ECLI:NL:RBLIM:2017:12118

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
13 december 2017
Publicatiedatum
11 december 2017
Zaaknummer
6023506/CV 17-4696
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming na herhaalde huurachterstand

In deze zaak heeft de stichting Woongoed 2-Duizend een vordering ingesteld tegen twee gedaagden wegens herhaalde huurachterstand. De huurders, die eerder een betalingsregeling hadden getroffen, hebben opnieuw de huurpenningen volledig onbetaald gelaten. De kantonrechter heeft op 13 december 2017 uitspraak gedaan in de procedure die volgde op een dagvaarding en een comparitie van partijen op 28 november 2017. De huurders hebben een huurachterstand van € 2.381,63 opgebouwd tot en met mei 2017, en eerder was de huurovereenkomst al ontbonden bij verstekvonnis op 2 maart 2016. De gedaagden hebben de ontbinding en ontruiming destijds weten af te wenden door het betalen van een achterstallig bedrag van € 3.504,45.

De vordering van Woongoed 2-Duizend omvatte de ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en betaling van een bedrag van € 2.813,89, vermeerderd met rente en de huurprijs van € 592,77 per maand vanaf juni 2017 tot aan de ontruiming. Tijdens de comparitie hebben de gedaagden hun belang bij het behoud van de woning naar voren gebracht, maar de kantonrechter heeft geconcludeerd dat er geen heil meer was in de voortzetting van de huurrelatie. De partijen hebben uiteindelijk overeenstemming bereikt over de beëindiging van de huurovereenkomst per 1 februari 2018, waarbij de gedaagden zich hebben verplicht het gehuurde te ontruimen.

De kantonrechter heeft de vordering van Woongoed 2-Duizend toegewezen en de gedaagden veroordeeld tot ontruiming en betaling van de achterstallige huur. De proceskosten zijn begroot op € 921,11, en het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak benadrukt de ernst van herhaalde huurachterstanden en de gevolgen daarvan voor de huurrelatie.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6023506 \ CV EXPL 17-4696
Vonnis van de kantonrechter van 13 december 2017
in de zaak van:
de stichting STICHTING WOONGOED 2-DUIZEND,
gevestigd te Reuver,
eisende partij,
gemachtigde Agin Otten Gerechtsdeurwaarders,
tegen:

1.[gedaagde partij sub 1] ,wonend [adres gedaagde partijen] ,[woonplaats gedaagde partijen] ,

2.
[gedaagde partij sub 2],
wonend [adres gedaagde partijen] ,
[woonplaats gedaagde partijen] ,
gedaagde partij,
procederende in persoon.
Partijen worden verder aangeduid als Woongoed 2-Duizend en [gedaagde partijen] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding met producties
  • de conclusie van antwoord
  • de door Woongoed 2-Duizend overgelegde producties 6 en 7
  • de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald
  • comparitie van partijen van 28 november 2017.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Woongoed 2-Duizend heeft aan [gedaagde partijen] verhuurd de woning met aanhorigheden, staande en gelegen te [woonplaats gedaagde partijen] aan de [adres gedaagde partijen] , zulks tegen een huurprijs van € 592,77 per maand. De huur dient steeds voor de eerste dag van iedere maand te worden voldaan.
2.2.
Gerekend tot en met de maand mei 2017 is er een huurachterstand van € 2.381,63.
2.3.
Bij verstekvonnis van de kantonrechter 2 maart 2016 is de huurovereenkomst ontbonden en zijn [gedaagde partijen] onder meer veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde en tot betaling van de achterstallige huurpenningen ter hoogte van € 3.504,45. Door integrale betaling van laatstgenoemd bedrag hebben [gedaagde partijen] de ontbinding en ontruiming afgewend.

3.Het geschil

3.1.
Woongoed 2-Duizend vordert – samengevat – ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en veroordeling van [gedaagde partijen] tot betaling van een bedrag van € 2.813,89, vermeerderd met rente en betaling van een bedrag van € 592,77 per maand voor iedere maand vanaf 1 juni 2017 tot aan het tijdstip van ontruiming, zulks met veroordeling van [gedaagde partijen] in de kosten van deze procedure.
3.2.
[gedaagde partijen] voeren verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen hebben bij gelegenheid van de comparitie van partijen op 28 november 2017 hun wederzijdse standpunten nader toegelicht. Woongoed 2-Duizend heeft daarbij nadrukkelijk gepersisteerd bij de door haar gevorderde ontbinding en ontruiming. Woongoed 2-Duizend heeft met name gewezen op het feit dat er reeds vanaf februari 2017 geen enkele huurbetaling heeft plaatsgevonden. Ook na dagvaarding hebben [gedaagde partijen] geen aanstalten gemaakt ook maar iets van de huurachterstand in te lopen. Woongoed 2-Duizend heeft daarbij tevens gewezen op het feit dat de problemen met [gedaagde partijen] reeds sinds tien jaar bestaan en dat aan hen meerdere malen een laatste kans geboden is.
4.2.
[gedaagde partijen] – ter zitting vertegenwoordigd door [gedaagde partij sub 1] – hebben ter zitting de huurachterstand als zodanig niet betwist. [gedaagde partijen] hebben hun belang bij behoud van de woning naar voren gebracht. [gedaagde partij sub 1] heeft daarbij met name gewezen op haar psychische toestand die tot de onderhavige problematiek heeft geleid. Meuwissen heeft benadrukt dat het tij inmiddels is gekeerd en dat zij geheel hersteld is. [gedaagde partij sub 1] heeft tevens aangegeven dat zij hulp wil zoeken bij de financiële problemen in de vorm van budgetbeheer.
4.3.
De kantonrechter overweegt het navolgende.
4.4.
Woongoed 2-Duizend heeft ter zitting nadrukkelijk aangegeven dat zij geen heil meer ziet in continuering van de huurrelatie met [gedaagde partijen] . De kantonrechter heeft partijen daarop in de gelegenheid gesteld om in onderling overleg tot afspraken omtrent de beëindiging van de huur te komen.
4.5.
Na onderling beraad delen partijen de kantonrechter mee dat de huurovereenkomst op 1 februari 2018 zal eindigen en dat [gedaagde partijen] per die datum het gehuurde zullen hebben ontruimd en verlaten. [gedaagde partijen] zullen tot die datum huur verschuldigd zijn. Partijen spreken voorts af dat begin januari 2018 een eindinspectie in de woning zal plaatsvinden.
4.6.
Woongoed 2-Duizend heeft voorts toegezegd de mogelijkheden te bezien om aan het verzoek van [gedaagde partijen] om de woning pas in januari 2018 weer te huur aan te bieden tegemoet te komen. Keiharde toezeggingen kan Woongoed 2-Duizend op dit punt echter niet doen.
4.7.
Gelet op het vorenstaande zal de kantonrechter de vordering van Woongoed 2-Duizend toewijzen.
4.8.
[gedaagde partijen] zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van deze procedure. De kosten aan de zijde van Woongoed 2-Duizend worden begroot op:
  • dagvaarding € 101,11
  • griffierecht 470,00
  • salaris gemachtigde
totaal € 921,11
4.9.
De kantonrechter zal dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
ontbindt de tussen partijen bestaande huurovereenkomst per 1 februari 2018,
5.2.
veroordeelt [gedaagde partijen] om uiterlijk 31 januari 2018 het gehuurde, de woonruimte met aanhorigheden, staande en gelegen te [woonplaats gedaagde partijen] aan de [adres gedaagde partijen] , te verlaten en te ontruimen en ontruimd te houden en met al het hunne en de hunnen onder afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Woongoed 2-Duizend te stellen,
5.3.
veroordeelt [gedaagde partijen] hoofdelijk, in die zin dat de een betalend de ander zal zijn bevrijd, aan Woongoed 2-Duizend tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen een bedrag van € 2.813,89, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 22 mei 2017 tot aan de dag der algehele voldoening,
5.4.
veroordeelt [gedaagde partijen] hoofdelijk, in die zin dat de een betalend de ander zal zijn bevrijd, om aan Woongoed 2-Duizend tegen behoorlijk bewijs van kwijting te voldoen een bedrag van € 592,77 voor iedere maand die vanaf 1 juni 2017 tot het tijdstip van de ontruiming is verstreken of zal verstrijken, een ingegane maand daarbij gerekend voor een hele maand,
5.5.
veroordeelt [gedaagde partijen] hoofdelijk, in die zin dat de een betalend de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten aan de zijde van Woongoed 2-Duizend gevallen en tot op heden begroot op € 921,11,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M.J.F. Piëtte en in het openbaar uitgesproken.
type: ph
coll: