ECLI:NL:RBLIM:2017:11904

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
6 december 2017
Publicatiedatum
5 december 2017
Zaaknummer
6136908 CV 17-5831
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schadevergoeding en borgsom bij huur vakantiewoning

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Limburg op 6 december 2017, gaat het om een geschil tussen een vennootschap onder firma, hierna aangeduid als de eisende partij, en een huurder van een vakantiewoning, aangeduid als de gedaagde partij. De eisende partij vordert schadevergoeding van de gedaagde partij wegens schade aan een zitgrasmaaier die tijdens de huurperiode door de gedaagde partij en zijn gasten zou zijn veroorzaakt. De huurperiode vond plaats van 17 juni 2016 tot en met 20 juni 2016. De eisende partij heeft de door de gedaagde partij betaalde borgsom van € 250,00 niet terugbetaald, wat aanleiding geeft tot een vordering in reconventie door de gedaagde partij.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij onvoldoende bewijs heeft geleverd dat de schade aan de zitgrasmaaier het gevolg is van het gebruik door de gedaagde partij. De kantonrechter oordeelt dat er geen causaal verband kan worden vastgesteld tussen de schade en het gebruik van de zitgrasmaaier door de gedaagde partij. De kantonrechter wijst de vordering van de eisende partij af, evenals de vordering van de gedaagde partij tot terugbetaling van de borgsom. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele zaken, vooral in gevallen van schadevergoeding en de terugbetaling van borgsommen. De rechter heeft in dit geval geoordeeld dat de gedaagde partij niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de schade, en dat de eisende partij niet gerechtigd was om de borgsom in te houden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 6136908 \ CV EXPL 17-5831
Vonnis van de kantonrechter van 6 december 2017
in de zaak van:
de vennootschap onder firma [X],
gevestigd te [vestigingsplaats eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] ,
eisende partij in conventie, verweerder in reconventie,
gemachtigde mr. S.J.W.M. Vonken,
tegen:
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie],
wonend [adres gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] ,
[woonplaats gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] ,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,
gemachtigde R.C.A. Marcus.
Partijen zullen hierna [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] en [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
  • de beslissing waarbij een comparitie van partijen is bepaald
  • de conclusie van antwoord in reconventie
  • de op 9 november 2017 gehouden comparitie van partijen
  • de tijdens de comparitie zijdens [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] overgelegde offerte en factuur.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft met [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] een huurovereenkomst gesloten betreffende de huur van de vakantiewoning [adres/plaats vakantiewoning] . De huurperiode vond plaats van 17 juni 2016 tot en met 20 juni 2016. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] heeft met het voetbalteam, een groep van in totaal 16 personen, gebruikt gemaakt van de vakantiewoning. Enkele leden van de groep hebben tijdens de nachtelijke uren op de bij de vakantiewoning aanwezige zitgrasmaaier gereden. Bij de eindinspectie van de vakantiewoning bij einde huur is de woning zijdens [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] in orde bevonden. [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] heeft de door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] betaalde borgsom ad € 250,00 niet terugbetaald

3.Het geschil in conventie en in reconventie

3.1.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] vordert – samengevat – veroordeling van gedaagde partij tot betaling van € 2.832,96, vermeerderd met rente en kosten en voert verweer tegen de vordering in reconventie.
3.2.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] vordert – samengevat – veroordeling van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] tot betaling van € 250,00, vermeerderd met rente en proceskosten welke worden gesteld op het bedrag van € 1.100,00 en voert verweer tegen de vordering in conventie.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling in conventie en in reconventie

in conventie
4.1.
[eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat als gevolg van het gebruik door medegasten van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] van de bij de vakantiewoning aanwezige zitgrasmaaier deze is beschadigd waardoor [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] schade heeft geleden tot een bedrag van € 2.463,44. [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] legt tijdens de comparitie van 9 november 2017 een ongedateerde offerte over van [Y ] , betreffende reparatie van de Mountfield zitmaaier. De offerte bedraagt € 1.313,94. [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] stelt verder dat in verband met de afwezigheid van de zitmaaier hij het gras heeft laten maaien door derden en legt ter comparitie een factuur over van 50+Klus te Teuven betreffende het gras maaien in de periode 16 juni 2016 tot en met 15 november 2016 ad € 1.149,50. [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] stelt primair dat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] aansprakelijk is op grond van wanprestatie uit hoofde van de tussen partijen gesloten huurovereenkomst en subsidiair op grond van onrechtmatige daad door onrechtmatig gebruik te maken van de zitgrasmaaier.
4.2.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] betwist de stellingen van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] .
4.3.
De kantonrechter is van oordeel dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] onvoldoende aantoont dat de gepretendeerde schade het gevolg is van het gebruik door de medegasten van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] van de zitgrasmaaier. [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] stelt onvoldoende aanknopingspunten op grond waarvan de kantonrechter het causaal verband tussen de gepretendeerde schade en het gebruik van de zitgrasmaaier kan vaststellen. Daarbij neemt de kantonrechter in overweging dat zoals zijdens [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] tijdens de comparitie is verklaard; de Mountfield zitmaaier een "oud beestje" was; dat [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] niet voornemens was nog veel geld aan de zitgrasmaaier te spenderen reden waarom de zitgrasmaaier, zoals door de heer [A] tijdens de comparitie verklaard, tot op de dag van vandaag nog ongerepareerd bij [Y ] is blijven staan. Daarnaast stelt de kantonrechter vast dat op de bewuste avond van het incident in aanwezigheid van de heer [A] de zitgrasmaaier is teruggereden naar de stalling waar hij eerder was gestationeerd en [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] de dag erna de zitgrasmaaier zonder enige controle naar de functionaliteit van de machine heeft op laten halen door [Y ] . De stelling van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] dat de zitgrasmaaier, voordat [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] de vakantiewoning gebruikte, nog niet de gebreken vertoonde die in de offerte van [Y ] worden genoemd, wordt door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] betwist. Gelet op deze betwisting moet de kantonrechter aan deze blote stelling van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] voorbij gaan. Zowel de primaire als de subsidiaire grondslag kan de kantonrechter niet vaststellen zodat de vordering van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] moet worden afgewezen. Dit treft zowel de reparatie schade als de gestelde schade voor het gras maaien. Wat deze laatste schade betreft, hoewel voor de beoordeling in dit geval niet meer relevant, wil de kantonrechter nog het volgende opmerken. Gelet op de schadeperkingsplicht die op een schuldeiser rust kan het in redelijkheid niet zo zijn dat de kosten voor het laten maaien van het gras de schuldenaar in een lengte van maanden wordt aangerekend terwijl voorheen het gras door schuldeiser zelf werd gemaaid.
in reconventie
4.4.
[gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] vordert terugbetaling van de ingehouden borgsom ad € 250,00 daartoe stellende dat de vakantiewoning naar tevredenheid van verhuurder is achtergelaten en dit ook zo bij de eindinspectie is bevestigd zijdens [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] . [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] stelt dat de borg op grond van de huisregels is ingehouden nu [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] schade heeft veroorzaakt.
4.5.
De kantonrechter stelt vast dat door [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] tijdens de comparitie op 9 november 2017 is gesteld dat hij de borg niet meer heeft teruggevorderd omdat de groep daadwerkelijk voor overlast heeft gezorgd waardoor de heer [A] in de nachtelijke uren naar de vakantiewoning is moeten komen. [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] merkt daarbij wel op dat de vakantiewoning in correcte staat is opgeleverd. Nu vast staat dat er sprake is geweest van enige overlast acht de kantonrechter het in de gegeven omstandigheden redelijk en billijk dat sprake is van enige compensatie richting [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] . Gelet op een en ander zal de kantonrechter daarom de vordering van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] afwijzen.
in conventie en in reconventie
4.6.
Nu partijen over en weer in het ongelijk worden gesteld worden de proceskosten gecompenseerd in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing in conventie en in reconventie

De kantonrechter
in conventie
5.1.
wijst de vordering van [eisende partij in conventie, verweerder in reconventie] af,
in reconventie
5.2.
wijst de vordering van [gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie] af,
in conventie en in reconventie
5.3.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.W. Rijksen en in het openbaar uitgesproken.
type: HM
coll: