bracht een snijmachine, een printer en zegels en gaf uitleg hoe het moest. Ze zouden 1000 euro krijgen voor al die biljetten en dat zou dan verdeeld worden. [medeverdachte 2] , [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] zijn vervolgens met de bankbiljetten naar de afspraak voor de transactie gegaan.
Uit het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 april 2014 [5] blijkt onder meer het volgende:
Uit de printlijsten van [verdachte] (telefoonnummer [telefoonnummer 1] ) blijkt dat hij in de periode van december 2013 tot en met maart 2014 iedere maand eenmaal zich een langere periode bevindt onder het bereik van de zendmast gelegen aan de G. Grootestraat te Eindhoven. Voornoemd telefoonnummer bleek zich op 10 maart 2014 van 14.25 uur tot 17.29 uur onder bereik van de zendmast G. Grootestraat te Eindhoven te bevinden.
  • Op
  • Op
  • Op
  • Op
  • Op
  • Op dinsdag 11 maart2014 om 16.54 uur werd [verdachte] gebeld door [medeverdachte 9] : [verdachte] zegt dat hij er mee bezig is. [medeverdachte 9] zegt dat het voor 18.00 uur daar gebracht moet zijn. [verdachte] denkt dat het wel gaat lukken.
  • Op dinsdag 11 maart2014 om 17.47 uur werd [verdachte] gebeld door [medeverdachte 9] : [verdachte] zegt dat hij eraan komt. [medeverdachte 9] vraagt of het klaar is. [verdachte] zegt ja.
- Op
woensdag 12 maart 2014om 18.48 uur werd [verdachte] gebeld door [medeverdachte 9] : [medeverdachte 9] :
Ja, [verdachte]
: Ja
[medeverdachte 9] : Is 500 te weinig he
[verdachte] : Welk
[medeverdachte 9] : 500 te weinig
[verdachte] : Te weinig
[medeverdachte 9] : ja 500
[verdachte] :10 of wat
[medeverdachte 9] : Hoeveel briefjes waren het. (op de achtergrond hoor je een vrouw zeggen: “Ja 4500”)
[medeverdachte 9] : Hoeveel briefjes in totaal? (op de achtergrond hoor je een vrouw zeggen “Ja”)
[medeverdachte 9] : Ja 4500 in totaal
[verdachte] : Per dingen te weinig, wat bedoel je, het waren toch precies uh, ik snap het even niet wat je bedoeld.
[medeverdachte 9] : Het was gewoon te weinig 4500
[verdachte] : Dus een aantal zelf bedoel ik
[medeverdachte 9] : Dan is het 10 te kort he
[verdachte] : Ja die kan ik jou bij maken
[medeverdachte 9] : Ja dan moet je er twintig maken. Voor die andere mensen ook he. Die hadden ook te kort
[verdachte] : Ja die hadden te kort
[medeverdachte 9] : Ja die had ook te kort maak die maar bij gelijk
[verdachte] : Ja is goed is goed.
Het adres van [medeverdachte 3] , [adres medeverdachte 3] is gelegen binnen het bereik van de mastlocatie G. Grootestraat 72 te Eindhoven. [6]
Verdachte [7] heeft op 20 mei 2014 verklaard, zakelijk weergegeven, dat hij gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Hij heeft vals geld gemaakt. Dat waren briefjes van 20 en 50 euro. Hij heeft ze gekopieerd en uitgesneden. Ook heeft hij valse bankbiljetten verkocht. Twee maanden geleden heeft hij briefjes van 50 euro gemaakt en verkocht. Die van 20 euro wilde hij wel gaan verkopen. Op 21 mei 2014 [8] heeft hij verklaard, zakelijk weergegeven, dat hij [medeverdachte 2] kent. Zij wilde in februari 2014 valse bankbiljetten van 50 euro hebben. Hij heeft [medeverdachte 2] de printer gegeven, zegels gebracht en het voorgedaan. De zegels zijn zilveren zegels voor op de valse bankbiljetten. Die zegels heeft hij gekocht. Volgens [medeverdachte 2] zou de aflevering van de bankbiljetten fout zijn gegaan. Hij was daar boos over omdat hij een deel van de verkoopopbrengst zou krijgen. Hij heeft gezegd dat hij 300 euro wilde hebben. Op
3 juni 2014 [9] heeft hij verklaard, zakelijk weergegeven, dat [medeverdachte 2] in eerste instantie 4000 biljetten van 50 euro wilde hebben. Hij heeft ook een honderd biljetten gekopieerd en aan [medeverdachte 2] geleverd. [medeverdachte 2] zou samen met iemand anders de zegels erop gaan strijken. Op
10 juni 2014 [10] heeft hij verklaard, zakelijk weergegeven, dat de zegels die hij aan [medeverdachte 2] heeft geleverd van [medeverdachte 3] afkwamen.
Verdachte heeft ter terechtzitting van 27 oktober 2017 verklaard, zakelijk weergegeven, dat hij op 10 maart 2014 in de woning van [medeverdachte 3] is geweest om zegels te printen.
[medeverdachte 3] [11] heeft op 26 mei 2014 (te 12.45 uur) verklaard, zakelijk weergegeven, dat zij een paar keer zegels voor op bankbiljetten van 50 euro voor [verdachte] heeft gemaakt. [verdachte] is een keer bij haar binnen geweest toen zij in Oostenrijk was. [verdachte] wilde toen zelf die zegels uitsnijden bij haar thuis. Een Artcut-programma/bestand is een programma om de plotter aan te sturen. Door middel van Artcut werden die zegels met de plotter uitgesneden. Zij heeft zegels voor biljetten van 20 en van 50 euro gemaakt. De zegels werden door [verdachte] via de Whatsapp besteld. Hij bestelde ze een keer per maand of per een keer per anderhalve maand. Op 26 mei 2014 (te 14.15 uur) [12] heeft zij verklaard, zakelijk weergegeven, dat [verdachte] in november-december 2013 naar haar toe is gekomen om te vragen of zij die zegels voor hem wilde maken. Volgens haar zat [naam 11] toen al vast. (Opmerking rechtbank: uit het dossier blijkt dat [naam 11] op 7 december 2013 is opgepakt). Met betrekking tot de tapgesprekken van 10 maart 2014, heeft zij verklaard, zakelijk weergegeven, dat zij het sms-bericht met inhoud: “Mapje sp,en dan def of defje”, naar [verdachte] heeft gestuurd. Zij was in Oostenrijk en [verdachte] wilde de zegels zelf uitsnijden bij haar thuis. [verdachte] vroeg haar toen waar het bestandje stond waar de zegels mee gemaakt konden worden. In dat bestand stond de aansturing voor plotter om een zegel voor een bankbiljet van 50 euro te maken. Zij heeft dat sms-bericht gestuurd omdat [verdachte] veel haast had. Hij moest die zegels toen hebben. Alle afspraken die zij met [verdachte] had gingen over zegeltjes voor vals geld.
De rechtbank acht, gelet op de verklaring van [medeverdachte 3] , wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in elk geval vanaf 7 december 2013 is begonnen met het maken van valse bankbiljetten.
Feit 2
Aangever [benadeelde] [13] heeft op 14 mei 2014 - zakelijk weergegeven - verklaard:
Vanaf 31 maart 2014 heb ik twee gouden ringen op Marktplaats staan om te verkopen. Op maandag 12 mei 2014 werd ik om 21.34 uur gebeld door een onbekend persoon die de ringen zou willen kopen. Om 23.10 uur werd er bij mij thuis aangebeld. Dit is aan de [adres 1] . Ik deed open en ik zag twee mannen staan. Eén persoon, die links van mij stond, had donkere kleding aan en donker haar. De persoon die rechts stond had een grijze muts. Eén van deze personen had een tatoeage van letters op één van de handen. We zijn naar binnen gelopen. Ik heb de ringen laten zien. Ze wilden de ringen wel kopen voor 250 euro. Ik kreeg toen een stapeltje met geld. Dit waren vijf briefjes van 50 euro. Ik gaf de briefjes aan mijn partner en ik zag dat ze al naar de deur aan het lopen waren. Ik hoorde dat mijn partner tegen mij zei dat het niet klopte met het geld. Ik zag dat de jongens wegrenden. Ik hoorde een auto wegrijden. De ringen zien er als volgt uit: 1 ring met 1 briljant, 1 ring met 7 briljanten. Beide ringen hebben de datum 23-09-2011 erin gegraveerd. De aangeboden biljetten zijn voorzien van het volgende nummer: P28361002069. Alle biljetten hebben hetzelfde nummer. Indien ik geweten had dat de aangeboden biljetten onecht waren, had ik die niet geaccepteerd en de goederen niet aan die persoon afgegeven.
Op 19 mei 2014 werd een doorzoeking gedaan in de woning aan de [adres medeverdachte 4] . Tijdens deze doorzoeking werd een bon aangetroffen van het bedrijf genaamd [naam juwelier] Juwelier te Panningen. De bon is gericht aan: mevr./dhr./mej. [verdachte] , adres [adres medeverdachte 4] . De opdracht voor de reparatie is als volgt:
Gg. Trouwring. Maat 16 maken + graveren eruit./ [verdachte] , 20-7-2009 + grote ring alleen gravere uit + ook graveren [medeverdachte 4] 20-7-2009.De datum waarop de ringen zijn gebracht is 14 mei. Het telefoonnummer dat op de bon staat vermeld is [telefoonnummer 4] . Het blijkt dat dit telefoonnummer in gebruik is bij [medeverdachte 4] , geboren op 20 april 1988 te Maastricht. Uit GBA bevraging blijkt dat [verdachte] en [medeverdachte 4] op 20 juli 2009 zijn getrouwd. Tijdens de doorzoeking werden verschillende valse bankbiljetten aangetroffen van 20 euro en van 50 euro. Ook werden verschillende afdrukken en/of kopieën van biljetten van 20 euro en 50 euro aangetroffen. Op verschillende van deze biljetten staan registratienummers. Een van deze registratienummers van de 50 euro biljetten is P28361002069. [14]
Op 19 mei 2014 werd tijdens de insluitingsfouillering van [medeverdachte 4] een trouwring aangetroffen. De ring betreft een gouden ring met 6 kleine stenen en 1 grotere steen. In de ring staat gegraveerd: “ [verdachte] 20-7-2009”. [15]
Op 7 juni 2014 heeft verbalisant [verbalisant] de telefoon van [medeverdachte 4] uitgelezen en bekeken [16] . Uit dit onderzoek blijkt het volgende:
 Uit de inbox van het emailadres
[mailadres 1](welke staat opgeslagen onder de naam ‘ [medeverdachte 4] ’) blijkt dat er op 9 en 10 mei 2014 een mailwisseling heeft plaatsgevonden tussen vermoedelijk [medeverdachte 4] en aangever [benadeelde] . De mailwisseling is als volgt:
- Van: “ [medeverdachte 4] via Marktplaats” < [mailadres 2] >
Verzonden: 9 mei 2014 23:46 uur
Aan: [mailadres 3]
Onderwerp: Reactie: Gouden trouwringen met diamant
Reactie op uw advertentie ‘Gouden trouwringen met diamant’
goedenavond
wat zijn de maten van de Ringen?
Mvg [medeverdachte 4]
GEINTERESSEERDE
[medeverdachte 4]
5½ jaar actief op Marktplaats
ADVERTENTIE
Titel: Gouden trouwringen met diamant
Link naar advertentie: http:// [bestandsnaam 1]
Prijs: Bieden
Rubriek: Sieraden, Tassen en Uiterlijk> Ringen
Advertentienummer: 784981072
Datum van plaatsing: 03 mrt ‘14
- Van: “ [benadeelde] via Marktplaats” < [mailadres 3] >
Verzonden: 9-5-2014 22:37:54 uur
Naar: [mailadres 1]
Tussen 18 en 19. Ze zijn makkelijk groter of kleiner te maken.
Mvg
[benadeelde]
- Van: “ [medeverdachte 4] via Marktplaats” < [mailadres 2] >
Verzonden: 10 mei 2014 00:54 uur
Aan: [mailadres 3]
Onderwerp: RE: Reactie: Gouden trouwringen met diamant
Voor l50euro zou ik ze dan willen over nemen
Want 1 moet groter gemaakt worden en 1 kleiner en staat der iets in?
Mvg [medeverdachte 4]
- Van: “ [benadeelde] via Marktplaats” < [mailadres 3] >
Verzonden: 9-5-2014 23:14:34 uur
Naar: [mailadres 1]
Staat erbij
- Van: “ [medeverdachte 4] via Marktplaats” < [mailadres 2]
Verzonden: 10 mei2014 01:10 uur
Aan: [mailadres 3]
Onderwerp: RE: Reactie: Gouden trouwringen met diamant
Is trouwens toch 1set? Omdat er bij 1 ring trouwRingen staan?
Mvg [medeverdachte 4]
- Van: “ [benadeelde] via Marktplaats” < [mailadres 3] >
Verzonden: 9 mei 2014 23:15:08 uur
Naar: [mailadres 1]
Ja is zet maar min 240
Mvg
- Van: “ [medeverdachte 4] via Marktplaats” < [mailadres 2] >
Verzonden: 10 mei2014 01:17 uur
Aan: [mailadres 3]
Onderwerp: RE: Reactie: Gouden trouwringen met diamant
Voor 150euro willen we morgen avond graag komen kijken voor allebei de trouwringen
Mvg [medeverdachte 4]
- Van: “ [benadeelde] via Marktplaats” [mailadres 3]
Verzonden: 10 mei 2014 6:03:34 uur
Naar: [mailadres 1]
240 is het minimale. 150 is sloopgoud prijs ex de briljantjes die erin zitten
- Van: “ [medeverdachte 4] via Marktplaats” < [mailadres 2] >
Verzonden: 10 mei 2014 uur
Aan: [mailadres 3]
Onderwerp: RE: Reactie: Gouden trouwringen met diamant
200 is mijn laaste bod
Hoger ga ik niet
Mvg [medeverdachte 4]
- Van: “ [benadeelde] via Marktplaats” [mailadres 3]
Verzonden: 10-5-2014 7:09:11 uur
Naar: [mailadres 1]
Vooruit dan maar. Wanneer wilde u komen? We zijn vandaag thuis tot 1100 uur a 11.30 uur?
Mvg
- Van: ‘ [medeverdachte 4] via Marktplaats < [mailadres 2] >
Verzonden: 10 mei 2014 10:04 uur
Aan: [mailadres 3]
Onderwerp: RE: Reactie: Gouden trouwringen met diamant
T gaat me vanavond pas lukken
Komt dat ook uit?
- Van: “ [benadeelde] via Marktplaats” [mailadres 3]
Verzonden: 10-5-2014 8:03:07 uur
Naar: [mailadres 1]
Ik wil het alleen wel zo weten want ik heb nog meer afspraken vandaag namelijk?
Mvg
[benadeelde]
- Van: “ [medeverdachte 4] via Marktplaats” < [mailadres 2] >
Verzonden: 10 mei2014 10:07 uur
Aan: [mailadres 3]
Onderwerp: RE: Reactie: Gouden trouwringen met diamant
Ja vanavond kunnen we wel
Heb de kids belooft dat we wat met ze gingen doen vandaag
Tegen een uur of 7? En anders morgen als dat beter uit komt voor jullie?
Mvg
- Van: “ [benadeelde] via Marktplaats” [mailadres 3]
Verzonden: 10-5-2014 8:05:57 uur
Naar: [mailadres 1]
Waar moet u vandaan komen?
- Van: “ [benadeelde] via Marktplaats” [mailadres 3]
Verzonden: 10-5-2014 8:13:20 uur
Naar: [mailadres 1]
Er zijn namelijk nog meer bieders en ik wil het graag beetje snel afhandelen bij voorkeur. We zijn nu namelijk ook thuis
- Van: “ [benadeelde] via Marktplaats” [mailadres 3]
Verzonden: 10 mei 2014 8:28:18 uur
Naar: [mailadres 1]
??
- Van: ‘ [medeverdachte 4] via Marktplaats’ < [mailadres 2] >
Verzonden: 10mei2014 11:22 uur
Aan: [mailadres 3]
Onderwerp: RE: Reactie: Gouden trouwringen met diamant
Ik moet van maasbree afkomen
Vanavond eerder lukt me echt niet
Gr
- Van: “ [benadeelde] via Marktplaats” [mailadres 3]
Verzonden: 10 mei 2014 9:23:20 uur
Naar: [mailadres 1]
Ok ik weet alleen nog niet hoe laat ik thuis ben. Zal ik u bellen als ik er vanavond weer ben?
 Op 10 mei 2014 is op de WhatsApp van de telefoon van [medeverdachte 4] een gesprek gevoerd met de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 5] . Dit telefoonnummer staat in de telefoon van [medeverdachte 4] opgeslagen als [naam 9] . Mogelijk betreft dit de volgende persoon: [naam 9] (man), geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] [medeverdachte 4] bespreekt met [naam 9] het aankopen van de ringen en dat [medeverdachte 4] het ‘op die manier’ niet durft:
- om 16:12:37 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Had gister via de mail gehandeld voor Trouw Ringen denk dan haal je die voor t geld komt die kanker kut coelie niet
opdagen
(…)
  • om 16:14:40 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): En die vent heeft mijn e mail adres en 06 nr
  • om 16:14:58 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Ja dat is kut
  • om 16:15:02 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Anders had ik t anders gedaan met de Ringen
  • om 16:15:32 uur (van [naam 9] 1 naar [medeverdachte 4] ): Maar zal kijken ja ik kan toch kijken voor je ringen op die manier
  • om 16:15:50 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Ja ik durf dat niet
  • om 16:16:08 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Maar ik wel weet [verdachte] toch
  • om 16:16:11 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): 1x gedaan nooit meer
  • om 16:16:31 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Pfff maakt mij niets uit
  • om 16:16:45 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Ja zei die al maar hij is bang dat ze bij mij uit komen
  • om 16:41:15 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Moet je met mijn telefoon privé belle
 Op 12 mei 2014 is wederom een gesprek gevoerd op de WhatsApp van de telefoon van [medeverdachte 4] tussen [medeverdachte 4] en [naam 9] . [medeverdachte 4] bespreekt met [naam 9] of het nog door gaat en stuurt een advertentie van Marktplaats door:
  • om 15:46:52 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Gaat t nog door straks?
  • om 15:51:49 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Ja zeker hoelaat komt ie me halen fa zo eten en me klaar maken
  • om 15.52.08 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Dus zeg maar over 1 uur ophalen?
  • om 15:52:25 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): [verdachte] mij
(…)
  • om 15:56:10 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Dus rond half 8
  • om 15:56:17 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Is ie hier
  • om 15:56:36 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Ja zoiets kan kwartje later zijn ligge om half 8 in bed
  • om 15:56:57 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Ja is goed zorg ik dat ik klaar ben
  • om 15:57:03 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Is goed jong
  • om 17:37:50 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): En al onderweg ???
  • om 18:03:29 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): 0642321042
  • om 18:04:34 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ):
Deze advertentie mag u niet missen - Gouden trouwringen met diamant
€ 300,00
http:// [bestandsnaam 2]
  • om 18:04:34 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Oke ik heb hem denk dat ik bel bij mijn zusje
  • om 18:07:16 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Ja heb alles binnen
 Op 13 mei 2014 is wederom een gesprek gevoerd op de WhatsApp van de telefoon van [medeverdachte 4] tussen [medeverdachte 4] en [naam 9] . In dit gesprek bespreken [medeverdachte 4] en [naam 9] wat het kost om de ringen te verkleinen en geeft [medeverdachte 4] aan dat ‘mensen maar eens moeten Ieren dat niet iedereen te vertrouwen is’:
  • om 7:29:02 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Kost ongeveer 20euro om kleiner te laten maken
  • om 7:29:24 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Meende dat op de l00euro zou zitten dan
  • om 7:30:35 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Nee want hun hebben ook wat er tussen uit wordt Gehaald
  • om 7:31:03 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Owzo
  • om 7:37:44 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Ja dat vergeten veel mensen
  • om 7:32:45 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Ja lag eraan of er steentjes in zaten ofzoiets zeg en moet naam uit ja moeten we hier bekijken dan zeg kom straks wel langs
  • om 7.35.20 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Jaja
  • om 7:35:30 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Moet je langs gaan
  • om 7:35:54 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Ja want nu is die veel ste groot
  • om 7:36:06 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Dinge staat nog mp
  • om 7:37:31 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Hahahaha sukkels
  • om 7:37:47 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Ja écht he
  • om 7:38:00 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Echt is verdiend vieze vuile homos
  • om 9:38:20 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Hahahahaha gek he
  • om 9:38:49 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Mensen moeten maar eens leren dat niet iedereen te vertrouwen ia
 Op 14 mei 2014 is wederom een gesprek gevoerd op de WhatsApp van de telefoon van [medeverdachte 4] tussen [medeverdachte 4] en [naam 9] . Ze bespreken wat het gaat kosten om de ringen aan te passen:
  • om 18:24:56 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Heb ze na de juwelier gebracht en die van mij moest 2 maten kleiner gemaakt worden
  • om 18:25:36 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Ohhhh zo veel ja en kosten
  • om 18:25:53 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Rond de 50euro
  • om 18:26:06 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Met polijsten
  • om 18:26:14 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Ja maat 15 wilde ze doen zeg nee doe maat maatje Groter
  • om 18:26:29 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Polijsten zit samen met graveren
  • om 18.26:40 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Oke alles dus
  • om 18:26:46 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Geen geld
  • om 18:26:59 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Normaal heb ik 17 en ze vond 16 nog wat te groot zeg nee doe maar 16
  • om 18:27:19 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Duurde ongeveer ander halve week
  • om 18:27:37 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 9] ): Ben zo gestresst weer dat trouwdatum nog niet meer wist
  • om 18:28:04 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Dus kleiner maken, overnieuw graveren en polijsten 50 euro
  • om 18:28:15 uur (van [naam 9] naar [medeverdachte 4] ): Wat ja zo erg hahahahah
 Op 17 mei 2014 is op de WhatsApp van de telefoon van [medeverdachte 4] een gesprek gevoerd met de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer 6] . Deze gebruiker noemt zichzelf [naam 1] . [medeverdachte 4] vertelt tegen [naam 1] dat ze ringen van marktplaats heeft gehaald en die van haar 2 maten kleiner heeft laten maken:
  • om 7:05:38 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 1] ): Gister trouwringen opgehaald bij [naam juwelier]
  • om 7:05:49 uur (van [naam 1] naar [medeverdachte 4] ): Nieuwe?
  • om 7:06:17 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 1] ): Ja hadde die gehaald via mp maar mijne moest 2 maten kleiner gemaakt worden
  • om 7:06:18 uur (van [naam 1] naar [medeverdachte 4] ): Ben mijne kwijt
  • om 7:06:24 uur (van [medeverdachte 4] naar [naam 1] ):
(…)
Op 12 mei 2014 werd verdachte geobserveerd van 18.00 uur tot 22.30 uur. Uit deze observatie blijkt dat verdachte vanaf 20.22 uur in het bijzijn is van een tweede persoon. Deze persoon draagt een grijze muts. Om 22.30 uur werd de observatie beëindigd. Verdachte en de tweede persoon bevonden zich op dat moment in de woning van verdachte aan de [adres medeverdachte 4] . Uit de bakengegevens blijkt dat de auto van verdachte tussen 23.08 en 23.29 uur in Venray is geweest in de buurt van de [adres 1] . [17]
Verdachte [18] heeft op 3 juni 2014 verklaard, zakelijk weergegeven, dat hij een ring heeft gehad en dat daarin gegraveerd stond:
[medeverdachte 4] 20-07-2009.
De rechtbank overweegt als volgt. Uit vorenstaande blijkt dat [medeverdachte 4] reageert op de advertentie van aangever Tijssen. Uit de gesprekken met “ [naam 9] ” blijkt dat [medeverdachte 4] ringen ‘voor t geld’ wil kopen, maar omdat ‘die vent’ haar e-mailadres en 06-nummer heeft ‘durft ze het niet’ ‘op die manier’. “ [naam 9] ” zegt dan dat “ [verdachte] ” dat wel durft. Vervolgens wordt er op 12 mei 2014 afgesproken dat “ [verdachte] ” “ [naam 9] ” gaat ophalen en dat het rond half 8 wordt. [medeverdachte 4] stuurt een 06-nummer en de advertentie van aangever Tijssen naar “ [naam 9] ”. “ [naam 9] ” zegt dat hij ‘hem’ gaat bellen. Aangever heeft verklaard dat hij om 21.34 uur werd gebeld door een potentiele koper en dat er om 23.10 uur werd aangebeld en twee mannen voor de deur stonden, waarvan er één een grijze muts droeg. Uit de observatie- en bakengegevens blijkt dat de auto van verdachte tussen 23.08 en 23.29 uur in de buurt van de [adres 1] is geweest en dat verdachte vanaf 20.22 uur in het bijzijn is van een tweede persoon, welke een grijze muts draagt. In de ochtend van 13 mei 2014 stuurt [medeverdachte 4] een bericht naar “ [naam 9] ” dat ‘mensen maar eens moeten leren dat niet iedereen te vertrouwen is”. Verder blijkt uit gesprekken na 12 mei 2014 dat [medeverdachte 4] ringen wil verkleinen en opnieuw wil laten graveren. In één ring moet de tekst
[verdachte] 20-7-2009komen te staan en in de andere
[medeverdachte 4] 20-7-2009. Bij [medeverdachte 4] wordt een ring met die tekst aangetroffen en ook verdachte is in het bezit geweest van een dergelijke ring. In de woning van verdachte werd vervolgens een bon van de juwelier aangetroffen en eveneens valse bankbiljetten van 50 euro, waaronder een vals biljet met hetzelfde registratienummer als op de valse biljetten die aangever heeft ontvangen.
De rechtbank acht, gelet op vorenstaande, de betrokkenheid van verdachte aangetoond. De rechtbank heeft daarbij eveneens acht geslagen op de verklaring van verdachte, dat hij de ring heeft weggegooid omdat hij erachter kwam dat deze met vals geld betaald was en hij er op die manier geen recht op had. De rechtbank acht deze verklaring, gelet op vorenstaande bewijsmiddelen, ongeloofwaardig. Bovendien heeft verdachte niets willen verklaren omtrent de herkomst van de ring. De rechtbank is van oordeel dat verdachte niet gehandeld heeft uit morele overwegingen, maar bewijsmateriaal heeft willen wegmaken.
Feit 3
De rechtbank acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen gelet op:
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting op 27 oktober 2017;
- het proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 21 mei 2014 [19] ;
- het proces-verbaal van omschrijving wapens en munitie d.d. 13 juni 2014 [20] .
Feit 4
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van dit feit, nu de officier van justitie ter terechtzitting heeft aangegeven dat zij dit feit abusievelijk aan verdachte heeft tenlastegelegd.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
1.
meermalen in de periode van 7 december 2013 tot en met 19 mei 2014, in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk bankbiljetten van 20 euro en 50 euro heeft nagemaakt, met het oogmerk om die bankbiljetten als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven;
2.
op 12 mei 2014 in de gemeente Venray, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door een listige kunstgreep, [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van twee ringen, hebbende verdachte en zijn mededaders met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - listiglijk en/of bedrieglijk die ringen betaald met vijf nagemaakte bankbiljetten van 50 euro, waardoor [benadeelde] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
op 19 mei 2014 te Maasbree, wapens van categorie III, te weten:
a.
a) een revolver (merk ME, model Jaguar 80), en
b) een pistool(ekol, firat compact), en
c) munitie van categorie III, te weten eenhonderd zevenentwintig patronen, voorhanden heeft gehad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
1: medeplegen van bankbiljetten namaken met het oogmerk om die bankbiljetten als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven, meermalen gepleegd;
2: medeplegen van oplichting;
3: handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf en/of de maatregel

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft, rekening houdend met artikel 63 Wetboek van Strafrecht en het tijdsverloop, gevorderd aan verdachte op te leggen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 30 maanden. De officier van justitie heeft onderscheid gemaakt tussen de valsmunterij feiten, waarvoor zij 18 maanden heeft geëist, en feit 3, waarbij zij een gevangenisstraf van 12 maanden passend acht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft een aantal persoonlijke omstandigheden van verdachte aangevoerd en de rechtbank verzocht hiermee rekening te houden bij het bepalen van de strafmaat, alsmede met het tijdsverloop in deze zaak. De raadsman acht de door de officier van justitie formuleerde eis buitenproportioneel en volstrekt onbegrijpelijk, mede nu ten aanzien van feit 3 doorgaans een geldboete passend wordt geacht.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Verdachte heeft zich (samen met anderen) schuldig gemaakt aan het namaken van een groot aantal bankbiljetten, met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te (doen) geven.
Dergelijk handelen is naar het oordeel van de rechtbank zeer verwerpelijk, nu hiermee het vertrouwen in het betalingsverkeer, meer specifiek in chartaal geld, ernstig wordt geschaad. Dit geldt te meer nu het in het onderhavige geval een groot geldbedrag betreft. Het betalingsverkeer is gebaseerd op het vertrouwen dat aan bankbiljetten een bepaalde waarde wordt toegekend. Door het namaken van bankbiljetten wordt dit principe ondermijnd/aangetast. Daarnaast wordt ook de ontvanger van het nagemaakte geld gedupeerd wanneer dit als betaalmiddel wordt ingezet. De ontvanger levert immers goederen of diensten voor een stukje papier zonder enige waarde. Dit is ook gebleken bij het onder 2 bewezenverklaarde feit. Verdachte heeft samen met anderen aangever opgelicht door twee ringen te betalen met valse bankbiljetten. Hierdoor heeft verdachte misbruik gemaakt van het vertrouwen van de kopers met als kennelijk doel zijn eigen financieel gewin. Het kopen en verkopen via internet is voor velen een prettige manier van handelen, maar door toedoen van mensen zoals verdachte loopt het vertrouwen erin opnieuw een deuk op. De kwalijke gevolgen die dergelijke feiten hebben voor het vertrouwen in chartaal geld, lieten verdachte koud. De rechtbank zal verder rekening houden met het feit dat verdachte in het gehele ‘vals geld’ onderzoek een grote rol heeft gespeeld gedurende een lange periode. Verdachte had contacten in het vals geldcircuit en handelde erin. Hij heeft enkel oog gehad voor zijn eigen financiële gewin en op geen enkele wijze rekening gehouden met de schade die hij anderen daarbij berokkent.
Verder heeft verdachte een wapen en een vuurwapen (pistool), met bijbehorende munitie voorhanden gehad. Het vuurwapen werd aangetroffen in de slaapkamer. Het onbevoegd voorhanden hebben van een vuurwapen is maatschappelijk onaanvaardbaar vanwege de grote dreiging die daarvan uitgaat voor anderen. Dergelijke wapens kunnen gebruikt worden voor allerlei (levens)bedreigende activiteiten. Het voorhanden hebben daarvan vormt een ernstige inbreuk op de rechtsorde. Voorts lag dit wapen in een woning waar naast verdachte en zijn toenmalige echtgenote ook hun vier kleine kinderen woonden. Daarom moet streng worden opgetreden tegen het onbevoegd voorhanden hebben van een vuurwapen.
Voorts houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte zich naast hetgeen bewezen is verklaard ook nog schuldig heeft gemaakt aan een feit dat op de dagvaarding kort is omschreven en waarvan is medegedeeld dat de verdachte dit heeft erkend (het zogenoemde ad-info feit). De officier van justitie heeft te kennen gegeven dat verdachte voor dit feit niet afzonderlijk zal worden vervolgd. De verdachte heeft dit feit op de terechtzitting van 27 oktober 2017 bekend.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op het uittreksel uit het Algemeen Documentatieregister d.d. 21 september 2017, waaruit blijkt dat verdachte reeds eerder is veroordeeld voor verschillende strafbare feiten en dat hij na de thans bewezenverklaarde feiten wederom met politie of justitie in aanraking is gekomen. Gelet op de justitiële documentatie van verdachte is artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing. Voorts heeft de rechtbank ook acht geslagen op het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland d.d. 16 oktober 2017.
Ten slotte is de rechtbank van oordeel dat in deze zaak de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM is overschreden. Die termijn is in het onderhavig geval gaan lopen op 19 mei 2014, te weten de dag van inverzekeringstelling van verdachte. De behandeling in eerste aanleg is niet afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar na aanvang van de hiervoor genoemde termijn, terwijl de rechtbank geen bijzondere omstandigheden aanwezig acht die deze overschrijding rechtvaardigen. Het betreft geen complexe zaak en door de verdediging zijn geen onderzoekswensen ingediend. Het dossier is op 14 juli 2014 gesloten. Het nagekomen rapport van het Nederlands Forensisch Instituut dateert van 23 februari 2015 en de resultaten van het rechtshulpverzoek aan België zijn op 12 augustus 2015 binnengekomen. De zaak is pas op 3 april 2017 voor het eerst op zitting aangebracht. De rechtbank acht het kwalijk en voor alle betrokken partijen uiterst onbevredigend dat het vonnis in deze zaak wordt gewezen ruim 3,5 jaar nadat de bewezenverklaarde feiten hebben plaatsgevonden.
De rechtbank zal met deze aanzienlijke overschrijding rekening houden bij de strafoplegging. Tevens houdt de rechtbank rekening met het gegeven dat verdachte in het kader van de voorwaarden verbonden aan de schorsing van de voorlopige hechtenis in deze zaak reeds ruim drie jaar reclasseringstoezicht heeft en in dit kader onder andere een Cova+ training heeft gevolgd. Voorts lijkt verdachte gaandeweg zijn leven een betere wending te kunnen geven, nu hij stappen heeft gezet om zijn alcoholprobleem aan te pakken, hij inmiddels een heel werkervaringsproject heeft afgerond en thans werkt met een vrijwilligerscontract met behoud van uitkering. De rechtbank acht het gezien het tijdsverloop in deze zaak niet opportuun om deze gunstige ontwikkeling te doorbreken door het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Door het opleggen van een voorwaardelijke gevangenisstraf krijgt verdachte de kans te bewijzen dat hij geleerd heeft van zijn fouten door niet wederom strafbare feiten te plegen. Om verdachte in dit traject te ondersteunen, zal de rechtbank als bijzondere voorwaarde bij deze voorwaardelijke straf tevens een reclasseringstoezicht opleggen.
Alles afwegende acht de rechtbank het passend om aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 312 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar, in combinatie met een taakstraf voor de duur van 240 uren.

7.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

7.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij [benadeelde] vordert een schadevergoeding van € 300,00 voor geleden materiële schade ter zake van feit 2, alsmede vergoeding van de gemaakte proceskosten ad
€ 278,76.
7.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat een bedrag van € 260,00 toewijsbaar is, nu de benadeelde partij voor één ring een vergoeding van € 40,00 heeft ontvangen. De proceskosten zijn ook toewijsbaar. Deze zijn aannemelijk en staan in rechtstreeks verband met het feit.
7.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het feit dient te worden
vrijgesproken en heeft bepleit dat de vordering daarom dient te worden afgewezen.
7.4
Het oordeel van de rechtbank
[benadeelde] heeft een vordering benadeelde partij ingediend met betrekking tot de als gevolg van het hiervoor onder 2 ten laste gelegde feit door hem geleden materiële schade.
[benadeelde] heeft de schade op een bedrag van € 300,00 gesteld en wil die schade vergoed krijgen. [benadeelde] wenst tevens dat de gemaakte proceskosten ad € 278,76 worden vergoed.
Ten laste van verdachte is het hiervoor onder 2 ten laste gelegde feit (artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht) bewezen. Het is een strafbaar feit en verdachte zal ter zake van dat feit worden veroordeeld.
Met betrekking tot de toewijsbaarheid van de hoogte van het schadebedrag overweegt de rechtbank dat de vordering is opgebouwd uit de volgende posten:
1) betaald met 5 valse briefjes van € 50: € 250,00
2) halve verlofdag in verband met aangifte:
€ 50,00
Totaal € 300,00
De rechtbank overweegt dat de benadeelde partij ter terechtzitting van 27 oktober 2017 heeft aangegeven dat hij voor één ring (zijnde de onder medeverdachte [medeverdachte 4] inbeslaggenomen en aan de benadeelde partij geretourneerde ring) een vergoeding van € 40,00 heeft ontvangen. De rechtbank zal dit bedrag derhalve in mindering brengen op de vordering.
Naar het oordeel van de rechtbank houden voornoemde posten rechtstreeks verband met het bewezenverklaarde feit, zijn deze redelijk van aard en voor toewijzing vatbaar.
De rechtbank zal het totale schadebedrag vaststellen op een bedrag van € 260,00.
Het totaalbedrag van € 260,00 wordt vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag, te rekenen vanaf 12 mei 2014 tot de dag der algehele voldoening.
Verdachte is naar burgerlijk recht aansprakelijk voor deze schade. De rechtbank zal bepalen dat verdachte, naast de medeverdachte [medeverdachte 4] , hoofdelijk aansprakelijk is voor deze schade.
De rechtbank zal de vordering voor het overige afwijzen.
De rechtbank zal tevens aan verdachte de verplichting opleggen aan de Staat een bedrag te betalen van € 260,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag, te rekenen vanaf 12 mei 2014 tot de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de tijd van 5 dagen, ten behoeve van benadeelde partij voornoemd, zoals hierna in het dictum genoemd.
Door de benadeelde partij is in de vordering de post ‘proceskosten’ ten bedrage van € 278,76 opgenomen. De rechtbank zal deze vordering gedeeltelijk afwijzen, nu zij het uurloon ad € 40,00 onvoldoende onderbouwd acht. De rechtbank is wel van oordeel dat het naar algemene ervaringsregels aannemelijk is dat de benadeelde partij enige schade heeft geleden. De rechtbank ziet aanleiding het uurloon in redelijkheid vaststellen op een bedrag van
€ 20,00, hetgeen een vergoeding van de proceskosten van in totaal € 158,76 betekent.

8.Het beslag

De hierna in de beslissing onder 1 tot en met 4 en 12 tot en met 14 genoemde in beslag genomen voorwerpen zijn voor verbeurdverklaring vatbaar.
Genoemde voorwerpen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, aangezien het voorwerpen betreft, waarmee of in verband waarmee het feit 1 is begaan.
De rechtbank is van oordeel dat het hierna in de beslissing onder 5 tot en met 11 en 15 tot en
met 29 genoemde in beslag genomen voorwerpen dienen te worden onttrokken aan het verkeer, omdat het voorwerpen betreffen die aan verdachte toebehoren en van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of met het algemeen belang en welke bij gelegenheid van het onderzoek naar de door hem begane feiten onder 1 en 3 zijn aangetroffen en kunnen dienen tot het begaan van soortgelijke feiten.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 24c, 33, 33a, 36b, 36c, 36f, 47, 57, 63, 208 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte
vrijvan het tenlastegelegde onder
4;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte voor de bewezenverklaarde feiten alsmede het ad informandum gevoegde feit tot een
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat het voorwaardelijke gedeelte van de straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd:
  • zich heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit of
  • geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
  • veroordeelt de verdachte voor de bewezenverklaarde feiten alsmede het ad informandum gevoegde feit tot een
  • beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen;
Benadeelde partij en schadevergoedingsmaatregel
- wijst de vordering van de benadeelde partij
[benadeelde]gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte die, evenals de medeverdachte [medeverdachte 4] hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij te betalen een bedrag van
€ 260,00, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode van 12 mei 2014 tot aan de dag van de volledige voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte
niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- veroordeelt de verdachte die, evenals de medeverdachte [medeverdachte 4] hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, in de kosten door de benadeelde partij in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, begroot tot heden op een bedrag van € 158,76;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de staat ten behoeve van het slachtoffer, [benadeelde] , van een bedrag van € 260,00, bij niet betaling en verhaal te vervangen door 5 dagen hechtenis, met dien verstande dat de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft, te vermeerderen met de wettelijke rente te berekenen over de periode vanaf 12 mei 2014 tot aan de dag van de volledige voldoening;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de staat in zoverre komt te vervallen;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door een of meer mededaders is betaald, de verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de staat te betalen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij voor het overige af;
Beslag
- verklaart verbeurd de volgende in beslag genomen voorwerpen:
  • 1) 1 computer (PULSE) met usb stick, 452424;
  • 2) 1 computer (HP PAVILLION dv7), 452108;
  • 3) 1 papiersnijder (NEW BUSINESS), 452110;
  • 4) 1 computer (ASUS), 452445;
  • 12) 1 printer (HP PHOTOSMART), 452113;
  • 13) 1 printer (HP), 452426;
  • 14) 1 printer (HP), 452427;
- onttrekt aan het verkeer de volgende in beslag genomen voorwerpen:
  • 5) 2 stuks munitie, 452569;
  • 6) 1 stuk munitie, 452572;
  • 7) 1 stuk munitie, 452577;
  • 8) 1 stuk munitie, 452579;
  • 9) 9 stuks munitie, 452585;
  • 10) 113 stuks munitie, 452588;
  • 11) 2 stuks wapen (loop), 452589;
  • 15) 1 stuk vals (papier)geld, 452076 ;
  • 16) 12 stuks vals (papier)geld met kine grafische stroken, 451989;
  • 17) 7 stuks papier, enkelzijdige kopieën 50 euro, 452052;
  • 18) 1 stempel watermerk, 452056;
  • 19) 11 stuks papier enkelzijdige kopieën, 452069;
  • 20) 7 stuks papier folie met 50 euro zegels, 452111;
  • 21) 3 stuks papier folie met 20 euro strips en zegels, 45215;
  • 22) 1 stempel met 50 euro watermerk, 452212;
  • 23) 6 stuks papier folie met 20 euro strips, 452265;
  • 24) 2 stuks papier, 452283;
  • 25) 1 stuk vals (papier)geld, 452285;
  • 26) 1 stuk papier geprinte en verscheurde biljetten, 452292;
  • 27) 1 stuk papier zegels voor 50 euro biljetten, 452301;
  • 28) 8 stuks papier proefprints, 452026;
  • 29) 27 stuks diverse goederen kine grafische strips, 451997.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J.A.G. van Baal, voorzitter, mr. F.L.G. Geisel en
mr. D.C.I. van Delft, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. Geene, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 15 december 2017.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij meermalen althans eenmaal in of omstreeks de periode van 1 november 2013 tot en met 19 mei 2014 in de gemeente Peel en Maas, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (een) bankbiljet(ten) van 20 euro en 50 euro heeft nagemaakt en/of heeft vervalst, met het oogmerk om dat/die bankbiljet(ten) als echt en onvervalst uit te geven en/of te doen uitgeven;
2.
hij op of omstreeks 12 mei 2014 in de gemeente Venray, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van twee ringen, in
elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) met voren omschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - listiglijk en/of bedrieglijk die ringen betaald met vijf nagemaakte of valse of vervalste bankbiljetten van 50 euro, waardoor [benadeelde] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
3.
hij op of omstreeks 19 mei 2014 te Maasbree, in elk geval in de gemeente Peel en Maas,
een of meer wapens van categorie III, te weten:
a. a) een revolver (merk ME, model Jaguar 80), en/of
b) een pistool(ekol, firat compact), en/of
c) munitie van categorie III, te weten eenhonderd zevenentwintig, in elk
geval een aantal, patronen, voorhanden heeft gehad;
de in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voor zover daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
4.
hij op of omstreeks 19 mei 2014 te Maasbree, in elk geval in de gemeente Peel en Maas,
opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 42,5 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie, recherche Venlo/Venray, proces-verbaalnummer 2014012528, gesloten d.d. 14 juli 2014, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 1947.
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 februari 2014, pagina’s 236-238.
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 februari 2014, pagina’s 240-248.
4.Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 18 juni 2014, pagina’s 792-795.
5.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 april 2014, pagina’s 1643-1645.
6.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 mei 2014, pagina 359.
7.Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 20 mei 2014, pagina’s 266 en 268.
8.Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 21 mei 2014, pagina 272-274.
9.Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 21 mei 2014, pagina 280-282.
10.Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 10 juni 2014, pagina 299.
11.Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 26 mei 2014, pagina’s 390-392.
12.Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 26 mei 2014, pagina’s 395-397.
13.Proces-verbaal van aangifte door [benadeelde] d.d. 14 mei 2014, pagina’s 1847 en 1848.
14.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 mei 2014, pagina’s 1852 en 1853.
15.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 mei 2014, pagina 1855.
16.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 juni 2014, pagina’s 1859-1865.
17.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 mei 2014, pagina 1867.
18.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 3 juni 2014, pagina 296.
19.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 21 mei 2014, pagina’s 45-47.
20.Proces-verbaal van omschrijving wapens en munitie d.d. 13 juni 2014, pagina’s 1798-1801.