Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.De procedure
2.De feiten
32,5 uren per week, tegen een basissalaris van € 2.498,89, exclusief 8% vakantietoeslag, eindejaarsuitkering en overige emolumenten.
3.Het geschil
- een verklaring voor recht dat aan [de werkneemster] geen transitievergoeding, billijke vergoeding en vergoeding wegens onregelmatige opzegging toekomt;
- terugbetaling van onverschuldigd betaald salaris wegens een onjuiste inschaling op opleidingsniveau;
- vergoeding van de ten onrechte door de Pioenroos betaalde kosten aan het uitzendbureau wegens een onjuiste inschaling op opleidingsniveau.
4.De beoordeling
6 oktober 2017 (datum ontvangst ontbindingsverzoek) en is geëindigd op 12 december 2017 (datum van dagtekening van deze beschikking). Met inachtneming van het vorenstaande en overwegende dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst plaatsvindt tegen het einde van de maand, is de kantonrechter voornemens om de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 februari 2018 te ontbinden.
De Pioenroos heeft evenwel verzocht om een verklaring voor recht dat zij aan [de werkneemster] geen transitievergoeding verschuldigd is, zodat de kantonrechter hieromtrent toch een oordeel moet geven.